§2: Elektrochemische cellen
Elektrochemische cel:
“natte batterij”, in de linker halfcel
is de reductor (metaalstaaf) in een zoutoplossing en in de rechter halfcel is
de oxidator (zoutoplossing) met een metaalstaaf. Door de redoxreactie die spontaan
verloopt, komt er energie vrij (ΔV0), dit is het vermogen vd
batterij.
Daniellcel: een
staafje zink en een koperplaatje in een Cu2+-oplossing met een
poreuze wand in het midden, zodat de elektronen via een metalen draadje moeten.
De zinkstaaf lost op en de koperstaaf wordt zwaarder. De poreuze wand zorgt
voor voldoende elektrische geleiding, maar vertraagt wel de doorgang van ionen
vd ene halfcel naar de andere (afb. 14.3, blz. 140).
Ipv een poreuze wand kun je ook een zoutbrug gebruiken: een verbindend
elektrolyt, oplossing (van geconcentreerd zout) die geleiding mogelijk
maakt. Dit is om het ladingsverschil dat ontstaat op te heffen, zodat er een
gesloten stroomkring ontstaat.
Ipv de bouw ve elektrochemische cel te tekenen, kan je het
ook weergeven in een celdiagram:
begin met de negatieve pool (reductor) | geconjugeerde reductor || (dubbele
wand = zoutbrug) positieve pool (oxidator) | geconjugeerde oxidator.
Bijvoorbeeld: Zn (s)|Zn2+ (aq)||Cu2+ (aq)|Cu (s)
Bronspanning ve
elektrochemische cel = ΔV0 = VOX – VRED. Alle
elektrodepotentialen zijn referenties: het redoxkoppel
H+/H2 heeft als standaardelektrodepotentiaal
0. De andere potentialen zijn gemeten met H+/H2 als standaardhalfcel.
§4: Corrosie
Corrosie: de
ongewenste aantasting van metalen door stoffen uit de omgeving. Bijv. ijzer:
wanneer er zuurstofhoudend water op ijzer komt gebeurt het volgende:
Fe (s) ↔
Fe2+ (aq) + 2e-
O2 (g) 2H2O (l) + 4e- ↔ 4OH—
O2 (g) 2H2O (l) + 4e- ↔ 4OH—
De ionen die ontstaan vormen zelf een elektrolyt in een
kortgesloten elektrochemische cel. Ze verplaatsen allebei in tegengestelde
richting, maar komen elkaar uiteindelijk toch tegen en vormt Fe2+
(aq) + 2OH- (aq) ↔ Fe(OH)2 (s). Terwijl dit bezinkt,
wordt het door de aanwezige O2 geoxideerd tot ijzer(III)hydroxide
(ijzerroest) 4Fe(OH)2 (s) + O2 (aq) 2H2O (l) ↔
Fe(OH)3 (s).
In een omgeving met zout fungeert het zout als zoutbrug,
waardoor de “cel” een gesloten stroomkring heeft en het roesten sneller plaatsvindt
(afb. 14.14, blz. 153). De reacties vinden niet direct aan het metaaloppervlak
plaats, maar iets erboven en vormt een poreuze massa. Hoe poreuzer de massa,
des te meer vocht kan worden vastgehouden en des te langer kan de corrosie
onder de roestlaag verder gaan.
Corrosie voorkomen:
·
Fosfateren en lakken: een ijzeren voorwerp
behandelen met een ijzer(III)diwaterstoffosfaat-oplossing. Dan vormt een goed
sluitende laag ijzer(III)fosfaat die een goede onderlaag vormt voor lak. Bij
beschadiging blijft de lak nu beter zitten en kan er geen onderhuidse corrosie
optreden.
·
Verzinken en vertinnen: zink, tin en aluminium
stoppen aantasting door zuurstof in vochtige omgeving. Ze vormen een oxidelaag
die stevig en weinig doorlatend is.
·
Verchromen en vernikkelen: chroom en nikkel
vormen ook een oxidelaag. Deze is zo dun dat de metaalglans grotendeels
behouden wordt.
·
Gebruik van opofferingsmetalen:
als op het grensvlak van 2 metalen corrosie optreedt, wordt et metaal met de
laagste redoxpotentiaal geoxideerd. Wanneer je bijv. ijzer geleidend verbindt
met aluminium, wordt het ijzer niet aangetast.
·
Kathodische
bescherming: het te beschermen ijzeren object wordt verbonden met de –pool ve
spanningsbron. De +pool wordt verbonden met een elektrode die diep in de grond
is geslagen. Door het optreden ve kleine lekstroom, wordt het ijzeren object
een klein beetje negatief geladen waardoor
het veel moeilijker wordt voor ijzeratomen om in een oplossing te gaan als
ionen.
§5: Elektrolyse
Elektrolysereacties:
reacties die verlopen onder invloed van een externe spanningsbron. Het is een
gedwongen, endotherme reactie. De elektronenstroom is vd –pool naar de +pool
(de reductor zit bij de +pool en de oxidator bij de –pool). De tegenspanning
moet worden overwonnen (ΔV0) + 0.3 V (bij > 0.3 V loopt de
reactie af).
Toepassingen van elektrolyse:
·
Vrijmaken van metalen uit zouten: het metaalion
moet een sterkere oxidator zijn dan H2O (NB: onedele metalen kan men
alleen verkrijgen door elektrolyse ve gesmolten zout ipv. oplossing).
·
Aanbrengen van dunne metaallaagjes: de metalen
staaf aan de –pool krijgt een laagje vh metaal dat in de zoutoplossing zit en
als reductor functioneert.
·
Elektrolytisch zuiveren van koper: +pool = 99.5% zuiver koper, –pool = 9.99% zuiver
koper. De elektrolyt = kopersulfaatoplossing. De +pool lost op,
verontreinigingen zinken naar de bodem en de –pool groeit aan met zeer zuiver
koper.
·
Elektrochemische metaalbewerking.
Bij elektrolyse van steenzout (=NaCl) verwacht je dat met Cl-
aan de positieve elektrode O2 ontstaat, maar er ontstaat Cl2
(H2O reageert moeilijker dan verwacht).
Aantekeningen
·
Spanning (U) in Volt = Joule/Coulomb.
·
Stroomsterkte (I) in Ampère = Coulomb/seconde.
·
Binas tabel 7: constante van Faraday: de lading
van 1 mol elektronen (9.64853 * 104 C/mol).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten