dinsdag 22 mei 2012

KCV aantekeningen De (toetsweek)


 kouros met sl-huis krullen
en een arch. glimlach
De egyptische kunst berust op techniek en creativiteit (artistiek).
De krullen die toen gemaakt werden op beelden heette slakkenhuiskrullen
Vroege archaïsche kunst à beeld rust op beiden benen, amandelvormige ogen,  mond is een glimlach (archaïsche glimlach) en handen langs lichaam. 

Verschillende tijden BC:
800 à beginnen met sculptuur     500-400 à meer diepte in de beelden
650-480 à Archaïsche periode  490-450 à De ‘strenge’ periode
480-323 à Klassieke periode
323-0 à Hellenistische periode

Waarom die tijden?
480 à De perzen werden verslagen, en begin van 2e perzische oorlog
             Hierna kwam er meer stijl, in plaats van alleen maar staande beelden.
323 à Alex de grote stierf (hij had veel veranderd) en het Macedonische rijk wordt verdeeld.
             Hierna kwamen er veel culturen samen, waardoor de kunst dus ook veranderde.
             Ook kwam er meer verdieping in de gevoelens van de mens, eigenwaarde.

Het gieten van bronzen beelden (eind 6e eeuw BC)à de indirecte en de directe manier.

Indirecte manier à eerst het beeld maken, dan een waslaagje daarover heen maken, daarna een laag fijnere klei. Als dat opdroog doe je brons in het holle kleien beeld.
Directe manier à Compleet beeld maken, dmv twee lagen klei met een wassen laag ertussen. Als de klei opgedroogd is, laten ze de was eruit smelten en doen ze het brons erin.  Dit heet de verloren was methode, oftewel ‘cire perdue’.

      De verschillen tussen
direct en indirect
Direct
Indirect
beeld van klei wordt bewaard, niet in brons.
beeld van klei zit in het  brons, kon er niet uit.
Het kon dus hergebruikt worden, als er een stuk kapot was gegaan. Dat koste ook minder.
Als het beeld stuk was gegaan, werd het gesmolten, en daarmee werd een nieuw beeld gemaakt.

Juist doordat ze nu brons gebruikten, konden ze de beelden meer gewaagde poses laten aannemen, omdat het brons sterker was dan het marmer of klei dat ze eerst gebruikten.

Canon à een boekwerk waaraan een ideaal model moet voldoen. Dit gebeurde dus veel in de strenge tijd (zie blz 41 afbeelding nummer 11, dat is een ideaal model).

Stijl van de natte kleren à rond de 5e eeuw BC kwam de stijl van de natte kleren, de kleren van                                  het beeld zaten vast aan het lichaam, je kon de vormen zien.
Als je dan ook nog bij die stijl de lichaamsdelen duidelijk kon zien en niet alleen de vormen, zat het in de tijd rond 430-400 BC.

Rond 900à ‘Proto geometrisch’ -stijl met een meander, een rondje dat nooit ophoudt.
Rond 800 à meer figuratieve kunst; herdenken van dode, vertrek van een held. Ook kwamen er meer geometrische motieven.  In deze tijd kwamen ook de eerste mensen op de potten.
Rond 700 kwam er ook meer handel (orientaliserende stijl!).
Doordat ze meer handel kregen, gingen ze naar korinthe ( stad van de kunst) à het werd verwoest.
Athene ging in die tijd veel aardewerk maken.

Door de kleur van de vaas kan je zien waar die vandaan komt:
De grond in griekenland was rood, en daardoor zijn de vazen van Griekenland felrood.
De grond in korinthe was geel, en daardoor zijn de vanzen van Korinthe crèmekleurig.

De Atheense potten à Echte motieven, mythologie die erachter zit, niet gewoon versiersels.
                                               Denk dan aan potten met de verhalen van Herakles, of die van Troje.
                                               Was in die tijd zwartfigurig.

De archaïsche tijd
•Het figuur is hoekig, simpel en symmetrisch/blokvormig.
• De taille ligt erg laag, het bovenlijf lijkt daardoor erg lang.
• Er waren de kenmerkende slakkenhuiskrullen die in een horizontale lijn zaten, waardoor het een ‘étage kapsel’werd.
•Weinig emoties te zien aan het beeld, vaak een archaïsche glimlach en amandelogen.
• Er waren weinig stereotypen (2)à de kouros en de korè.

Kouros à Een naakte jongeman in een strikt frontale houding (dit heet ook ‘Dorisch’ stoer).
De armen zijn dan langs het lichaam, de linkervoet staat een lichtjes voor de rechter, brede schouders en dunne taille. Later wordt er meer anatomisch naar de beelden gekeken, of ze wel goed kloppen zoals ze zijn gemaakt; het hoofd wordt 1/7 van het lichaam.
Korè à Een jong meisje in nauwsluitende kleding tot de voeten, en net als de kouros is een stijve frontale houding.  De armen en benen kleven aan het lichaam, soms zit een hand over de borst. De voeten staan naast elkaar, en de kleding is zonder plooien. Later komen er meer vormen bij de vrouwelijke beelden, en de kleding wordt ook meer geplooit.   

