§2: Atoom: positief geladen kern met wolk van negatief
geladen elektronen eromheen. De lading vd. wolk is even groot als de
lading vd. kern à
atoom elektrisch neutraal. In de kern zitten protonen (positief geladen)
en neutronen (neutraal, aantal is variabel). Aant. protonen = atoomnummer.
Massa vd. deeltjes druk je uit in atomaire massa-eenheid u. Elektrische
lading druk je uit in coulomb, maar bij die kleine deeltjes in elementaire
ladingseenheid e. Aant. protonen + aant. neutronen = massagetal. Massa
van een atoom: atoommassa. Isotopen: atomen met hetzelfde aantal
protonen, maar verschillend aantal neutronen. Gemiddelde atoommassa:
berekenen wat het gemiddelde atoom weegt, rekening houdend met verschillende
isotopen en hoev. % het isotoop in een mengsel voorkomt.
§3: Element: zuivere stof dat bestaat uit 1
atoomsoort. Ze staan allemaal gerangschikt op atoomnummer in het periodiek
systeem. Periode: horizontale rij. Groep: Verticale kolom. De
allerrechtse groep zijn de edelgassen. Verder heb je metalen en niet-metalen.
Elektronen bewegen heel snel in banen rondom de kern: deze
banen heten schillen. De elektronen in de buitenste schil heten valentie-elektronen.
Die spelen een rol bij het vormen&breken van verbindingen met andere
atomen. In het periodiek systeem staan alle elementen met hetzelfde aantal
valentie-elektronen in 1 groep: ze hebben ongeveer dezelfde chemische
eigenschappen.
§4: Elektrische stroom is transport van geladen deeltjes.
Stof kan dus alleen geleiden als 1. er in de stof geladen deeltjes aanwezig
zijn en 2. die geladen deeltjes zich vrij kunnen bewegen.
Stoffen kun je indelen op hoe goed ze elektriciteit
geleiden:
·
Geleiden helemaal niet
-
Molecuulformule met alleen moleculaire stoffen à moleculaire stof
-
Ze bestaan uit moleculen: ongeladen deeltjes
·
Geleiden alleen in de vloeibare fase
-
Molecuulformule met minstens 1 moleculaire stof
en 1 metaal à zout
-
In vaste toestand kunnen de geladen deeltjes
zich niet vrij bewegen. Geladen deeltjes à
ionen Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen.
·
Stoffen die in de vaste en vloeibare fase
geleiden
-
Molecuulformule met alleen maar metalen à metaal
-
Bestaat uit positieve metaal-ionen en vrije
elektronen (negatief)
Voorvoegsels geven aan hoeveel atomen er zijn:
1.
Mono
2.
Di
3.
Tri
4.
Tetra
5.
Penta
6.
Hexa
7.
Hepta
8.
Okta
§5: Structuurformule: Een getekend beeld ve. molecuul
Atoombinding: het streepje in de tekening tussen 2 atomen, verbinding in moleculen
Aant. bindingsmogelijkheden ve. atoom in een molecuul: Covalentie(=
eigenlijk hoeveel plekken er nog vrij zijn in de valentieschil ve.
atoom) Atoombindingen worden gevormd doordat de elektronenwolken v. 2 atomen
“versmelten” (ze delen 2 valentie-elektronen à
gemeenschappelijk elektronenpaar)
Symbool
|
Covalentie
|
H, F, Cl, Br, I
|
1
|
O, S
|
2
|
N, P
|
3
|
C, Si
|
4
|
§6: Smelten: overgang v. vast à vloeibaar. Verdampen: overgang v. vloeibaar à gas. Molecuulrooster: de moleculen blijven in de vaste fase rondom een bepaalde plek.
Vd.Waalsbinding: binding tussen moleculen, hangt af vd. massa
vd. moleculen. Hogere temperatuur: moleculen bewegen sneller en dan is dat een
“voorlopige overwinning” op de Vd.Waalsbinding (moleculen gaan zich wel
verplaatsen, maar staan niet los). Vd.Waalsbindingen worden verbroken bij faseovergang
en oplossen (maar bij oplossen kunnen ook nieuwe Vd.Waalsbindingen ontstaan)
§7: Tussen moleculen met een OH- of een NH-groep treedt
behalve een Vd.Waalsbinding, een extra intermoleculaire binding op:
waterstofbrug. Waterstofbruggen = veel sterker dan Vd.Waalsbinding
§8: Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen. Ion:
Ontstaan uit atomen, ion is eig. een atoom(groep) met een positieve of
negatieve lading (meestal -/+ 1, 2, 3, 4) Notatie: Na2+
Metalen kunnen alleen elektronen afstaan (dus er zijn alleen
positieve metaalionen) en niet-metalen kunnen beter elektronen opnemen (dus
meestal negatieve niet-metaalionen)
Als een zout vloeibaar is, raken de deeltjes elkaar en
kunnen ze elektriciteit geleiden. In vaste fase zitten ze in een vast ionrooster
(ze worden op hun plaats gehouden door elektrostatische krachten). Ionbinding
ontstaat als gevolg van elektrostatische krachten tussen geladen ionen
(waardoor je een ionrooster krijgt à
evenwichtsstand)
Ionbinding is sterker dan waterstofbrug en Vd.Waalsbinding.
§9: Metalen zitten in vaste fase in een metaalrooster:
positieve metaalionen omringd door beweeglijke negatieve elektronen.
Binas: 99
(Periodiek systeem), 25 (alles over atomen (atoomnummer, massagetal e.d.)), 40A
(smeltpunten enz.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten