samenvatting scheikunde hoofdstuk 8 paragraaf 2 en 3 (Isis)

Scheikunde hoofdstuk 8 t/m §6

§2

Een oplossing in water met een pH <7 noem je zuur, en >7 een basisch. Neutrale oplossingen zijn 7, en als je dus een bovenmaat moet hebben voor een zuur, is het hooguit 7, omdat het daarna een base is.

pH = -log[H⁺]
pOH = -log[OH^-]

je kunt ook de Molariteit[H⁺] berekenen uit de pH,
dit is [H⁺] = 10^-pH.
Het zelfde geldt voor de pOH à [OH^-] = 10^-pOH.

LET OP: het aantal decimalen in de pH-waarde komt overeen met het aantal significante cijfers in de waarde van [H⁺].
Dus à als de pH-waarde 4,4545 is, dan is [H⁺] = 0.0003512 M                     ( M = 10^-pH )

§3

•Zure oplossingen hebben een hogere H⁺-concentratie dan die in zuiver water.
Een zuur is een deeltje dat een proton kan afstaan (= protondonor).

Zwavelzuur, fosforzuur, waterstofsulfide, koolzuur en zwaveligzuur kunnen twee of meer H-atomen als protonen (H⁺-ionen) afstaan. Ze worden meerwaardige zuren genoemd. Zo is zwavelzuur een tweewaardig zuur en fosfor een driewaardig zuur.

NH₄⁺ (aq) ↔ H⁺ (aq) + NH₃ (aq)                                               (↔ = evenwichtsreactie)
HSO₄ ^- (aq) ↔ H⁺ (aq) + SO₄^2- (aq)

Dit hierboven betekent dat bij het oplossen van een zout in water vrije ionen kunnen ontstaan die zich gedragen als een zuur.

•In een basische oplossing is de OH^--concentratie groter dan die in zouver water.
Een base is een deeltje dat een proton kan opnemen (= protonacceptor).

jHet OH^--ion is zelf ook een base, het neemt immers een H⁺-ion op in de ‘terugreactie’ van deze evenwichten (H₂O!).

•Een zuur-basereactie is een reactie waarbij protonen worden overgedragen.

In water zit ook een evenwichtsreactie:
H₂O (l) + H₂O (l) ↔H₃O⁺ (aq) + OH^- (aq)                             Deze kan weer terug reageren naar H₂O.

Een reactie naar rechts wordt een zelfionisatie-reactie genoemd. Dit is bij water in feite een reactie waarbij een watermolecuul een proton afgeeft aan een naburig watermolecuul. Deze kun je met een rode pijl aanduiden.