Rond 535 tot 525 BC begonnen ze met nog een andere stijl: Ze maakten hele vazen zwart met verf, maar veegden stukken uit waar de personen erop kwamen. Die verfden ze dan later op de vaas, samen met de details; dit heette insisie. Er kwamen ook andere ogen (leer die uit het WB, blz 52). 

Bij de potten kwam er een wisseling van techniek (530 BC) àde achtergrond was rood en de personen zwart, of andersom. De nieuwe techniek was dat je een pot maakte met een soort klei, en daarna bij dezelfde soort klei wat meer water bijdeed dan normaal. De dikke klei/verf werd rood, en de verdunde klei/verf werd zwart. Dit kwam door het zuurstof gehalte in de klei/verf, als er meer zuurstof bijzat werd het donkerder.

Orientaliserende stijl
In de tijd van de 7e eeuw BC kwam er een toenemende handel met het oosten, er kwamen meet dieren en bloemen op de achtergrond van de vazen, en opvullingen die op ‘borduurmotiefjes’ leken. Details werden met een harde stift ingekrast na het bakken. Er kwamen hierin twee stijlen voor: de Rhodonische stijl en de Korintische stijl. De korintische stijl stond vooral bekend door de ‘horror vacui’ oftewel, ‘angst voor het lege’. Mensen probeerden zoveel mogelijk in te kleuren/vullen op de vazen.

De strenge stijl
Er komt een veel meer natuurlijkere weergave van de lichamen, ze staan wat meer alsof ze bewegen maar alsnog vrij frontaal. Er komt de ontdekking van de contrapost: De heup en bekken zijn niet langer evenwijdige horizontale lijnen. De archaïsche glimlach verdwijnt en er komt een meer strengere en hardere gezichtsuitdrukking (dit komt waarschijnlijk doordat de oorlog dreigt).

Er kwam meer torderen à meer draaien van het lichaam, zoals het hoofd.
Bij de contrapost was er een losse arm, en een los been.  à er kwam een standbeen en een speelbeen. De contrapost ging vaak gepaart met de S-bocht: ze draaien vanuit de heupen naar een kant.
De strenge tijd bij de mannen à De mannen kregen een hoekiger gezicht, kleine kin en kort haar met krullen en vaak een diadeem.

De klassieke periode
Alles was perfect in deze periode, geen rimpels of onevenheden. Er waren geen beelden in deze periode van niet perfecte mensen. De beelden lieten vaak een bepaalde waardigheid zien en standvastigheid. De mensen raakten elkaar niet aan (in tegenstelling tot de hellenistische periode). Er kwam een meer 3-dimensionale richting in de beelden. Hiermee bedoelen ze dus dat geen beeld meer frontaal én en profil tegelijkertijd had, er werd meer gekeken hoe het atonomisch klopte. Aan het einde van de klassieke periode werden de beelden meer chaotisch, dit geeft ook aan dat de hellenistische periode al bijna gaat beginnen (dit was rond de 4e eeuw BC).

De vazen werden ook wit. Zwartfigurige vazen kunnen nooit later gemaakt zijn dan 430 BC.

De Helenistische periode
De Helenistische periode staat bekend om zijn losbannigheid, levendigheid en individualiteit: De periode van genot ook wel genoemd. De anatomie was het beste in deze periode, en er werd veel gefocust op de emoties. Je zag vaak verschillende beelstukken die elkaar verbinden door elkaar aan te raken. Ook was dit de periode van het realisme: Er werden ook beelden van oudere mensen getekend, met rimpels inbegrepen. Men had in deze periode een voorliefde voor ingewikkelde posities en bewegende posities.

Er was ook een Dionysus Cultus: voor de vrouwen was er een cult die je ‘ bevrijdde van alle aardse remmingen’ . Deze was juist heel populair voor vrouwen omdat er bijna geen cultussen waren voor vrouwen.

Aitiologische mythes: Mythes die zijn gevormd om kunst heen, zoals een rots die op een vrouw lijkt; Niobe. ‘ Aitia’  betekent ook oorzaak in het grieks.


Een tondo is een ronde schildering, een schildering die werd omlijst door een cirkel.
Deze schildering kwam vaak voor bij een kylix (vaas).
Vaak een man(/satir) een een vrouw: erotisch, de satir
kan je herkennen aan de bokkepoot + hoorns. 








































De volgende beelden zijn ontworpen in de oudheid:

•Keukengerei:                                                                                                                                        
2: Skyphos
9: Hydria (waterkruik)
12: Lebes
•Tafelgerei:
1: Psykter (koelvat)
4: Kantharos (drinkbeker)
10: Oinochoë (wijnkan)
11: Mastos (beker)
14: Stamnos
16/18/19/20: Krater (mengvat)
17: Kylix (drinkschaal)
•Verpakkingsmateriaal:
3: Amfora
6: Pelike
21: Pyxis (doosje met deksel)

•Ritueel vaatwerk:
8: Loutrophoros (Dipylonvazen

•Cosmetica:
5:Aryballos
7/13:Lekythos
15: Alabastron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten