Stroom (I): hoeveelh lading die
er p/s voorbij komt. Eenheid: Ampère (A) of Coulomb/seconde (C/s). NB: stroom
meet je DOOR een apparaat/weerstand
Spanning (U): energie die 1
coulomb meekrijgt. Eenheid: volt (V) of joule/coulomb (J/C). Alleen als er
spanning is, stromen de elektronen. NB: spanning meet je OVER een
apparaat/weerstand
Weerstand (R): Eenheid: Ω. Wet v Ohm: er is een recht evenredig verband tussen U
en I: R = U/I
Rv is vervangingsweerstand. Alle
weerstanden in een schakeling kun je vervangen door 1 weerstand, zodat de
hoofdstroom en de spanning vd bron hetzelfde zijn.
Serieschakeling: alle
apparaten/weerstanden achter elkaar in een schakeling, I is gelijk, U is
verdeeld.
Rv = R1 + R2 enz
Grootste spanning over grootste weerstand: U1/U2 = R1/R2
Parallelschakeling: U is gelijk, I is verdeeld. 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 enz.
Rv = R1 + R2 enz
Grootste spanning over grootste weerstand: U1/U2 = R1/R2
Parallelschakeling: U is gelijk, I is verdeeld. 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 enz.
Schuifweerstand: een weerstand waarbij je zelf het aantal
"weerstand" bepaald. Je moet het zien als 2 verschillende weerstanden.
Variabele weerstanden:
-
Spanningsdeler: die
verdeelt de spanning over een component (als er geen draad is tussen Rs en de
rest vd. schakeling, zodat het een serieschakeling is).
-
Variabele weerstand:
die verdeelt de stroomsterkte door een component (als er wél een lijn is tussen
Rs en de verdere schakeling zodat het een parallelschakeling wordt).
Soortelijke weerstand (ρ): Eenheid: ohmmeter (Ω * meter) Binas tabel 8
R = ρ *
R = weerstand in Ω
ρ = soortelijke weerstand in Ω * meter
l = lengte in m
A = diameter in m2 (π * straal2)
R = weerstand in Ω
ρ = soortelijke weerstand in Ω * meter
l = lengte in m
A = diameter in m2 (π * straal2)
LDR: weerstand waarbij de
weerstand kleiner wordt bij licht
NTC: weerstand waarbij de weerstand kleiner wordt bij hogere temperatuur
PTC: weerstand waarbij de weerstand groter wordt bij hogere temperatuur
Diode: weerstand die stroom in 1 richting doorlaat als de U groter is dan Udrempel (bepaalde U, verschilt per diode)
NTC: weerstand waarbij de weerstand kleiner wordt bij hogere temperatuur
PTC: weerstand waarbij de weerstand groter wordt bij hogere temperatuur
Diode: weerstand die stroom in 1 richting doorlaat als de U groter is dan Udrempel (bepaalde U, verschilt per diode)
Energie (E): eenheid Joule (J)
of kilowattuur (kWh)
Vermogen (P): eenheid Watt (W)
of kilowatt (kW)
E = P * t (P in Watt, t in s = E
in J, P in kW, t in h = E in kWh)
P = U * I
P = I2 * R
P = U2/R
P = U * I
P = I2 * R
P = U2/R
Geen opmerkingen:
Een reactie posten