donderdag 6 december 2012

nederlands samenvatting formulering (klas5)


Nederlands

Herhaling: een woord wordt herhaald in de zin. Dit hoeft niet perse hetzelfde woord te zijn, maar kan ook een synoniem zijn. Zoals: dikwijls en vaak.
Tautologie: een woord wordt herhaald achter het andere woord. Het staat in verband met elkaar en hoort in dezelfde woordensoort thuis. Zoals: dag en dauw, eeuwig en altijd.
Pleonasme: een overbodig woord dat eigenlijk een dubbele nadruk legt op het woord. Het geeft een detail op een woord dat daar al voor staat. Zoals: rood bloed, koud ijs, natte dauw.
Contaminatie: twee woorden worden op een foute manier samengevoegd. Zoals: de normaalste gang van de wereld = de normale gang van zaken + de normaalste zaak van de wereld.
Dubbele ontkenning: Er staan twee ontkenningen in een zin. Zoals: De schoolleiding wilt voorkomen dat er geen introducees komen, De brandweer probeerde te voorkomen dat het vuur zich niet zou uitbreiden.

Vage verwijzingen
dat (aanwijzend vnw); verwijs naar onzijdige zn (het-woorden)
dat (betrekkelijk vnw); verwijs naar onzijdige zn (het-woorden)
die (aanwijzend vnw); verwijs naar mannelijke/vrouwelijke woorden (de-woorden)
die (betrekkelijk vnw); verwijs naar mannelijke/vrouwelijk woorden (de-woorden)
wat (betrekkelijk vnw); verwijs naar onbepaalde vnw (alles, niets, iets), naar hele zinnen of naar overtreffende trap (beste, mooiste)
deze (aanwijzend vnw); verwijs naar de-woorden
dit (aanwijzend vnw); verwijs naar het-woorden
haar (persoonlijk vnw); verwijs naar vrouwelijke zn
haar (bezittelijk vnw); verwijs naar vrouwelijke woorden
hem (persoonlijk vnw); verwijs naar mannelijke woorden
zijn (bezittelijk vnw); verwijs naar mannelijke en onzijdige woorden
hen (persoonlijk vnw); gebruik met vz en als lijdend vw
hun (persoonlijk vnw); gebruik als het meewerkend vw is ZONDER vz
hun (bezittelijk vnw); altijd
het (persoonlijk vnw); verwijs naar onzijdige zn
hij (persoonlijk vnw); verwijs naar mannelijke woorden
zij (persoonlijk vnw); verwijs naar vrouwelijke woorden (alleen personen) 

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? ; 
Onzijdig; alle het-woorden
Vrouwelijk; vrouwelijke mensen en dieren, de-woorden op -heid, -nis, -ing, -st, -schap, -de, -te, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit en -uur
Mannelijk; rest

Dat-als constructie (tangconstructie); zorg dat zinsdelen die bij elkaar horen, dicht bij elkaar staan (zie tekstcontrole 4, blz. 337)

Congruentie; zorg dat er overeenkomst in getal (ev of mv) is tussen onderwerp en persoonsvorm.
1. Woorden die een verzameling aanduiden (soort, aantal) zijn enkelvoudig. 

2. "Zowel-als" en "niet alleen-maar ook" constructies zijn enkelvoudig.
3. Woorden als media en drugs zijn meervoudig

Foutieve samentrekking: als een werkwoord twee keer wordt gebruikt terwijl het in beide zinnen dezelfde betekenis heeft. Ook kan het andersom; dat het werkwoord maar één keer wordt gebruikt terwijl het verschillende betekenissen heeft in de zinnen. Zoals: Hij heeft een beste baan, maar er ook hard voor gestudeerd.

Onjuiste beknopte bijzin: In een beknopte bijzin staat geen onderwerp. Zoals: Hard rennend volgden zij de misdadiger.
Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:
- met een onvoltooid deelwoord
- met een voltooid deelwoord
- met om te + infinitief
In gedachten kun je dat onderwerp dat er zou moeten staan wel invullen. Dat ‘denkbeeldige’ onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. Als dat niet zo is, klopt de zin niet. Je kunt dan 1. Een gewone bijzin maken met een onderwerp, of 2. Zorgen dat het onderwerp van de hoofdzin hetzelfde is als in de bijzin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten