zondag 7 april 2013

Duits literatuur samenvatting De verlichting, Storm und Drang, Klassik (klas 5)


VERLICHTING EN SENTIMENTALISME (1720-1770)
De dertigjarige oorlog: de geloofdsloordie die niets deed aan de meningsverschillen, maar men kwam wel tot het inzicht dat verschillen over geloofskwesties niet uit konden worden gevochten. Men richtte zich op praktische thema's waarin menselijk gedrag met positieve eigenschappen een rol speelde: humaniteit, tolerantie en zelfbeheersing.
Het nieuwe denken (uit ME en renais) leidde ertoe dat de aandacht voor het heden belangrijker werd dan het hiernamaals. Verstand werd belangrijker dan geloof; invididualisme kwam op.

De verlichting (aka Rationalisme) kreeg zijn beste ideeën uit Frankrijk en Engeland, maar kwam pas later door de 30jarige oorlog in Duitsland.
Uitgangspunt: Het menselijke verstand (ratio), waarbij de moraal het denken beïnvloedt.
Het ratio was nodig om goed en kwaad te onderscheiden en goed te handelen, en zorgde voor:
  • Gedachtenvrijheid
  • Tolerantie
  • Ontwikkeling van de natuurwetenschappen
  • Emancipatie van de vrouw (werd beschouwd als 2e rangs-wezen)
De verlichting wordt gezien als poging om de mens te bevrijden van geestelijke en politieke bevoogding. Er moest een maatschappelijke situatie komen waarin ieder gelukkig was.
In de literatuur is de verlichting niet veel meer dan een periode waarin tijd verstreek.
De taal moest zakelijk zijn en hoog niveau hebben. Het moest een nuttige tekst zijn en het verstand had de overheid. Fabels kregen een overhand, waarin dieren met menselijke eigenschappen een avontuur hadden waar een moraal (algemene waarheid) uitkwam.
Er zijn twee stromingen in deze tijd:
  • Het klassicisme: Johann Christoph Gottsched heeft de eerste fase bepaald. Hij was van mening dat de uiterlijke vorm het belangrijkste element van de literatuur is en dat er daarom strenge regels moeten zijn waaraan literatuur moet voldoen. Ook wilde hij vernieuwing van de toneelkunst. Hij bedacht hiervoor strenge regels, met als inspiratie de schrijvers Corneille, Racine en Molière. Hij beschouwde ze als vertegenwoordigers van een internationaal geldende leer. Die schrijvers hadden namelijk de leer van de Grieken in de Oudheid overgenomen, de drie eenheden van Aristoteles (plaats tijd en handeling).
    Dit legde hij allemaal vast om het toneel te bevrijden van overbodige opsmuk en gezwollenheid in de taal, wat erg veel voorkwam in de Barok.
    → Hij is een typisch voorbeeld van een rationalist, hij wilde een nuttig verhaal dat de lezer daarnaast ook moest bevallen (fabel dus).
  • De opvattingen van Lessing: Lessing hield zich bezig met de vernieuwing van toneelkunst in Duitsland. Toch ging hij in tegen de ideeën van Gottsched, was een hartstochtelijke voorstander van de verlichting en had een grote hekel aan betweters. Hij stelde niet de grieken maar Shakespeare als voorbeeld van de Duitse literatuur. Hij was zelf ook toneelschrijver, maar wordt erkend door zijn betekenis op het gebied van literatuurvernieuwing. Van de drie eenheden van Aristoteles wilde hij alleen handeling handhaven, het verwezenlijken van één enkel grondmotief. Ook was hij overtuigd dat de karakters nooit 100% heilig of schurkachtig konden zijn, hij wilde gemengde karakters opvoeren en dat hun karakter werd bepaald door hun acties. Ook wilde hij dat niet alleen de adel maar ook de burgerij een kans kreeg op te treden, wat Gottsched ook niet wilde.
Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781): Vertrok naar Berlijn om vrije journalist te worden. Kwam in contact met belangrijke vertegenwoordigers van de Verlichting en ontmoette er Voltaire. Zijn eerste toneelstuk in 1755, Miss Sara Sampson maakte een groot succes; het eerste treurspel waarin geen adellijke personen optreden, de eerste burgerlijke tragedie. Ook voerde hij een gemischte Charaktere (gemengde karakters) in: mensen die zich van elkaar onderscheiden door hun gedrag. In Minna von Barnhelm (1767), een comedie, probeerde hij standsverschillen te overbruggen. Het gelukkige einde van elk karakter basseerde hij op hun karakter, niet hun sociale status. De personen zijn geen types meer, maar personen met wie het publiek zich kan identificeren. In Emilia Galotti (1772) is de vader-dochter verhouding het centrale motief.
Hij kreeg, na zijn baan als adviseur bij het Nationaltheater in Hamburg, de leiding over de bibliotheek in Wolfenbüttel, waar hij bleef tot aan zijn dood. Hier schreef hij dan ook zijn laatste toneelstuk Nathan der Welse (1779). Hij was in deze tijd in strijd met vertegenwoordigers van de kerk. Hij kreeg een publicatieverbod opgelegd, en besloot een theaterstuk te schrijven met als thema tolerantie op relgieus gebied, het ideaal van humaniteit (een rechtvaardig en edel mens te zijn) zonder vooroordelen in welke vorm dan ook.
Het Sentimentalisme
Ongeveer gelijk met de Verlichting ontstond deze stroming die gericht was op gevoel en fantasie. Deze cultuur stond tegenover de Verlichting waar nuttig en streng centraal stond.
De belangrijkste vertegenwoordiger is Friedrich Gottlieb Klopstock die voortdurend probeerde het goede in de mens wakker te roepen. Een aantal jonge dichters waren zo onder indruk van hem dat ze een dichtersgroep stichtten onder de naam van Göttinger Hain. Zij keerden zich tegen de verlichting en waren voor vrijheid van fantasie en leven.



STORM UND DRANG (1770 – 1785)
Kan reactie op de Verlichting zijn maar kan ook een vervolg van de gevoelsliteratuur (sentimentalisme) zijn. Het was een jeugdbeweging: een opstand van de zonen tegen de mores (zeden) van hun vaders → een opstand tegen de Verlichting met haar vastgelegde regels.
Voor de nieuwe generatie gingen de sentimentele gevoelens die in het sentimentalisme voorkwamen niet ver genoeg. Zij voegden daar stukjes hartstocht en dichterlijke creativiteit aan toe, zoals rijheid, gevoel, hartstocht en natuur.
Het vrije individu was volgens hen geen verstandelijk wezen, maar een mens van vlees en bloed met gevoelens die hem aanspoorden een eigen wereldbeeld te vormen door zijn eigen denken.
Hun uitgangspunt was dat een schrijver met zijn creatieve geest zicht niet van tevoren vastgestelde regels hoefde te houden, maar dat hij zich zonder belemmering moest kunnen uiten over datgene wat hem bezig hield.
De schrijvers eisten volledige vrijheid, op literatuur, politiek en maatschappelijk gebied.
Vooral het parool 'Terug naar de natuur' van de Franse filosoof Jean Jacques Rousseau van grote betekenis, hij beweerde namelijk het tegenovergestelde van de Verlichting: het gevoel is belangrijker dan het verstand. Hij wilde terug naar de natuurmens, mens in natuurlijke toestand. Het mens moest zijn eigen genie volgen: uitgaan van zijn eigen kracht op geestelijk en lichamelijk gebied. De bewondering voor alle genieën (Caesar, Alexander de Grote) leidde ertoe dat men deze tijd de Genietijd noemde. Hieruit ontstond het begrip Krafgenie (een krachtfiguur die zich niet onderwerpt aan tradities). Ook familiebanden en banden met maatschappij of staat weerhielden een schrijver aan zijn natuurmens, waardoor ze zich tegen de rechtsorde keerden, ze standsverschillen betreden en ze op politieke en maatschappelijke vrijheid uitwaren.
De belangrijkste literaire genres moeten toneelstukken in eenvoudig proza zijn omdat daar de taal van het volk het beste in terugkwam, en natuurproza, omdat dit gevoelsstemmingen kent.
De naam Storm und Drang was de titel van een toneelstuk van Klinger, een stuk waarin gevoelens van hartstocht, haat en liefde om voorrang strijden.
De belangrijkste vertegenwoordiger van de beweging was Johann Gottfried Herder. In 1770 leerde hij in Straatsburg Goetthe kennen: deze ontmoeting wordt als de geboorte van de periode beschouwd.
De aanhangers van Sturm und Drang bestreden het volgende:
  • De tyrannie van de vorsten en adel
  • Conventies (ongeschreven regels van de moraal en van de mode)
  • De regelgeving bij het maken van literatuur (die door Gottsched waren voorgeschreven bvb)
Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832): In 1782 werd hij in adelstand verheven. Zoals hij zelf in het autobiografische Dichtung und Wahrheit (1811-1831) verklaarde, had zijn vader grote invloed gehad op zijn opvoeding en opleiding en zijn moeder op zijn gevoels- en fantasieleven. In 1770 leerde hij in Straatsburg Herder kennen, waardoor hij natuur- en liefdespoëzie ging ontdekken (ook Homerus en Shakespeare). In deze tijd leerde hij de domineesdochter Friederike Brion kennen, op wie hij verliefd werd en aan wie hij gedichte opdroeg waaronder Sesenheimer Lieder Mailied en Willkommen und Abschied.
Het drama Götz von Belichingen (1773) maakte hem beroemd.
Het succes van de briefroman Die Leiden des jungen Werthers (1774), de geschiedenis van een ongelukkige liefde, maakte hem nog beroemder. Dit boek heeft zeer veel autobiografische trekjes:
Goethe leerde in Wetzlar Charlotte Buff, de verloofde van een vriend kennen. Zonder te weten dat ze verloofd was werd hij verliefd op haar. Dit samen met de zelfmoord-actie van een vriend van hem, de jurist Jerusalem, leidde tot deze briefroman.
Goethe werd in heel Europa beroemd. De hoofdpersoon Werther werd op allerlei manieren geïmiteerd, jongeren kleedden zich als hem (gele broek en blauw colbertjasje), er was een parfum naar hem vernoemd en er waren zelfs een zelfmoorden onder invloed van dit werk voorgekomen (Wertherfieber = Werther-koorts!).
Ook in anderre gedichten van Goethe komen de ideeën van Storm und Drang tot uiting, bijvoorbeeld in Prometheus.
In 1775 werd Goethe uitgenodigd om in Weimar te komen werken door Hertog Karl August waar hij onder de vorsten een grote rol ging spelen; hij werd minister en werd betrokken bij het regeren van het vorstendom van Saksen-Weimar. Hij was ook artistiek leider van het staatstheater en natuuronderzoeker. Hij bevorderde zo kunst en wetenschap én was hij het middelpunt vd hofkringen in Weimar.

Friedrich Schiller (1759-1805): Werd door Hertog Karl Eugen op 13jarige leeftijd gedwongen 'militärisch Pflanzschule' te volgen voor 8 jaar, waardoor hij naar vrijheid snakte. Hij vertrok daarom ook gelijk na zijn studie naar het 'buitenland', waar zijn eerste drama 'Die Räuber' werd opgevoerd. Deze had als ondertitel burgelijke tragedie en een motto tegen de tirannen en werd een groot succes. De Hertog gaf hem een schrijfverbod, maar Schiller vluchte opnieuw weg naar Mannheim zodat hij verder kon met schrijven, waar dan weer Kabale und Liebe (1784) uit kwam, waarin hij standsverschillen bekritiseerde.
Het drama Don Carlos (1787) toont al kenmerken dat de stroming Storm und Drang overgaat naar Klassik.

KLASSIK (1785 – 1805)
Wordt gezien als een hoogtepunt van de Duitse literatuur. De ideeën van beide periodes hiervoor zijn bepalend geweest voor deze periode. Deze tijd is voor de Duitsers de tijd van Goethe en Schiller. De naam voor deze periode is een stille hint naar de klassieke oudheid die in de Renaissance herleefde.
Er was een verheerlijking van de natuur, gevoel en vrijheid die in Storm und Drang opkomt. Het ideaal is dat de mens zijn leven in harmonie en evenwicht leeft, het hoogtepunt van de Humanität.
Zo ook Goethe: ''Edel is de mens, goed en behulpzaam'', hij gaf dit ideaal van humanität in de vorm van reine menschlichkeit gestalte in de vorm van de drama Iphigenie auf Tauris (1787) en in Wilhelm Meisters Lehrjahre (1795/96). Ook in zijn lyriek komen kenmerken ervan terug.

Voor Goethe begon deze 'klassieke' periode rond 1786 met zijn reis naar Italië. Schiller werd (oiv zijn studie van de filosoof van Kant) pas later bij deze periode betrokken. Het einde van deze periode (1805) wordt gemarkeerd door de dood van Schiller.
Centrum van de Klassik en literaire hoofdstad van Duitsland was Weimar, waar Goethe en Schiller woonden, werkten en leefden.

Frau Charlotte von Stein: invloed op Goethe en zijn werk. Goethe vond haar geweldig maar zij was getrouwd en had kinderen. Ze was de verpersoonlijking van de ideale vrouw voor hem. Goethe werd minder zelfzuchtig en werd een evenwichtiger mens. Zijn reis naar Italië bracht hem de rust die hij nodig had om verder te gaan.
Met het drama Iphigenie auf Tauris (1787) benadrukte hij het ideaal van Humanität. De hoofdpersoon Iphiegenie was een priesteres in dienst van de Godin Diana op het eiland Tauris en raakte in conflict met zichzelf, als koning Thaos haar ten huwelijk vraagt, terwijl ze naar haar vaderland Griekenland terug wilt vluchten. Haar broer Orestes wilt haar helpen vluchten, maar wordt gevangen genomen en zij moet hem aan de godin offeren. Iphigenie bekent haar vluchtplan en de koning stemt toe dat ze met haar broer naar Griekenland gaat.
Na zijn terugkeer uit Italië is Goethe vervreemd van het hofleven en ziet het nu anders, enger. Hij raakt verliefd op een meisje van eenvoudige komaf, Christaine Vulpius, dat hij in zijn huis opnam (en huwt).
In 1797 scheef hij het epos Hermann und Dorothea, thema is zelfbeperking en sociale orde die door revoluties bedreigd wordt.
Goethe begon oiv Schiller ook weer aan zijn belangrijkste levenswerk Faust te werken. Deze in twee delen geschreven tragedie is zijn beste werk. Faust, vernoemd naar kennis strevende mens, en Mephisto, de verpersoonlijking van het kwade, zijn de tegenpolen van het menselijk bestaan. Het verbond met de duivel Mephisto moet Faust in de staat stellen, zijn drang naar kennis met magische krachten te verwezenlijken. Tegelijk wil Faust met behulp van Mephisto het leven met volle teugen genieten. Aan het einde van deel twee wordt na zijn dood zijn ziel door engelen voor de poorten van de hel gered, want Wer immer strebend sich bemüht, den können wir erlösen.

Ten gevolge van de eerste ontmoeting met Schiller werd het jaar 1794 belangrijk: in de daarop volgende jaren ontstaat er een hechte vriendschap tussen de twee. Beide houden van klassieke dichtvormen, vooral elegieën. Ook hebben zij balladen geschreven die een klassieke vorm aannamen. In de ballada Erlkönig van Goethe staat het nuchtere denken van de vader tegenover de zeer directe natuurbeleving van het kind: de natuur is voor hem iets geheimzinnigs met een magische aantrekkingskracht die hem vervult van geluksgevoel maar hem tegelijkertijd onheilspellend meesleept in de dood.
In het jaar 1787 was Friedrich Schiller voor de eerste keer in Weimar. Hij leerde daar zijn toekomstige vrouw kennen. Hij vestigde hier pas definitief in 1799, en was pas 45 jaar oud toen hij overleed in 1805 aan een longziekte.
Ook Schiller voelde zich aangetrokken tot de klassieke idealen. Door hun vriendschap ontstond zijn beroemd geworden Ideenballaden : Der Handschuh, der Taucher, die Kraniche des Ibykus en die Burgschaft. Ook het bekende liedvon der Glocke is in deze tijd geschreven. Hij pakte het schrijven van drama's dat na Don Carlos enige tijd had stilgestaan, weer op en zo ontstonden de zogenaamde Reifedramen: toneelstukken waarin het idee van vrijheid, dat altijd het centrale thema bij Schiller is, vooral op geestelijk gebied naar voren. In 1801 verscheen Maria Stuart, een toneelstuk dat als thema 'de vrijheid van de mens over de dood heen' heeft. Het is de geschiedenis van Maria, koning van Schotland die medeplichtig was aan een samenzwering tegen Elisabeth, koningin van Engeland. Maria trouwde met de moordenaar van haar echtgenoot en werd daarom uit Schotland verbannen. De veroordeling van Maria en haar reactie daarop wordt gezien als het verkrijgen van een stuk geestelijke vrijheid.
In Wilhelm Tel (1804), wordt het vol, gesymboliseerd door de hoofdpersoon Tell, held van het verhaal. Schiller knoopt de sage over Tell aan de vrijheidsstrijd van de Zwitserse kantons tegen de Habsburgers. Tell doodt de tiran Gessler die hem gedwongen heeft, een appel van het hoofd van zijn zoon te schieten. Deze daad heeft een opstand an de Zwitserse bevolking tegen de keizer van Oostenrijk tot gevolg.

leer ook nog de 3 stencils die je hebt gekregen. Dit is alles uit het boek Cultuur zonder Franje. Succes! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten