hoofdstuk 4 is Annelore nu mee bezig NB Er ontbreken nog kleine stukjes in de aantekeningen van UIJL, deze worden morgen bijgewerkt.
Aantekeningen UIJL
PP1; Rome ligt Noord-Zuid gezien precies in het
midden, Oost-West gezien iets links vh midden. De stad bestaat uit 7 heuvels en
ligt op de grens van diepe/ondiepe gedeelte vd Tiber. Verder ligt het ook op
het laatste deel waar je op enigszins vlak land van Noord naar Zuid kan (op de
rand vd bergen). Letterlijk alle (autosnel)wegen leiden naar Rome in Italië.Rome was altijd al een multiculturele stad, het lag vroeger
al op de grens van verschillende volken (Etrusken in het Noorden en Grieken in
het Zuiden, Latijnen, Sabijnen), door de tijd heen bleef dat zo (verschillende
koninkrijken e.d.) en zelfs nu ligt het nog steeds op de grens van Italiaanse
subculturen (werkgelegenheid: Noord is vooral industrie en dienstverlening,
rijk en Zuid is achtergebleven in de landbouw, arm).Rome ligt aan een doorwaadbare plek aan de Tiber (eerst ging
men daar met paard en wagen doorheen, later was er een brug) en bestaat uit 7
heuvels met daartussen moeras:·
Capitool: “akropolis” van Rome, hierop stond de
tempel en het fort·
Palatijn: vroeger woonden hier de rijken en de
keizer·
Aventijn: vroeger woonden hier de armen·
Quirinaal: hierop staan nu de pauselijke,
presidentiële en koninklijke paleizen·
Caelius: ligt los achter de Palatijn·
Viminaal·
Esquilijn-
Tussen het Capitool, de Palatijn en de Aventijn
ligt het Forum Boarium: handelsgebied (bij hoog water was het moeras)-
Tussen het Capitool, de Palentijn en de andere
heuvels ligt het Forum Romanum: daar woonde het tuig (de kans op overstroming
en ziekten was groot).Ten Noordwesten vd heuvels ligt het Campus Martius, het
marsveld.In de Romeinse Republiek was Rome de 7 heuvels.
In de Romeinse keizertijd was Rome de 7 heuvels + het marsveld.
In de Middeleeuwen was Rome alleen het marsveld.
Groen:
Sint Pieter (Vaticaan)
Paars: monument voor Victor Emmanuel II
Rood: Klooster
Blauw: ColosseumCorso vittorio Emmanuele II: de weg van paars langs rood
naar groen
Via del Corso: de weg van paars naar linksboven
Via dei fori imperiali: de weg van paars naar blauw PP2; Het oudste Rome, 3 fasen:1.
De bebouwing vóór stichting van Rome (voor 753
BC), de legendes. Romulus en Remus werden in een mandje op de Tiber gezet, de
Tiber overstroomde en ze komen terecht op het Forum Romanum tussen de wortels
vd vijgenboom. Een wolvin vindt ze en neemt ze mee naar de Palatijnse grot.
Romulus doodde Remus en stichtte Rome op de Palatijn. In werkelijkheid woonden
er wat herders en waren er vissersdorpjes met simpele hutjes.2.
De stad ontstaat in Etruskische koningstijd (6e
eeuw BC). De Cloaca Maxima is een grote rioolbuis die van de Tiber tot onder
het Forum Romanum loopt. Die leidt het moeraswater uit het Forum weg, waardoor
het Forum het stadsplein wordt (“agora”). Het Capitool wordt omgebouwd tot
“akropolis”. Het Capitool heeft 2 toppen:o
Op top 1 staat de arx, de burcht met
wapenopslag, hier worden munten geslageno
Op top 2 staat de tempel van Jupiter (Optimus
Maximus, de beste en de grootste). Verschillen met Etruskische tempel is dat er
veel klei gebruikt wordt (terracotta) en de verhoudingen zijn anders (lager en
dikker). In de tempel zijn 3 cellen voor godenbeelden, in 1 tempel zitten de
belangrijkste goden: Capitolijnse Trias (Jupiter, Juno en Minerva). Elke stad
in de Romeinse Tijd wilde Rome na-apen en bouwde een eigen Capitooltempel.3.
Rome tijdens de Republiek (tot 100 BC)o
Verdere ontwikkeling vh Forum Romanum, er werd
gebouwd:§
Veel aedes (tempelgebouwen)§
Veel basilicae (troonzalen, grote hallen voor
handel en rechtspraak)§
Enkele tijdelijke houten monumentjeso
Verdere ontwikkeling vh Forum Boarium
(handelsgebied), het wordt volgebouwdo
Het kattenforum wordt gebouwd: groepje tempels
buiten de muren, daar zijn heel veel zwerfkatten.o
Het eiland in de Tiber wordt bebouwdo
De Servische muur wordt aangelegd: een muur om
de 7 heuvels (gebouwd door Servius Tullius). Dit zorgt voor:§
Ontstaan ve. pomerium: heilig stadsgebied. Er mag
nu niet meer begraven worden in de stad (het stinkt) en men mag binnen de stad
geen wapens dragen (ook soldaten niet, om te voorkomen dat de stad bezet wordt
door een eigen generaal)§
Ontstaan vh marsveld voor militairen (omdat de
soldaten binnen de stad geen wapens mogen dragen, er is maar 1 uitzondering:
bij een triomftocht na overwinning na toestemming vd senaat en alleen houten
wapens)
Forum Romanum:·
Curia: gebouw vd senaat·
Via Sacra: heilige weg voor religieuze en
militaire optochten naar het Capitool·
Comitum: plein voor volksvergadering·
Rostra: vanuit daar spreekt men het volk toe·
Regia: paleis, hier woont nu de opperpriester
(Pontifex Maximus)·
Vestaalse maagden: huis voor de vestaalse
maagden en de tempel van Vesta (incl. oude religieuze schatten)
Dagelijks leven:-
Domus: atriumhuis, woning vd welgestelde
Romeinen. Er waren geen ramen, alles rondom was volgebouwd, behalve aan de
voorkant. Het voorste deel is winkel, het achterste deel is huis. Boven het
atrium zit een gat in het dak, het compluvium. Dit is voor ligt en hiermee
wordt regen doorgelaten. Eronder staat een bak waar regenwater in valt, het impluvium.
Het regenwater 1. weerkaatst het licht, 2. wordt gebruikt voor wassen en
drinken en 3. zorgt voor verkoeling. De tuin zit in het huis met daaromheen een
zuilengalerij (peristylium). Er zijn verder wat slaapkamers.-
Insula: fla,t woning vd arme Romeinen. Onderop
zijn winkeltjes, boven zijn “huizen”: 1 kamer.-
Thermopolium: qua kwaliteit en prijs
vergelijkbaar met een snackbar, hier aten de arme mensen een warme maaltijd
(uit eten was ordinair, als je rijk was had je een privékok),-
Villa: landgoed buiten de stad.-
Thermen: badhuizen. Dit is voor goede hygiëne.
Je gaat afwisselend in een lauw en een koud bad. Het badhuis is niet alleen
voor badderen, maar ook voor relaxen/socializen. Bij de meeste baden waren
mannen en vrouwen gescheiden.
PP3; In de late Republiek liet men een gebouw bouwen
om jezelf populair te maken bij het volk en om herinnerd te worden. Tussen 133
BC en 44 BC:-
Was er grote bevolkingsgroei en urbanisatie,
veel files, ziekten, lawaai, viezigheid e.d.-
Wordt Rome (en vooral het Forum Romanum)
helemaal volgebouwd-
Is er veel geweld, burgeroorlogen, rellen,
straatbendes, af en toe richt het leger een slachtpartij aan-
Wil het volk brood en spelen: eten en vermaak-
Willen de rijke en machtige families meer
aanzien. Bouwen geeft roem en populariteit.
Theater van Pompeius: Pompeius was rijk en machtig. Theaters
bouwen was nog niet officieel toegestaan (alleen houten, tijdelijke theaters).
Pompeius bouwde een tempel met een ronde trap ervoor waardoor het een theater
werd. Hoewel de senaat het verbood, deed hij het toch omdat de Romeinen het
wilden waarmee hij zichzelf populair wilde maken. In de huidige bebouwing is
nog de vorm van Pompeius’ theater te zien.Caesar’s forum: het forum was vol dus maakte Caesar een
extra forum. Na hem doen keizers hem dat na (keizersfora).Augustus (29 BC – 14 AD): was geadopteerd door Caesar. In
zijn gebouwen geeft hij Caesar een belangrijke plaats. Hij maakt het
onvoltooide forum van Caesar af. Door de dingen die hij laat bouwen laat hij
zien dat hij bij Caesar hoort. Hij wil terug naar de oude normen en waarden:
herstichting. In de bouw zie je ouderwetse dingen terug en hij pakt de
viezigheid e.d. aan. Hij vestigt een schijnrepubliek (terwijl hij eigenlijk een
keizer is). Overal in de stad zijn gebouwen van zijn familie, het is duidelijk
te zien dat hij de baas is. Na de verovering van Egypte is er vrede: de Pax
Augustus. Hij neemt obelisken mee als buit.
[…]
Nero (54 – 68 AD): tijdens zijn regering was er een grote
brand in Rome (wel/niet zijn schuld?). Het komt hem in ieder geval goed uit,
hij laat op die plek een paleizencomplex bouwen: Domus Aurea. Nero geeft de
christenen de schuld vd brand, waarmee de christenvervolging begint. Petrus en
Paulus worden geëxecuteerd in de vervolging. Paulus was een Romeinse burger dus
die werd onthoofd. Petrus niet dus die werd ondersteboven gekruisigd. Flavische dynastie (69 –
96 AD). O.l.v. Vespasianus, hij laat het paleis van Nero zo goed als afbreken. Hij
bouwt het Amphitheatrum Flavium (= Colosseum, hij is zo gaan heten omdat hij
naast een groot beeld stond, de Colossos). De familie werft populariteit.
Triomfboog van Titus: Titus heeft de opstand vd Joden afgebeeld. Er wordt een
nieuw paleis op de Palatijn gebouwd: Paleis van Domitianus.
Trajanus (98 – 117 AD). Hij bouwt een forum die groter en
beter moet zijn dan die van Augustus. Hij doet dat in dezelfde stijl zodat het
lijkt dat het bijgebouwd is. Op het forum bouwt hij een zuil voor zichzelf (met
stripverhaal van zichzelf in de oorlog erop) en hij laat markthallen bouwen.
Van links naar rechts: tempel, bibliotheek, markt/rechtszaal, plein.
Hadrianus (117 – 138 AD) bouwt het Pantheon met de breedste
koepel ter wereld (er zit een gat bovenin). Bovendien bouwt hij een mausoleum
voor zichzelf die is blijven staan, maar is verbouwd tot toevluchtsoord voor de
Paus (Engelenburcht)
In de 3e eeuw na Christus is er crisis. Het is
een zooitje in het Romeinse rijk met keizers, tegenkeizer, medekeizers (veel
oorlog). Germanen vallen het rijk binnen, waardoor een nieuwe muur wordt
gebouwd: de Aureliaanse muur (die ligt ook om het marsveld en om het stukje aan
de overkant vd Tiber, Trastevere). Rome wordt minder belangrijk, het is alleen
nog de symbolische hoofdstad. De tijd vd Severische dynastie: triomfboog van
Septimius Severus. Hoewel het niet is toegestaan, groeit het christendom hard.
Sterker nog: mbv de Christenen wint keizer Constantijn de slag bij de Milvische
brug (312) en wint daarmee het Romeinse Rijk.
PP4; […]
Gevolgen vd kroning van Karel de Grote;·
Paus wordt wereldlijke heerser en krijgt eigen
gebied (Kerkelijke staat) hij is zowel binnen als buiten religie is hij een
machtige man·
Ontstaan Roomse rijk
De Paus is religieus superieur aan andere bisschoppen: “Tu es
Petrus et super hanc petram aedificabo ecclesiam meam et tibi dabo claves regni
Caelorum“, Jij bent Petrus (eerst Simon) en boven deze rots bouw ik mijn kerk
en aan jou zal ik geven de sleutel vh hemelrijk.Zonder Petrus is er geen kerk, hij weet hoe je in de hemel
moet komen, dus de Paus is de allerbelangrijkste man, want hij is de opvolger
van Petrus.Hierna volgt de investituurstrijd: wie is belangrijker, de
Paus of de keizer? Wie mag bisschoppen benoemen? Een belangrijk argument voor
de macht vd Paus = Sylvester legende: verhaal gaat dat Paus Sylvester
Constantijn genas en in ruil daarvoor de macht vd wereld kreeg. Het document
waar dit in staat is Donatio Constantini, maar de tekst is vals.Door deze strijd verzwakt de positie van zowel de Paus als
de keizer. De Paus gaat 1309 – 1377 in ballingschap in Avignon. Daarna wil een
deel vd christenen dat de paus in Avignon blijft en een deel wil dat hij terug
naar Rome komt. Hierdoor ontstaat het Westers Schisma: er zijn meerdere pausen
1378 – 1417. 1417 is het begin vd Renaissance: er is weer 1 Paus in Rome.Rome is in de Middeleeuwen een pelgrimsoord door het graf
van Petrus. De stad verplaatst weg vd oude plekken naar het water en het
Vaticaan e.d. De oude stad worden stadsboerderijen. Er is bevolkingsafname en
de adellijke families hebben de macht. De machtsstrijd tussen de families is
wie de hoogste toren heeft (fortificaties).Cola di Rienzo (tiran) wilde een nieuw onafhankelijk staatje
stichten wat lijkt op Rome uit de oudheid. Hij faalde 2x.
PP5; Rome in de Renaissance (15e en 16e
eeuw). De Paus is terug in het Vaticaan met daaromheen bescherming vd Leonijnse
muur en de Engelenburcht (toevluchtsoord). Er zijn bijzondere pausen:·
Neopotisme: vooral het belang vd familie staat
voorop, niet de religie (zoals de keizer vroeger)·
Ze hebben veel bastaards·
Ze voeren veel oorlog, heffen belasting,
handelen enz.: echte heersers·
Ze houden van pracht en praal·
Ze bevorderen de kunsten·
Vooral edelen uit Europa proberen Paus te
worden, maar meestal worden het edelen uit Rome en ItaliëKen 3 pausen uit deze tijd:·
Rodrigo
Borgia (Spanje) 1492 – 1503: Alexander VI. Hij houdt van feestmalen en
vergif·
Guiliano della Rovere (Italië) 1503 – 1513:
Julius II. Oorlogspaus·
Adriaan Floriszoon Boeyens (Utrecht) 1522 –
1523: (H)Adrianus VI. Nederlandse Paus
Aantekeningen BOOM
Christelijke beeldtaal;·
Symbool; verwijzing, samenvallen van een wereld
in een afbeelding·
Typologie: je gaat ervan uit dat het Nieuwe
Testament een vervolg is op het Oude en in het Oude Testament wordt verholen al
verwezen naar dingen in het NT. Poëtisch vrije theologische manier van denken.
Jezus is Joods, refereert naar het OT.·
Iconografie: beschrijving v kunstwerken·
Iconologie: studie vd ontwikkeling ve thema (in
de kunst) en afbeeldingsprincipes·
Kardinale Deugden: beschreven door Plato, het
zijn de 4 hoofddeugden: rechtvaardigheid (Justitia), matigheid/het goede
midden/evenwicht (Modestia), moed (Fortitudo) en wijsheid·
Theologische deugen: geloof, hoop en liefde.
Kardinale deugden + theologische deugen = 7 hoofddeugden (7 is een heilig
getal)·
Kerkvaders: geleerde mannen die teksten schreven
over de bijbel (interpretaties en verduidelijkingen), deze teksten werden niet
meer opgenomen in de Bijbel. Belangrijkste kerkvaders zijn Augustinus,
Ambrosius, Gregorius en Iëronimus.·
Evangelisten: Marcus, Matheus, Lucas en
Johannes, zij hebben samen het Nieuwe Testament geschreven.·
Tetramorf: 4 gestalten, Ezechiël doet een poging
tot een beschrijving van Jahweh: mens, adelaar, leeuw en stier. In het Nieuwe
Testament zijn dit de 4 evangelisten: Matheus = Engel, Johannes = adelaar,
Marcus = leeuw en Lucas = stier.·
Soteriologie: er is redding dmv een redder in
een geloof, reddende kracht.·
Edict van Milaan: in 313 AD staat Constantijn de
Grote officieel het Christendom toeSymbolen:-
Kruis: hoewel het eigenlijk een wreed
executeermiddel is, kennen wij het in de context als het teken vh Christendom-
Duif: lieflijk, brenger van vrede, nieuw leven-
Alpha en Omega: 1e en laatste letter
vh Griekse alfabet, Jezus noemde zichzelf zo, het begin en het eind-
Christusmonogram: c+r, staat voor ch r =
Christus-
Wijnrank: vruchtbaarheid en overvloed-
Vis
(ichtus): a, jezus christus theou uíos sooter, “Jezus Christus, zoon van God, redder”NB : in het Christendom worden godenbeelden en
afbeeldingen niet vereerd, maar slechts de “debitum honorem” en “venerationem”,
de werkelijkheid erachter, waar het naar verwijst.
Ara Pacis; “Altaar van Vrede”. Aeneas (zoon van Julus
en Venus) kwam uit Troje en stichtte Lavinium (heet later Alba Longa). Amulius
vermoordt zijn broer Numitor, die de laatste koning van Alba Longa was. Uit
Rhea Silvia (dochter van Numitor) en Mars worden Romulus en Remus geboren,
Romulus sticht in 753 BC Rome. Augustus (30 BC – 14 AD) zorgde voor vrede in
het Romeinse Rijk en kreeg daarvoor in 16 BC een “cadeau vd senaat” (de Ara
Pacis). Het was vooral propaganda en geen origineel gebouw: het was afgeleid
van vh platteland, niet te radicaal en lieflijk met oude dingen als ranken en korenaren
(maar eerst was het hout, nu marmer). Mussolini vergeleek zichzelf en refereerde
vaak naar Augustus, omdat Mussolini ook de vredevorst wordt genoemd.
Domenichino; In Italië is de Renaissance 1400-1500,
rust, evenwicht, geometrische vormen. 1500-1600 is uitloop vd Renaissance,
begin vd Barok en eigenlijk de eeuw vh Maniërisme. Barok is van 1600-1750. De
kunst in de Renaissance en de Barok is meestal in opdracht (met bepaalde
functie, propaganda, voor de kerk e.d.). In de Renaissance “emancipeert” de
beeldend kunstenaar (artes mechanicae): er is meer appreciatie voor de
kunstenaar (eerst was kunst alleen schrijven, artes liberales). Bijna altijd
liggen literaire bronnen als bijbel en mythologie (Ovidius’ Metamorphosen) aan
de basis vd kunst. Categorieën om een schilder te beoordelen:·
Inventiviteit (disegno, nadenken voor je gaat
schilderen)·
gebaren/mimiek·
Kennis van traditie en handboeken (iconologie)·
Imitatio/aemulatio (navolgen van voorbeelden en
zo mogelijk overtreffen)·
Geleerdheid
Genres van schilderkunst (van hoog naar laag);-
Historiestuk (fresco, hoogste omdat hier alle
andere genres in zitten)-
Allegorie (personificaties)-
Portret-
Genrestuk (dagelijks leven)-
Landschap-
Stilleven (onterecht, want ook in de Hollandse
stillevens kan emotie zitten)
Sint Pieter; Aan de overkant vd Tiber lag de renbaan
van Nero. Nero overleed in 69 AD en dan wordt de renbaan een begraafplaats met
een huisje. De 1e Paus (Petrus) is daar begraven. Constantijn (1e
christelijke keizer) bouwt in 313 AD de St Pieter. Het altaar moet per se boven
het graf van Petrus liggen. Het graf ligt op een heuvel, dus het moet eerst
geëgaliseerd worden. Paus Julius II zegt in 1500 dat de St Pieter rot is en dat
hij moet worden afgebroken. Dit gaat langzaam omdat alle relikwieën en
kunstwerken bewaard moeten worden en in 1605 is de oude kerk afgebroken en de
nieuwe gebouwd (Productieve Zerstörung = productieve kapotmaking).
De St Pieter had eerst de vorm ve Grieks kruis (4 even lange
zijden, centraalbouw) met een koepel in het midden, ontworpen door Michelangelo
en Bamante (Renaissance). Daarna wordt het voorschip langer gemaakt zodat het
een latijns kruis wordt (hierdoor is echter de koepel van voren wel minder goed
te zien). Recycling: Bernini (Barok) zet in 1623 onder de koepel een enorm
baldakijn (30 m hoog). De zuilen uit de oude kerk worden hergebruikt.Het Pantheon (koepel met vierkante voorkant) wordt
gecombineerd met de St Pieter = continuïteit. Namelijk, alle brons in de St
Pieter is gejat uit het Pantheon door Paus Urbanus, 1623 – 1644.
De gloria op de achterwand vd St Pieter is verlicht doordat
zonnestralen op het bladgoud vallen. De 4 kerkvaders zijn te zien en ze dragen
de stoel van Petrus (dit is symbool voor apostasie: opneming ten hemel). In het
midden vd gloria is een duif (met echt licht). De Barok is heel dynamisch en
dat is hierin terug te zien, want de zonnestralen zijn 3D.1500 (Paus Julius) is de aflatenhandel in volle gang, een
groot gedeelte vd opbrengst wordt gebruikt voor de bouw vd St Pieter. Dit zorgt
voor de reformatie door Luther (1517).
1600: Noord Europa is “verloren”, er komt een
contrareformatie (die samenvalt met de Barok) waarin de Paus zijn gelijk
bewijst (dat het Noorden protestants is, is jammer).Dat er graven in de St Pieter liggen is voor:1.
Mors: herinnering vd dood2.
Fama: naam vd dode laten doorleven. Niet alleen
vd Paus, maar ook van zijn familie. Want wanneer een paus stierf, kozen de
kardinalen een nieuwe paus en de familie vd Paus werd machtig.
Bij Paulus III is te zien: doodshoofd, familienaam, vrouwen
(personificaties van deugden) en een beeld vd Paus (zegenend)Bij Bernini’s beeld van Paus Urbanus VIII is te zien: skelet
ipv. doodshoofd, hij schrijft de naam vd dode in een boek, en de deugden “Caritas”
en “Justitia”.
Bernini: vierstromen-fontein; In de Romeinse tijd was
het kostbaarste geschenk water. Paus Innocentius X wilde het Piazza Navona
eigen maken, zijn familienaam vereeuwigen, verfraaien en zich geliefd maken bij
het volk en liet de vierstromen-fontein ontwerpen door Bernini. Hierop staat o.a.
een duif met een olijftak (familiewapen vd Pamphili, de Paus). Op de fontein
zitten 4 goden personificaties van 4 rivieren (met overdreven geschrokken
gezichtsuitdrukkingen en houdingen): (vaste looproute) Ganges = Azië, Nijl =
Afrika, Rio dela Plata = Amerika, Donau = Europa, Australië was nog geen
officieel ontdekt werelddeel. In het midden staat een onordelijke “zooi”:
rotspartij met een grote obelisk (Egyptische vuurteken) erop. De beelden lijken
alsof ze vallen en ze kijken allemaal (op de Ganges na) naar het noorden. In de
rotspartij zitten spleten en is o.a. een paard afgebeeld. Op de fontein kan het
principe “Mehrkansigkeit” worden toegepast: het heeft meerdere aanzichten (3D).De fontein was anders dan anderen omdat de goden zitten ipv
liggen en het zijn er 4 ipv 1. Inspiratie:1.
Bij de verkiezing vd Paus was er een
vuurwerkshow met de ark van Noach en de duif2.
Het verhaal van Phaëton uit de Ovidius’
Metamorphosen: hij rijdt met zijn vaders (Apollo) zonnewagen. De obelisk is een
vuurteken, het paard vd wagen. Volgens het verhaal stortte Phaëton in de Rio
dela Plata. Waarschijnlijk voelde Bernini zich persoonlijk verbonden met dit
verhaal. Hij had net een “trauma” gehad: zijn klokkentoren op de sint Pieter
was te zwaar en moest eraf. Om te bewijzen dat hij wel grote dingen kon bouwen
liet hij misschien de obelisk op de rotspartij plaatsen.
H4 Wegens omstandigheden is dit deel niet volledig.
§1;
§2; Bouwwerken
·
Theater: afgeleid vd Grieken, maar Romeinen
hadden door hun boogconstructies geen heuvels nodig. Verder bouwden de Romeinen
het decorgebouw en de tribune aan elkaar afgesloten door een muur, zodat het
theater een gesloten geheel vormde (Grieken bouwden podium en decor los). Het
oudste stenen theater in Rome is die van Pompejus (hier is Caesar vermoord). In het theater van
Marcellus uit 13 BC zijn appartementen gebouwd, maar je kan nog zien dat het
een theater was.
·
Amfitheater: voor gladiatorenspelen. Voor meer
plaatsen werden er als het waren 2 aan elkaar gebouwd. De beroemdste is het
Colosseum. 50 000 toeschouwers, 188 bij 156 bij 50 m. Voordat de kerkers werden
gebouwd, kon men het Colosseum ook vol laten lopen met water om zeeslagen te
spelen. Een deel vh Colosseum is er al af: wat men indertijd nodig had aan
ijzer, bouwstenen en marmer werd er vanaf gesloopt (scheelde transport- en
productiekosten).
·
Pantheon:
·
Triomfbogen: herdenkingsteken met inscriptie in
opdracht vd senaat en het volk van Rome voor generaals met belangrijke
overwinning/verovering. De keizer kon altijd een triomfboog voor zichzelf
oprichten. Boog van Titus: opgericht na zijn dood, vertonen Titus’ triomftocht
en verovering van Jeruzalem. Boog van Constantijn: ter nagedachtenis aan zijn
overwinning op medekeizer Maxentius in 312 bij Milvische brug. Voorbeeld voor
de kunst op deze boog was kunst uit de 2e eeuw onder Hadrianus,
Macus Aurelius en Trajanus.
·
Thermen: keizer Caracalla (211 – 217) liet op 1
na grootste badhuizencomplex van Rome bouwen, verfraaid met marmeren wanden,
zuilen en banken, vloeren met mozaïeken en beelden. Tegenwoordig zijn de resten
te bewonderen als openluchtmuseum.
·
Mausolea van Augustus en Hadrianus:
·
Basilica: grote hal waar handel werd gedreven,
rechtszaken gehouden en geldzaken afgehandeld. Een enorm dak gedragen voor
zuilen, ook handig voor grote bijeenkomsten (dat vonden de christenen ook en de
basilica leende zich voor het prototype kerk). Beroemdsten zijn: Basilica Julia
en basilica van Maxentius en Constantijn.
§3;
Vier stijlen:
1.
Bekend uit de Griekse wereld, geschilderde
imitatie van platen dure marmersoorten (voor minder dure ruimtes)
2.
90 – 15 BC, ruimte wordt visueel groter gemaakt
door perspectieven, doorkijkjes en schaduwwerking, het lijkt alsof er geen muur
is. Met ziet tuinen, zuilenhallen, stadsgezichten, landschappen en “gesloten”
wanden met figuren en figuurstukken
3.
15 BC – 40 AD, voornaam en classicistisch,
versiering zonder dieptewerking. Architectuurdetails zijn fijn, over-sierlijk
en veel nadruk op miniatuurtjes en figuurstukken. Veel Egyptische motieven.
4.
Combinatie vd 2e en 3e
stijl. Vormen en figuren worden op een barokke manier met elkaar verweven
waardoor een fantastische irrealiteit ontstaat.
§4; Grieken en Romeinen brachten reliëfs aan op
monumenten en gebouwen. Grieken maakten vooral mythen, een algemenisering
waarin (beschaafde) Grieken vochten tegen (onbeschaafde) niet-Grieken. Romeinen
maakten liever historische reliëfs: specifiek historische gebeurtenissen.
Beroemde reliëfs:
·
Ara Pacis: altaar vd Vrede, opgericht door
Augustus in 9 BC
·
Titusboog: aandenken aan de overwinning van
Titus in Jeruzalem (81 AD) met het beroemde reliëf van soldaten die spullen
dragen die zijn meegenomen uit Jeruzalem.
·
Boog van Constantijn: (312 – 315 AD), deze
reliëfs zijn niet authentiek, maar van andere monument afkomstig.
Er zijn ook 2 zuilen van keizers met hun prestaties erop
(komt voort uit schilderijen waar wapenfeiten vd veldheren waren afgebeeld):
·
Zuil van Trajanus (113 AD), 40 m hoog (incl.
voetstuk en top), over een fries van 200 m staat afgebeeld hoe Titus Dacië
veroverde.
·
Zuil van Marcus Aurelius: werd na zijn dood nog
afgemaakt (161 – 180 AD), laat de strijd tegen de Macromannen en andere
Noordelijke volkeren zien. De reliëfs zijn in deze zuil dieper uitgehakt, maar
de technische uitwerking is minder goed.
Vanaf 2e helft vd 2e eeuw was het
gewoonte je te laten begraven in sarcofagen (door particulieren, ze werden
uitgebreid versierd met reliëfs uit Griekse mythologie, strijd, Bacchus-dienst
en dagelijks leven). Ze maken een barokke indruk en waren van grote inspiratie
voor kunstenaars in de Renaissance.
§5; Griekse portretten waren meestal van beroemde
mannen en vrouwen. Ze werden geïdealiseerd weergegeven.
Romeinse portretten waren realistischer dat lag in de Etruskische
oorsprong: zij lieten realistische dodenkoppen op urnen en sarcofagen plaatsen.
Verder werden ze gemaakt van iedereen die het kon betalen. In voorname families
was het traditie wasmaskers van overledenen te maken en als vooroudervoorbeeld
op te hangen in huis zodat men kon opscheppen op begrafenissen hoe oud de
familie wel niet was.
Vanaf 150 zijn portretten goed te herkennen: toen werd
steenboor gebruikt, nog terug te zien in het haar, de baard en de ogen.
Hoofdstuk
5 keizer Augustus, Mussolini en Rome.
Octavianus
Werd
in 63 BC geboren en was de zoon van Octavius
(behoorde
tot de ridderstand) en Atia
(een
nicht van Julius Caesar). Bij zijn geboorte waren er veel voortekenen
die wezen op zijn toekomstige grootheid.
Atia
had meegedaan aan een offerplechtigheid voor Apollo, en toen ze thuis
kwam viel ze in slaap en was er een slang naar binnen gegleden (?),
ze had daarna seks met haar man en 9 maanden later kreeg ze een vlek
op haar lichaam in de vorm van een slang.
Octavius droomde dat de
zon (= Apollo) stralend opkwam uit Atia's schoot.
Als
klein kind had hij al vaak de aandacht van velen, en tijdens zijn
opleiding op de retorenschool ontmoette hij zijn leeftijdgenoot
Agrippa,
die zijn vriend voor het hele leven zou worden. Op zeventienjarige
leeftijd gingen beiden als stafleden mee met Caesar op veldtocht in
Spanje.
De plotselinge dood van Caesar in 44
BC
veranderde Octavianus zijn leven sterk: hij was tot zijn verrassing
per testament als zoon geadopteerd door Caesar en dus zijn erfgenaam.
Hij erfde het vermogen van Caesar en zijn familienaam, maar ook het
charisma dat Caesar had bij zijn soldaten en volk. Zijn nieuwe naam
was nu Gaius Julius
Caesar Octavianus.
Omdat Caesar snel na zijn dood werd vergoddelijkt,
noemde Octavianus zichzelf Caesar
filius Divi
(Caesar, zoon van de Vergoddelijkte) noemen.
Octavianus
en Antonius
Octavianus
haastte zich naar Rome. De senaat vond hem de perfecte persoon om het
tegen Marcus
Antonius
op te nemen, de rechterhand van Caesar. Ze dachten dat ze Octavianus
na het herstel van de republiek weer opzij zouden kunnen schuiven.
Inderdaad
versloeg hij Antonius in twee veldslagen, maar hij was helemaal niet
van plan zijn nieuwe machtspositie af te staan. Hij trok met zijn
legioenen naar Rome en maakte zich meester van het consumaat. Toen
Antonius nieuwe legioenen op de been bracht, besloot hij met hem en
met Lepidus
(ook een generaal van Caesar), een driemanschap
te vormen, driemansdictatuur.
Ze namen wraak op hun politieke tegenstanders en gingen naar
Griekenland om de moordenaars van Caesar te verslaan. In 42
BC besloten
ze, toen ze de
slag bij Phillipi
hadden gehad, het rijk te verdelen: Antonius
kreeg de oostelijke provincies en Gallia, Octanianus de overige
westelijke provincies. Lepidus kreeg Noord-Afrika, maar werd door de
andere twee genaaid en verloor zijn gebied.
Er ontstond een grote rivaliteit
en vijandschap tussen Octavianus en Antonius, die werd bijgelegd met
een verdrag en
een huwelijk
van Antonius met Octavianus' zuster Octavia.
Antonius
ging weer naar het oosten en raakte verliefd op de koningin van
Egypte, Cleopatra,
en trouwde met haar in 36
BC (het
huwelijk werd niet in Rome erkend). Dit gedrag werd met grote argwaan
bekeken in Rome en Octavianus maakte hiervan gebruik: Hij kreeg
Antonius' testament uit de Vestatempel
(= plek waar testamenten liggen) en openbaarde het; er stondin dat
hij zijn kinderen bij Cleopatra als erfgenamen aanwees en dat hij na
zijn dood naast Cleopatra in Alexandrië begraven wilde worden.
Er
kwam toen een strijd
tussen de twee, die plaatsvond in
de baai bij Actium in West-Griekenland
met twee vloten. Antonius en Cleopatra werden verpletterend verslagen
en pleegden daarna zelfmoord.
Octavianus veroverde het rijke Egypte en maakte het tot zijn
persoonlijke provincie. Caesarion,
de zoon van Cleopatra en Julius Caesar (Caesars enige zoon) liet hij
doden, zodat hij van zijn kant geen concurrentie te ducken had voor
het leiderschap. De andere kinderen voedde Octavia op.
Het
principaat
Zo
had Octanianus toen hij 33 was de alleenheerschappij.
In 27 BC
bood hij, gedachtig het lot van zijn adoptievader, in een plechtige
zitting van de stenaat aan om de macht terug te geven aan de senaat
en het volk in Rome. Dit aanbod leek heel grootmoedig, maar was in
feite symbolisch.
Hij was immers steenrijk en kon rekenen op de steun van alle
legioenen. De senaat wist dat er geen alternatief was en verzochten
hem ook aan van zijn 'vrijwillig ontslag' af te zien en herkozen hem
tot consul.
Ze gaven hem ook de titel Augustus
('Verhevene'), die daarvoor alleen bij het aanduiden van goden werd
genoemd. Ook werd hij benoemd tot Princeps
Civitatis
('Eerste van de burgers'). Hij noemde zichzelf ook Imperator
(legeraanvoerder), waarmee hij aangaf dat hij de opperbevelhebber van
alle legers was.
Hiermee
begint de tijd van het Principaat
(Keizerrijk) aan. Hij deed net alsof hij de glorie had hersteld, maar
in feite had hij een aantal dingen veranderd; Er was nu nog maar één
leider, die in alles het laatste woord had: de Princeps,
hij zelf. Hij overleed in 14
AD.
§
2 Augustus en de
bouwkunst
Na
een lange periode van burgeroorlogen, ontstond er een gezamenlijk
verlangen naar vrede, rust en welvaart. Augustus voorzag dit, hij was
de grote vredesstichter. Men sprak van Pax
Augusta,
de vrede van Augustus. De boeren konden weer veilig leven (geen
plundering) en er kon weer veilig handel worden gedreven.
Propaganda
Rome
moest als hoofdstuk van het Romeinse rijk nog mooier en grootser
worden. Hij wilde laten zien dat hij dé keizer was. Hij voerde
daarom met zijn rechterhand Agrippa een bouwprogramma uit. 'Een
stad van baksteen trof ik aan, een stad van marmer liet ik achter'
laat de biograaf Suentonius (75-15 AD) Augustus zeggen. Hij liet
talloze tempels en beroemde gebouwen die waren beschadigd,
herstellen.
Hij gaf de opdracht nieuwe tempels fora en zuilengalerijen aan te
leggen. Hij maakte een Forum
voor Julius Caesar
vlak naast het senaatsgebouw, het Forum
Caesaris.
Hier kwam een tempel
van Venus
te staan, de godin van wie volgens de traditie de familie van de
Julii afstamde. Op de plaats van het Forum
Romanum waar
Caesar was gecremeerd, liet hij de tempel
van Divus Julius,
de vergoddelijke Caesar, bouwen. Ook liet hij een forum voor zichzelf
aanleggen: Forum
Augusti met
een tempel van Mars
Ultor,
Mars de Wreker (van de moordenaars van Caesar). Op de Palatijn bouwde
hij een eenvoudig paleis met ernaast een tempel
van Apollo,
de god die door Augustus speciaal werd vereerd (zie begin §1).
Het
mausoleum
De
term gaat terug op de
Mausolus van Carië, die
in de 4e eeuw BC een enorm grafmonument voor zichzelf liet bouwen.
Veel Hellenistische koningen volgden zijn voorbeeld. Augustus moet al
voor de slag bij Actium met de bouw van zijn mausoleum zijn begonnen
(onderdeel van zijn concurrentiestrijd met Antonius). Het ontwerp
ging terug op de oude grafheuvels (tumulus)
van de Etrusken. De kamer waar de as van de keizer en zijn familie
moest worden bijgezet, bevond zich in een grote heuvel met een
diameter van 87 meter en met een hoogte van 44 meter. Er stond hier
en verguld beeld van Augustus. In 28
BC, 42 jaar voor zijn
dood, was het mausoleum gereed. Er stonden voor de ingang van de
tunnel naar de grafkamer 2
obelisken en werden later
bronzen zuilen geplaatst waarop de regerinsdaden van Augustus stonden
vermeld (Res Gestae.
De obelisken zijn toen verplaatst en staan nu op twee pleinen in
Rome. Marcellus,
de jonggestorven neef en schoonzoon van Augustus, is als eerste in
dit familiegraf geplaatst.
De
Ara Pacis
Het
altaar van de vrede die door Augustus is gebouwd. Het heeft een
propagandistische uitstraling en laat zien hoe de kunst daardoor werd
beïnvloed.
De inwijding vond plaats op 30 januari BC, de
verjaardag van Livia, de vrouw van Augustus. Het altaar is
omgeven door vier marmeren muren die aan de binnen- en buitenkant met
reliëfs zijn bekleed. De stijl is classicistisch; het gaat terug op
de klassieke Griekse stijl van de 5e eeuw BC, kenmerkend voor de
Augusteïsche kunst. Er is een plechtige processie op
aangebracht van leden van de keizerlijke familie. De gezichten van
het Romeinse reliëf zijn erg realistisch; vele zijn verschillende
priestercolleges, de godin Roma en de personificatie van Italië is
er en ookMars en Aeneas, de mytische stamvaders van het Romeinse
volk.
§3
Augustus voerfde hervormingen door op social en religieus terrein,
maar ook moraal; de jarenlange oorlogen hadden een hoge tol geëist
van de Romeinse burgerbevolking. Augustus voerde maatregelen in om
het aantal burgers te vergroten. Maar met de politiek had hij een
ander doel voor ogen; de samenleving was verloederd volgens hem,
mannen bleven ongehuwd en stonden niet meer aan het hoofd van de
gezinnen. Veel vrouwen deden waar ze zin in hadden. Hij wilde dat de
Romeinen weer volgens de oude Romeinse normen en waarden gingen
leven; hierin stond de familia
en het leven in dienst van de staat centraal. Hij stelde bijv een wet
in, die bepaalde dat een Romeinse man voor een bepaalde leeftijd
moest trouwen. Vrouwen die op jonge leeftijd weduwe werden, moesten
zo snel mogelijk weer hertrouwen. Getrouwde paren die kinderloos
bleven werden gestraft.
Op overspel stond ook een boete. Ouders met drie kinderen of meer
werden bevoorrecht;
de vader kon sneller carrière maken.
En
Augustus zelf?
Toen zijn
tweede vrouw Scribonia op het punt stond te bevallen, werd hij (24
jaar oud) verliefd op de negentienjarige Livia Drusilla
uit de beroemde familie der Claudii, die getrouwd was met Tiberius
Claudius Nero, een aanhanger van Antonius. Zij hadden een zoontje
Tiberius en ze was zwanger van de tweede. Octavianus scheidde
Scribonia en drong erop aan dat Livia's huwelijk werd ontbonden; hij
trouwde in januari 38 BC,
vlak na de geboorte van zijn dochter Julia mmet de zes maanden
zwangere Livia.
Zijn
dochter Julia werd na
de dood van haar echtgenoot Agrippa door haar vader gedwongen te
trouwen met haar stugge stiefbroer Tiberius die met tegenzin van zijn
vrouw met wie hij gelukkig was, scheidde. Toen Tiberius naar het
oosten vertrok, zocht Julia haar geluk bij minnaars. Dit keurde haar
vader niet goed en hij verbande haar
in 2 BC naar een
eiland voor de kust van Campania en later naar Rhegium (Zuid-Italië).
Zij is, net als haar dochter die later ook verbannen werd, nooit
teruggekeerd, zelfs niet na haar dood.
Het
was bekend dat Augustus herhaaldelijk overspel pleegde, maar men
voerde tot zijn verontschuldiging aan dat hij dit niet deed voor de
seks, maar uit koele berekening, omdat hij hoopte op die manier via
hun vrouwen achter de plannen van zijn tegenstanders te komen. Ook
toen hij oud was, was hij nog buitenechtelijk sexueel bezig met
voorkeur voor jonge meisjes, die door zijn echtgenote werden
aangevoerd.
§4
Maecenas
Augustus
gaf zijn dichters en historici opdrachten voor zijn propaganda. Een
belangrijke rol speelde Maecenas,
vriend en adviseur van Augustus op politiek en cultureel gebied. Hij
organiseerde bijeenkosten waarop schrijvers en dichters naar elkaars
werk konden luisteren. De beroemdste schrijvers uit de tijd van
Augustus zijn de historicus Livius,
en de dichters Vergilius Horatius en
Ovidius.
Vergilius
Maro
(70-19 BC) verheerlijkt met zijn gedichten Bucolica
en
Georgica
de schoonheid van Italië en het boerenbestaan. Met zijn epos Aeneis
schreef hij ee nnationaal gedicht waarin grote figuren uit Romes
geschiedenis zijn opgenomen. Hij verbond de stichting van Rome
(Romulus en Remus, nakomelingen van Trojaan Aeneas) met het
mythische verleden en de val van Troje. Ook kwam bij hem naar voren
dat de Goden bepaalden dat de
Juliërs
(Caesar, Augustus) als nakoelingen van Aeneas, de hoogste
machthebbers in Italië zouden worden. Aeneas bezat alle waarden die
bij de ideologie van Augustus pastten, de held liet zich leiden door
virtus
(deugdzaam en moedig gedrag) en pietas
(eerbied voor de goden).
Horatius
(65-8 BC) was vrienden met Augustus en Maecenas. Deze dichter, die
lyrische poëzie schreef, zag in dat het principaat rust en vrede
uitstraalde en verbetering van het moraal wilde. Daarom stelde hij
zijn dichtkunst in dienst om dat te verwerkelijken. Hij prees
Augustus en verheerlijkte de virtus
Romana.
In 17
BC
schreef hij in opdracht van Augustus het Carmen
saeculare
('Eeuwlied'), een feestlied voor de eeuwfeesten die een nieuwe tijd
moesten inluiden; Apollo en Diana staan centraal, de beschermgoden
van Augustus.
Ovidius
(43BC-17AD) is beroemd geworden door zijn werk Metamorphosen,
dichtwerk dat ruim 250 verhalen bevat over gedaanteveranderingen.
Er zit een historische lijn in; vanaf het ontstaan van de wereld tot
zijn eigen tijd, en het voorspelt de vergoddelijking van Augustus.
Dit werk heeft veel invloed gehad op kunstenaars in de ME. Bij hem
was liefde
ook belangrijk in zijn werken. In zijn Ars
Amatoria
('Liefdeskunst'), geeft hij voorschriften aan jonge mannen hoe ze
meiden kunnen versieren en andersom ook. Augustus was niet blij
hiermee, het amorele karakter paste niet bij zijn wetgeving van
moralen. Ookheeft Ovidius volgens zichzelf een error
begaan (misstap), die ook de woede van Augustus heeft opgewekt. Hij
werd hierdoor (?) in 8
AD
verbannen naar Tomi, waar hij is gestorven. Misschien had deze
misstap te maken met Julia (die ook in dat jaar werd verbannen).
Agrippa
Best
friend van Augustus; kreeg de leiding als Augustus ziek was of op zee
(slag bij Actium), 'admiraal'.
Toen Augustus ziek werd, was hij aangewezen als troonopvolger, wat
Augustus' neef en schoonzoon stom vonden. Hij kreeg allerlei
privileges. In 12
BC overleed
hij.
Lid
van de keizerlijke familie.
Hij trouwde in 21 BC met 42 jaar met de 18-jarige Julia, de dochter
van Augustus, die na twee jaar huwelijk met haar neef Marcellus
weduwe was geworden. Agrippa was al twee keer getrouwd geweest. Zij
kregen vijf
kinderen,
waarvan er twee door Augustus waren geadopteerd tot troonopvolgers;
deze overleden echter (men denkt door toedoen van Livia, Augustus'
vrouw). Via zijn dochter Agrippina (Maior) zou Agrippa de grootvader
worden van de beruchte Agrippina (Minor), de op macht beluste moeder
van keizer Nero.
Op
het Pantheon staat 'M.AGRIPPA L.F.COS.TERTIUM FECIT: Marcus Agrippa,
de zoon van Lucius, voor de derde keer consul, heeft (dit) gemaakt.
Hoe kan hij als leeftijdsgenoot van Augustus een gebouw uit de tijd
van Hadrianus (117-138 AD) hebben gemaakt? Dat heeft hij niet, maar
hij heeft wel voor een groot deel geholpen aan de bouwplannen van
Augustus. Deze tempel had een traditionele vorm en dus geen koepel en
is in 110
afgebrand. Uit respect voor zijn voorganger heeft Hadrianus zijn naam
op de bouwinscriptie gezet. Verder heeft Agrippa Rome voorzien van
aquaducten, thermengebouwen en zuilengalerijen.
Mussolini
In
oktober
1922
trokken de Frasci
Italiani di Combattimento
(vechtsgroepen van 26000 mensen) op naar Rome om daar de macht op te
eisen. Hun leider Mussolini kwam per trein opdagen net voordat ze
Rome bereikten en zeker waren dat hun 'staatsgreep' zou lukken
(lafaard!). Toen hij de macht had, kreeg zijn bewind vele kenmerken
die het Romeinse rijk ook bevatte. Il
Duce,
de leider, wilde de Keizertijd herleven. Deze mthe van de Romanità
stond centraal in de fascistische ideologie en propaganda. Het
hoogtepunt van de Romanità is het keizerschap van Augustus; toen
leefden de grote schrijvers als Vergilius, Livius en Horatius en
kreeg Rome de allure die bij de hoofdstad van zo'n groot rijk paste.
De Fasci
ende Partito
Nazionale Fascista
waren niet voor niets genoemd naar de fasces,
de roedenbundel met bijl, symbool van de absolute macht in de
Keizertijd. De groet die erbij hoorde gebruikte Mussolini, die je
waarschijnlijk kent door Hitler (die het ook gebruikte).
De
Eta
Fascista,
de nieuwe jaartelling die in 1922 begon, moest het begin van het
nieuwe imperium benadrukken. In 1943 was het gedaan met het tweede
imperium;
de geallieerden waren binnengevallen en er waren bombardementen op
Rome. De Duce
werd ontslagen door de koning en gevangengezet. Het rare is, is dat
hij door de Duitsers die Rome wisten te bezetten, vrijgelaten werd en
tot leider werd benoemd van een klein staatje in Noord-Italië. Er
werd officieel een einde gemaakt aan het 'imperium' toen de Duce
in 1945 werd doodgeschoten.
Mostra
Augustea della Romanità;
tentoonstelling van Augustus in zijn 2000e geboortejaar, gewijd aan
Augustus en het Romeinse Rijk. Deze werd door Mussolini zelf, op 23
september 1937, geopend. De tentoonstelling benadrukte de
overeenkomst tussen de imperiale politiek van Augustus en die van
Mussolini; ze waren allebei leiders die het 'beste' wilden zijn.
Mussolini
en het oude Rome.
Hij was niet tevreden met het dichtbebouwde Rome, hij wilde de
grootsheid van het oude Rome laten herleven en de stad moest er weer
net als in de tijd van Augustus uitzien. Hele volksbuurten moesten
wijken voor de aanleg van brede wegen, ruime vergezichten en
monumentale nieuwbouw. Er werd erg veel ruimte vrij gemaakt voor Via
dell' Impero.
Hij wilde hiermee het Coloseum (symbool van grootsheid van het eerste
Imperium en het centrum van het oude Rome volgens hem) verbinden met
de Palazzo
Venezia,
waar het hoofdkwartier van de fascistische partij (en dus het nieuwe
centrum van Rome was) was gevestigd.
Hij bouwde nog een heleboel
andere dingen, zoals de brede straat voor de engelenburcht, de Via
della Conciliazione,
die vernoemd was naar het verdrag van Lateranen uit 1929 tussen de
Italiaanse staat en de kerk. Hierbij werd de kerkelijke staat
verkleint tot het huidige Vaticaanstad.
Van
de nieuwe gerealiseerde gebouwen is het Stazione
Termini,
dat een station uit 1870 verving, een typisch voorbeeld van de
fascistische bouwstijl; een mengeling van futuristische en
classicistische elementen. De bouw is in 1937 begonnen, maar werd pas
in 1950 voltooid met een paar verbeteringen.
Mussolini
en het nieuwe Rome.
Volgens Mussolini moest Rome worden gerestyled, maar zich ook
uitbreiden richting zee, de Mare
Nostro.
Tien kilometer ten noorden van het Piazza del Popolo liet hij enorm
veel verschillende gebouwen plaatsen, inclusief een eigen forum; het
Foro
Mussolini,
tegenwoordig Foro
Italico.
De pleinen werden versierd met zwart-wit mozaïeken, geïnspireerd
door de mozaïeken uit Ostia, met themas uit de Oudheid en deels
fascistische propaganda. Stadio
dei Marmi
is opmerkelijk, waar rondom het stadion zestig enorme standbeelden
van naakte, jonge atleten staan (zelfs een skiër), die
zestig Italiaanse steden symboliseren.
Hij liet ook een monument voor zichzelf opstellen; een obelisk
van 17 meter hoog en 2,35 meter breed.
EUR
of de E42
was een wereldtentoonstelling (1942) voor het vieren van de mars naar
rome die 20 jaar ervoor plaatsving. Ze wilden een van marmer gebouwen
stad bouwen. Dit ging echter niet door, doordat de WOII aan de deur
stond toen alles nog door steigers omhoog werd gehouden. Een gebouw
dat wel klaar was, was het Paleis
van de Italiaanse Cultuur,
die eerst het Paleis
van de Arbeidscultuur werd
genoemd. Dit 'vierkante
colosseum'
heeft 216 bogen en is een erg opvallend gebouw.
De bouw ging
verder doordat er twee belangrijke evenmenten aan de deur stonden,
het
Heilige Jaar van 1950
en de Olympische
spelen van 1960.
Er werd in het heilige jaar een metrolijn aangelegd voor een snellere
verbinding met het stadion. Daarna werd er veel afgebouwd en
gerestaureerd.
Mussolini
en de Archeologie
Rome.
Het oude rome moest herleven worden. Het is dus niet gek dat er veel
projecten waren om alles te restaureren en oude tempels uit te
graven. De restauratie van twee bouwwerken, het Mausoleum
van Augustus en
de Ara
Pacis,
moest extra glans verlenen aan het 2000e geboortejaar, de
bimillenario.
Het mausoleum werd opgegraven en gerestaureerd, en de Ara pacis werd
op een andere plaats, dichter bij het mausoleum, weer in elkaar
gezet.
Ostia.
In Ostia
Antic
werden opgravingen op grote schaal verricht. Tegelijkertijd werd er
een park hier aangelegd voor de E42, die moest dienen voor eer en
glorie van het fascisme.
Kcv
samenvatting hoofdstuk 6
De
kunstenaar in de renaissance
(=wedergeboorte)
Sommige
spreken over de wedergeboorte van de kunst, anderen over die van de
klassieke kunst. In Italië kwam deze opdagen rond het einde
van de 13e en het begin van de 14e eeuw.
Als mensen toen een kunstenaar wilden prijzen, zeiden ze dat het net
zo goed was als dat van de mensen uit de Oudheid.
Het
is dus niet per ce een culturele
revolutie,
als een plotselinge breuk met het verleden. De renaissance heeft zich
geleidelijk ontwikkeld, de klassieke traditie is immers nooit
helemaal weggegaan in Italië.
De meest opvallende verandering
die tot het culturele hoogtepunt hielp, is de opkomst
van de Noord-Italiaanse stadstaat:
steden als Florence, Pisa, Milaan etc kregen zelfbestuur.
Handel en geld werden belangrijker, kooplieden en bankiers kregen
naast de adel een belangrijke status en wilden met hun steden
onafhankelijk
zijn.
De kunstenaars hadden zich georganiseerd in gilden.
Deze waakten over de rechten en privileges van hun leden voor een zo
veilig mogelijke markt. Ze werden samen genootschappen
genoemd, die invloed hadden in het stadsbestuur. In de loop van de
15e eeuw
kregen sommige topkunstenaars het voor elkaar weg te gaan bij de
gilden ze namen opdrachten aan die ze zelf graag
wilden uitvoeren,
in plaats van moesten
(wat
in de gilden zo was). De rijke families wilden allemaal mooie kunst
voor een aanzien (graftombes, geschenken aan kerken, schilderijen,
verfraaien van hun paleizen), waardoor de kunstenaars voorwaarden
konden stellen. De
rollen waren nu omgekeerd:
de kunstenaar bewees een rijke vorst/koopman een dienst door een
bestelling van hem aan te nemen.
Het
was ook een tijd van ontdekkingsreizen
(Amerika) en het contact met oosterse
culturen.
Er waren uitvindingen
gedaan
(boekdrukkunst, natuurkunde en astronomie). De horizon werd hierdoor
veruimd bij de kunstenaar; hij was niet meer een handwerksman zoals
de schoenlapper, hij was iemand die verstand moest hebben van de
natuur en de wetten van het heelal. Het aanzien van een succesvolle
schilder was erg hoog. De ideale schilder moest een homo
universalis zij,
die zowel kunst als wetenschap beheerste.
Er
zijn in de renaissance twee belangrijke perioden te onderscheiden:
De
vroege-/middenrenaissance;
tot einde 15e eeuw (Quattrocento
noemen de Italianen deze eeuw: vier eeuwen na het jaar duizend).
Florence
is het centrum, bekende kunstenaars zijn Brunelleschi, Alberti,
Donatello, Fra Angelico, Botticelli.
De
hoogrenaissance;
1490 tot 1530. Rome
is het centrum, bekende kunstenaars zijn Leonardo da Vinci,
Michelangelo, Raphael. In deze periode verspreidt de Renaissance
zich over Europa.
Architectuur
Wederopleving
van klassieke vormen is het duidelijkst in de architectuur.
Generaties architecten, waaronder Filippo
Brunelleschi (1377-1446),
Donato
Bramante (1444-1514)
en Andrea
Palladio (1508-1580)
trokken naar Rome om gebouwen te bestuderen en op te meten. Een
bewaard gebleven boek over architectuur van de Romein Vitruvius
hielp hen bij het onderzoek. Zijn uit tien boeken bestaande De
Architectura
werd in 1486 uitgegeven, waarin hij de noodzaak van symmetrie en
proportie benadrukte. Hij vergeleek deze met het menselijk lichaam.
Hij verklaarde de regels van de juiste toepassing van de 'drie
orden'
(Dorische, Ionische en Corinthische!).
Florence
Begin
15e eeuw lag het herleven van de klassieke tijd centraal in Florence.
Hier schiep een groep jonge kunstenaars onder leiding van
Brunelleschi
een nieuwe kunst die plaatselijke manier van bouwen en de antieke
vormentaal combineerde. Ze hebben aan de volgende generaties in
Italië (en later heel Europa) geleerd een kritische houding aan te
nemen tov alle tradities, en daaruit te kiezen wat handig is in een
nieuwe stijl. De Florentijnen wilden hun kathedraal bekroond zien met
een geweldige koepel, maar geen kunstenaar was in staat zo'n grote
koepel te maken. Brunelleschi bedacht na een grondige studie van het
Pantheon een oplossing; in tegenstelling tot de massieve
overkoepeling van het Pantheon ontwierp hij een koepel die bestond
uit twee schalen; een binnen- en een buitenkoepel, die onderling
verbonden waren. Deze koepel werd als het
eerste renaissance-bouwwerk
beschouwd. Het werd een groot voorbeeld voor Michelangelo
bij zijn ontwerp voor de koepel van de St.
Pieterskerk
in Rome. Brunelleschi kreeg in 1419 de opdracht een familie-kapel te
bouwen voor de familie de'Medici,
wat uitliep tot het bouwen van een nieuwe kerk; de St Lorenzo in
Florence.
PerspectiefBelangrijke
bijdrage van Brunelleschi voor alle kunstrichtingen was de ontdekking
van het perspectief,
wetenschappelijk perspectief. De Grieken en Romeinen waren in staat
de illusie van diepte te scheppen, maar de wiskundige wetten waardoor
voorwerpen kleiner of groter worden door de afstand, wisten ze niet.
Alle in de diepte lopende lijnen komen in één punt bijeen (het
centrale
vluchtpunt).
De horizon is gelijk aan de ooghoogte van de beschouwer.
San
Pietro in Montorio
In Rome maakte Donato
Bramante (1444-1514)
een kerk met de traditionele middeleeuwse kruisvorm. De kerk was in
een cirkelvorm van een typische Romeinse tempel gemaakt. De kapel
werd geplaats op de plek waar Petrus
was gekruisigd
(volgens de legende). Dit was de eerste kerk die geheel volgens de
Dorische orde werd gebouwd. Dit werd een standaardmodel van de
hoogrenaissance.
De
patriarchale basilieken
Op
de plaats waar de apostel Petrus zou zijn begraven is door Constatijn
de Grote de
eerste basiliek
gebouwd (324-346). Een basiliek is een langwerpig
(kerk)gebouw.
Bij
de Romeinen had dit type gebouw een ronde absis,en het werd gebruikt
als markt- of rechtsgebouw.
De
vroeg-christelijke basiliek bevat drie delen: een atrium
of
voorhof (met open zuilengangen) ofwel een narthex
(overdekte
voorhal); een middenschip met twee zijbeuken; en een halfronde absis
die het gebouw afsluit.
In Rome zijn 5
patriarchale basilieken,
dat zijn kerken die naast de woonvertrekken lagen van patriarchen
(kerkvorsten) die op bezoek waren in Rome. Het zijn: Jan
van Lateranen, St. Pieter, Paulus buiten de muren, St.Maria Maggiore
en
de
St. Lorenzo buiten de muren.
Deze stonden voor patriarchen uit het westen, Constantinopel,
Alexandrië, Antiochïe en Jeruzalem. Van de oorspronkelijke kerken
uit de 5e en 6e eeuw is nog maar weinig over.
Bouw
van de nieuw Sint Pieter
Paus
Julius
II
(1503-1513) gaf opdracht aan Bramante
(1444-1514)
om een nieuwe St. Pieter te bouwen. Het moest een wonderwerk van het
christendom worden. Bramante maakte een ontwerp van een enorme ronde
kerk met een omgang van kapellen, allemaal rond een centrale ronde
hal. Deze hal kreeg een enorm koepel. Dit ontwerp moest een kruising
tussen het Colosseum
en het Pantheon
voorstellen, maar zijn plan werd niet uitgevoerd; het kostte teveel
geld en er was verzet omdat ze aflaten
wilden gebruiken voor het bouwen. De paus besloot een lang
rechthoekig schip,
met daarin zijn eigen mausoleum (dat is nooit gebeurd) achter het
graf van Petrus. In 1508
kwam Raphael,
de beroemde leerling van Bramante, naar Rome. Hij werkte daar tot
zijn dood in 1520
aan de St. Pieter. De bouw kwam stil te liggen in 1527
doordat er plunderingen waren door de legers van Karel V; werden toen
bouwplannen gemaakt om een
latijns kruis
in het bouw te verwerken.
In 1546
werd besloten dat Michelangelo
de bouw moest afmaken (hij was toen 72 jaar oud). Hij gebruikte
Brunelleschi's koepel van de Dom in Florence als voorbeeld. Hij heeft
het echter niet
af kunnen maken.
Dit hebben Giacomo
della Porte (1537-1602)
en Carlo
Maderna (1556-1629) gedaan.
Maderna ontwierp ook de gevel in de barok stijl. Het gebouw was klaar
in 1614
(een eeuw nadat de opdracht was gegeven!).
Pas veel later in 1650
begon Giovanni
Bernini (1598-1680)
aan het ontwerp van het plein voor de St. Pieter. Het plein is
omsloten door twee halfronde colonnades,
waar 140
sculpturen
staan van heiligen. Dit was allemaal klaar in 1667.
Mozaïeken
De
muurdecoraties in de St. Pieter zijn allemaal in mozaïek uitgevoerd.
In de hele kerk is geen schildering te vinden; dit is doordat de verf
zou gaan bladeren door de hoge vochtigheidsgraad van de kerk (het
staat namelijk op de Vaticaanse heuvel, daar is het vochtig).
Het
Capitool (Campidoglio)
In
1536
ging Karel
V
in een triomptocht naar het Capitool van Rome (9 jaar na de
plundering in Rome met zijn troepen).Paus Paulus
III
liet het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius naar het Capitool
verplaatsen. Ze dachten namelijk toen dat dit Constatijn de Grote
was: de stichter van de eerste St. Pieter. De paus deed dit om de
kerkelijke oorsprong van de plek te benadrukken. Het was de edoeling
van de Paus om het stadsplan van Rome o te veranderen dat er harmonie
en symmetrie ontstond, brede wegen die toegang gaven tot belangrijke
gebouwen. Michelangelo ontwierp het ovale plein van het Capitool
(Campidoglio),
evenals twee van de drie gebouwen die eromheen stonden. In het midden
staat het Palazzo
del Senatore
(senaatgebouw) met de dubbele trap die ook door Michelangelo is
ontworpen. Links en rechts hieraan staan twee andere paleizen, die
een van de belangrijkste architectuur-monumenten uit de renaissance
vormen. Het Palazzo
dei Conservatori
(gebouwd rond 1566, rechts van het senaatgebouw) bezit al vanaf 1471
kunstschatten die door Paus Sixtus IV aan het volk van Rome zijn
geschonken; het is het oudste
museum
van de wereld. Samen met het Palazzo
Nuovo
(gebouwd in 17e eeuw, links van het senaatgebouw) heet het
tegenwoordig het Capitolijns
Museum.
Beeldhouwkunst
Kenmerkend
ervan in de renaissance is dat zij zelfstandig wordt en zich losmaakt
van de architectuur. Het antropocentrisch
denken
(mens als centrum) komt tot uiting in de naaktfiguren,
waarin veel aandacht is besteed aan het skelet en de spieren. Ook de
klassieke
standbeen-speelbeen-houding,
het contraposto,
werd opnieuw geïntroduceerd. De belangrijkste beeldhouwer uit de
vroege
renaissance
is Donatello
(1386-1466).
Het vroegst bekende stuk van hem is David,
een bronzen beeld in Florence, gemaakt in 1440. Dit is ook gelijk het
belangrijkste beeldhouwwerk uit de vroege renaissance (te herkennen
aan de hoed, zwaard en laarzen). Vasari,
die een eeuw later leefde, schreef over dit beeld: 'Deze figuur heeft
zoveel leven en zachtheid, dat het is alsof ze naar een levend
lichaam is gegoten.´ In de Oudheid moest alles perfect zijn, maar in
Donatello´s David is alles natuurgetrouw
gemaakt, zoals de huidplooien. Dit hoort bij het ideaal van het
nabootsen van de natuur dat in de hoogrenaissance
werd benadrukt.
Ook de manier van ervaring opdoen is anders, in
de renaissance keek men naar modellen in hun ateliers, en in de
Oudheid ging men naar Rome om naar andere beelden te kijken. Een
belangrijke rol bij het verzamelen van deze beelden heeft paus Julius
II
gespeeld; hij bezat de meeste meesterwerken, zoals Apollo
van Belvedere
en de Laocoön,
die Michelangelo
het hoogtpunt van de sculptuur aller tijden vond.
Einde
15e
eeuw
kwam er een nieuwe kunstvorm; het kleine zelfstandige bronzen
beeldje.
De bronsgiettechniek
veranderde, en werd geschikt voor op grote schaal in klein formaat
kopiëren van antieke beeldjes.
Michelangelo
als beeldhouwer
Michelangelo
Buonarotti (1475-1564)
noemde zich beeldhouwer. Na een leerperiode belande hij al in het
beroep toen hij op 15 jarige leeftijd in Florence bij de familie
de'Medici kwam. In de zomer van 1495
ging hij naar Rome,
waar hij een staande Bacchus
van marmer maakte. Het is gemaakt all'antica,
het moest een orgineel werk uit de Oudheid voorstellen. Belangrijk is
zijn vijf meter hoge beeld uit 1501-1504 van David.
Er kwam een nieuwe visie op de menselijke deugden; individuele moed
en een jeugdig gezond lichaam. Omdat de herdersjongen David na zijn
overwinning op de reus Goliath koning werd, werd hij gezien als
symbool voor veel machtige mensen die eenvoudig waren begonnen. Er
kwamen dus vele opdrachten voor David beeldjes.
Michelangelo
was op verzoek van paus Julius
II naar
Rome gekomen om een pauselijk
grafmonument
te maken in de St. Pieter. Veertig jaar was Michelangelo er (met
tussenpozen) mee bezig. Alleen het Mozusbeeld
is van het oorspronkelijke ontwerp voor de tombe behouden.
In
de St. Pieter staat sinds 1519
een
vroeg marmeren beeld van Michelangelo; de Pietà,
waar de Mariafiguur de gekruisigde Christus op schoot heeft. Meestal
was het zo dat Christus op de grond voor haar lag.
Schilderkunst
Begin
14
was het de schilder Giotto
(1266-1337)
die de schilderkunst vernieuwde. In plaats van de overvolle
schilderingen in de ME, plaatste hij maar een paar figuren in de
schilderijen die wat groter waren afgebeeld. Giotto wordt gezien als
de voorloper
van de beroemde schilders uit de renaissance zoals Leonardo da Vinci,
Raphael en Michelangelo. De belangrijkste opdrachtgever voor de
kunstgeschiedenis in Rome zijn de pausen Sixtus
IV,
Julius
II
en Leo
X.
Vooral Sixtus, omdat hij de beroemdste schilders uit zijn tijd heeft
laten werken aan de Sixtijnse
kapel.
Botticelli
(1445-1510)
Hij begon in Florence als goudsmid. Meest bekende
schilderijen zijn Primavera
(Lente)
en Geboorte
van Venus.
Dit lijken eenvoudige mythologische verhalen, maar humanisten vonden
dat er een diepere waarheid in zat. De opdrachtgever van Botticelli
was de familie
de'Medici.
In 1481
ging Botticelli naar Rome om samen met twee andere collegas de wanden
van de Sixtijnse
kapel
te beschilderen.
Het
bestond uit taferelen uit het Oude- en Nieuwe testament. Botticelli
maakte drie fesco's met episodes uit het leven van Mozus. De
compositie is harmonisch, met op de achtergrond klassieke gebouwen en
de triomfboog van Constatijn. Zijn collega Perugino
beschilderde
de wanden met fresco´s die later zijn overgeschilderd door
Michelangelo. Perugino maakte de schildering waarop Petrus de sleutel
kreeg van Jezus (sleutel symboliseert macht van de kerk).
Leonardo
da Vinci
Kwam
uit de hoogrenaissance (1452-1519), en was een homo
universalis.
Hij leerde alles proefgewijs, niet door boeken. Hij onderzocht meer
dan 30 lijken en ontwierp allerlei machines, zoals een waarmee hij
wilde vliegen.
Bij schilderkunst heeft hij naast het
centraal-perspectief,
ook een andere vorm van perspectief geïntroduceerd; via kleine
gradaties in kleuren van licht en lucht wist hij diepte op te roepen.
Hij vermeed scherpe contouren, men noemde dit sfumato;
de contouren werden in wazige, in elkaar overlappende kleuren
opgelost, zoals de
glimlach
van de Mona
Lisa.
Michelangelo
en de Sixtijnse Kapel
Met
tegenzin liet hij zich door de pous naar Rome komen om aan het
plafond te werken en fresco aan te brengen. Een fresco
is
een
muurschildering, waarbij direct op de natte kalk van het oppervlak
wordt gewerkt met in water gemengde, kalkechte pigment.
Dit noemt men buon
fresco.
Een andere manier is de secco-techniek,
waarbij
men op een droge harde achtergrond werkt met op het palet gemengde
pigmenten.Bij
beide technieke maakte men een schets op karton. Men prikte gaatjes
in op het karton waar de contouren van de figuren waren, en blies dit
met houtskool op de muur.
Het plafond van de kapel is beschilderd
met 343
figuren.
Het vertelt het verhaal van de schepping
en van de
zondvloed.
Er zijn ook een aantal bijfiguren als profeten, waarzegsters en
naakte jongens (ignudi).
De paus had de concettisti
in dienst, dat zijn bedenkers van theologische en filosofische
thema's. De schilders bedachten dus weinig tot niets.
Michelangelo
verdeelde het plafond in 9 vlakken die in drie drieluiken te verdelen
zijn; de
schepping van de wereld,
de
schepping van de mens met de verdrijving uit het paradijs
en de
geschiedis van Noach.
De zittende profeten, sibillen (waarzegsters) en ignudi worden naar
het altaar toe groter, omdat de cyclus
gelezen moet worden vanaf de ingang. De grote figuren zitten,
waardoor men weet dat ze staand een soort reus zouden zijn.
Michelangelo heeft bewust dichtbij volle taferelen
geschilderd en verder weg taferelen met weinig figuren. Hij gebruikte
twee
basiskleuren,
de kleuren van de mis; groen
en paars.
Vier jaar lang heeft michelangelo op zijn rug liggend op steigers aan
het plafond gewerkt. Hij raakte zo gewend aan deze houding dat hij
daarna altijd brieven liggend moest lezen.
Na het voltooien van
het plafond van de Sittijnse kapel, werd hij door Palus
III
teruggeroepen naar Rome om als bouwmeester, beeldhouwer en schilder
aan het Vaticaan
te werken. In 1534
begon het werk aan de enorme schildering op de muur achter het altaar
van de sixtijnse kapel. Deze schildering (Het
laatste oordeel)
heeft echter veel meer figuren en is minder symmetrisch, meer chaos.
Grappig feit is dat hij zichzelf heeft afgebeeld in deze
muurschildering. Later heeft Paus Paulus
IV
schilders opdracht gegeven de naakten van een schaamlap te voorzien.
Een van deze schilders wordt nu de 'broekenmaker' (braghettone)
genoemd.
Restauratie
van de Sixtijnse Kapel
Van
1980 tot 19994 zijn er restaureurs bezig geweest o Michelangelo's
Fresco's schoon te maken van het stof. In plaats van doffe kleuren
met bruin-tinten is er nu een stralende kleurenpracht. Dit is vooral
te merken bij Het
Laatste Oordeel.
Bij de restauratie zijn de
schaamlapjes
niet weggehaald, omdat er niets onder bleek te zitten (was
weggehaald)!
Raphael
(1483-1520)
Moest
naar Rome komen van Julius
II
om de woonvertrekken (stanze)
van de paus in het Vaticaan te versieren. Julius II deed dit op
aanraden van Bramante in 1508.
Hij
huurde na een tijd veel assistentes in en die moesten op basis van
zijn krijttekeningen de beschilderingen maken.
Hij begon met de
Stanza
della Segnatura,
in dit vertrek zette de Paus zijn handtekening onder aktes van
genade. Er zijn ook nog andere muurschilderingen zoals de Disputa,
die de theologie verheerlijkt, en de School
van Athene,
die de filosofie verheerlijkt. Hierbij zijn filosofen en geleerden
in een evenwichtige compositie naast elkaar geplaatst, met twee grote
figuren in het midden: Plato
(wijst om hoog)
en Aristoteles
(wijst omlaag). Sommige gezichten worden gezien als tijdgenoten;
sommigen vinden dat plato erg veel op Leonardo da Vinci lijkt. Ook
heeft Raphael zichzelf afgebeeld helemaal rechts.
Hierna
komt de Kardinale
deugden en
de Parnassus
met Paus Julius II als Apollo. Als beschermer
van de kunsten heeft hij deze allegorie wel verdiend.
Raphael
kreeg ook de oprecht om van een rijke bankier zijn villa in Rome te
decoreren. Als onderwerp koos hij een vers uit een gedicht van
Poliziano, die ook Botticelli had geïnspireerd tot zijn 'Geboorte
van Venus'.
Het onderwerp verteld hoe de reus Polyphemus
een liefdeslied zingt voor de zeenimf Galatea,
die een door twee dolfijnen getrokken wagen over de zee rijdt.
Toen
Raphael Galatea
voltooid had, vroeg iemand waar hij zo'n mooi model voor Galatea
vandaan had. Hij zei dat hij geen model had maar een idee in zijn
hoofd had gevormd. Hij brak de vorige methode van andere, die juist
zo natuurgetrouw mogelijk wilden schilderen.
Raphael is ook
bekend om zijn vele Madonna's,
waarvan de bekendste de Sixtijnse Madonna is, die besteld werd voor
de kerk van San Sisto in Piacenza.
Hij stierf in 1520
met 37 jaar en is begraven in het Pantheon te Rome.
MANIËRISME
Na
Raphael's dood tot 1600
noemt
men het maniërisme. Vasari
was de eerste die deze term gebruikte. Hij bedoelde het niet als
compliment, maar verweet de kunstenaars dat zij Michelangelo nadeden;
alla
maniera di Michelangelo.
Hij hadden hun eigen handschrift ingeleverd in een poging de grote
meester te evenaren, terwijl niemand tegen hem (of Raphael) op kon.
Hun leerlingen moesten dus een andere richting op gaan. Men kan ook
zeggen dat de kunstenaars verde wilden; de natuur verbeteren ipv zo
levensecht. Michelangelo had graag naakten in zijn schilderingen, en
ze volgden hem hierin (ookal paste het niet bij het schilderij).
In
plaats van het naturalisme
wordt gestreefd naar het fantastische
en de ideale
proporties van het lichaam
worden vervangen door langgerekte
figuren in onmogelijke houdingen;
dit heet de figura
serpentinata
en zal tot de baok een dominante rol spelen. De harmonie werd
vervangen door verassing,
en de voor- en achtergronden zijn mysterieuze ruimten. Anderen wilden
hun meesters overtreffen door de filosofie in hun schilderijen die
alleen de knapste geleerden zouden snappen.
Een
van de beroemdste architecten uit deze periode is Andrea
Palladio (1518-1580),
die de klassieke bouwstijlen combineerde met maniëristische
denkbeelden. Dominerende zuilen of pilasters werden tot aan de
kroonlijsten doorgelopen, waardoor de horizontale geleding wordt
doorbroken (?). Hij werd een enorme invloed op de Europese
architectuur in de barok en (neo)classicisme.
BAROK
De
overheersende stijl van het midden van de 16e eeuw tot de 18e eeuw.
De kunst van de barok heeft als doel de toeschouwer te verassen.
De kunstenaar mag zich overgeven aan zijn fantasie.
Op rechte
lijnen
werdneergekeken (evenals symmetrie), en licht-donker
contrasten werden dramatisch. Er werd nadruk gelegd op emoties
en beweging.
Barok werd eerst gezien als iets slechts; 'de manier waarop mensen
misbruik maakten van de klassieke vormen'. Na de reformatie
proberde de katholieke kerk het aanzien van vroeger te herinnen
(contrareformatie).
Er werden schilders etc ingehuurd door de kerk om emoties bij mensen
los te maken als ze ergens naar keken. De barokkunst werd belangrijk
om macht en glorie uit te drukken. Het werd mode om plafonds in
fresco's te beschilderen met hemelluchten
vol
putti
(engeltjes).
Barok kerk: de Il
Gesù
(Jezus) in Rome, wed rond 1576 gebouwd. Deze pas gestichte
geestelijke orde werd belangrijk bij in de contrareformatie. De kerk
kreeg een kruisvorm
en werd bekroond door een hoge koepel. Aan weerskanten van het schip
kwam een reeks kleine kapellen, ieder een eigen altaar. De gevel van
de kerk combineert
klassieke
elementen (zuilen, architraaf) met een nieuwe vormentaal. Elke zuil
en pilaster is verdubbeld als teken van rijkdom. Kortom: rechte
lijnen zijn gecombineerd met kromme lijnen en spiralen.
Onder invloed van de Il Gesù werd de nog niet voltooide St. Pieter
voltooid onder leiding van Carlo
Maderna
(16e eeuw). Hij vernieuwde Michelangelo's ontwerp door de oprukkende
gevel.
Ook is de architect Franceso
Borromini (17e eeuw)
belangrijk en ontwierp de kerk Sant'Agnese op de Piazza Navona.
Bernini
De
voor Rome en de barok belangrijkste beeldhouwer en bouwmeester was
Giovanni
Lorenzo Bernini (1598-1680).
Hij gaf rome een nieuwe vormentaal. Het beroemdst is Bernini geworden
met de schepping van de prachtige fonteinen, zoals de Triton-fontein
op de Piazza Barberini en de Vier-rivieren-fontein,
de middelste fontein op de Piazza Navona.
De vier-rivieren-fontein
heeft vier riviergoden die 4 verschillende rivieren voorstellen. De
twee figuren die tegenover de kerk Sant'Agnese
staan,
kijken vol walging en afkeer naar de kerk toe. Een ervan staat met
zijn hand omhoog alsof hij zich wil beschermen tegen het voorover
vallen van de kerk. De twee figuren die van de kerk wegstaan, trekken
doeken over hun hoofd zodat ze niets van de kerk zien.
Dit is
omdat Bernini
en Borromini
(de architect van de Sant'Agnese) aartsvijanden
zijn van elkaar. Toen de kerk klaar was, kreeg Bernini de taak de
fontein ervoor te maken. Hij greep de gelegenheid om zijn afkeer voor
Borromini te vereeuwigen!
De grote zuilengalerij en de Scala
Regia
bij de St. Pieter zijn door hem ontworpen. Van zijn hand is ook de
kansel
in de St. Pieter met de gedraaide zuilen, en het monumentale
graf
van Paus
Urbanus VIII.
In de beeldhouwkunst introduceerde hij boortechnieken, zodat
licht en schaduw een grotere rol speelden.
Ook heeft hij het beeld
van St.
Longinus
gmaakt in de St. Pieter en de Extase
van Santa Teresa
(aantekeningen Boom).