Tabellen
-
Linkse kolom: onafhankelijke grootheid
(grootheid die je zelf bepaalt)
-
Rechtse kolom: afhankelijke grootheid (grootheid
die daardoor verandert)
-
Aparte kolom waarin je de berekening maakt
(indien nodig)
-
Zet bovenaan de tabel grootheid (eenheid),
bijv.: F (N) (à
kracht in Newton)
-
Soms is het belangrijk een grootheid te
vermelden die tijdens je experiment niet verandert. Zet deze boven of naast de
tabel
Diagrammen (ofwel grafieken)
·
Schrijf grootheden en eenheden langs de lijnen (onafh.
grootheid op de verticale (y)-as)
·
Let op schaalverdeling
2 waarden uit een grafiek aflezen binnen het meetgebied: interpoleren à
redelijk nauwkeurig
2 waarden uit een grafiek aflezen buiten het meetgebied (grafiek op een logische manier doortrekken): extrapoleren à onnauwkeurig
2 waarden uit een grafiek aflezen buiten het meetgebied (grafiek op een logische manier doortrekken): extrapoleren à onnauwkeurig
Meetonzekerheid wordt veroorzaakt door:
o
Meetinstrument
§
Bij een meetinstrument met een wijzer (analoog) wordt het bepaald door meetbereik.
De meetonzekerheid is gelijk aan de helft vd. afstand tussen 2 streepjes
§
Bij een meetinstrument met een display
(digitaal) wordt het bepaald door het laatste cijfer (dat is een afgerond
cijfer). Bijv.: 0,5 is een getal tussen 0,45 en 0,54
o
Meetmethode
§
Digitaal instrument: meetmethode is mensenwerk
(starten en stoppen ve. stopwatch: onnauwkeurigheid v. 0,2 s)
§
Automatisch starten&stoppen = nauwkeuriger
o
Meetomstandigheden
§
Bijv.: meten ve. remweg ve. fiets: remkracht is
moeilijk constant te houden. Je kan dan beter meerdere keren een meting doen en
dan het gemiddelde nemen
Meetonzekerheden in diagrammen: Je tekent in de
diagram de lijn die zo goed mogelijk
door alle punten gaat. Teken in het diagram hokjes om de meetpunten om
meetonzekerheid aan te geven.
Significante cijfers (betekenisvolle cijfers),
significantie: Hoe meer significante cijfers, hoe nauwkeuriger de
meting/berekening. Het eindantwoord moet altijd gegeven worden in het minst
aantal significante cijfers vd. meetresultaten.
0’en tussen en achter de getallen tellen mee, vóór de
getallen niet. Je kan een heel groot getal dat je in een klein aant.
significante cijfers moet opschrijven, schrijven als 10e macht,
bijv.: 100 000 in 2 significante cijfers = 1,0 * 105
Verbanden:
Kwantitatief verband: je zoekt naar een wiskundig verband à formule
Kwalitatief verband: hierbij maak je duidelijk wat er met
grootheid y gebeurt als je grootheid x verandert. Bijv.: als x groter wordt
,wordt y kleiner.
c = constante = richtingscoëfficiënt (RC)
Verband controleren door v. grafiek een rechte lijn door de oorsprong te maken à
coördinatentransformatie (CT).
·
Recht evenredig
-
x n
keer zo groot, y n keer zo groot
- y/x = c
-
Grafiek: rechte lijn door de oorsprong
·
Omgekeerd
evenredig
-
x n
keer zo groot, y n keer zo klein
-
x * y = c
-
Grafiek = dalende, kromme lijn (hyperbool)
-
CT: y tegen 1/x
·
Kwadratisch
-
x n
keer zo groot, y n2 keer
zo groot
- Y/X2 = c
-
Grafiek: Halve parabool
-
CT: y tegen x2
·
Omgekeerd
kwadratisch
-
x n
keer zo groot, y 1/n2 keer zo groot
-
y * x2 = c
-
Grafiek: dalende, kromme lijn (hyperbool)
-
CT: y tegen 1/x 2
·
Wortel
-
x n
keer zo groot, y √n keer zo groot
- y/√x = c
-
Grafiek: steeds minder sterk stijgende
lijn
-
CT: y tegen√x
Verbanden weergeven met grafische rekenmachine (GR):
o
Druk op stat
om je gegevens in te voeren
o
Berekeningen met de gegevens krijg je door
bovenaan bijv. L1 * L2 te doen
o
2nd
en dan y= zet je plot 1 aan
o
Bij xlist zet je de tabel die je op de x-as wilt
hebben, bij ylist de tabel die je op de y-as wilt hebben
o
Bepaal met de window knop het bereik van je grafiek
o
Druk op graph
om je grafiek te zien
Geen opmerkingen:
Een reactie posten