donderdag 6 juni 2013

Engels samenvatting literatuur 18th century

Engels samenvatting

In de late Renaissance was Engeland erg betrokken bij de power struggle tussen King Charles I en het parlement. Dit leidde tot een bloedige burgeroorlog (1641-1645). De aanhangers van de Koning werden verdrongen (the royalists) en vervangen door de Puritans (orthodoxe protestanten).
De generaal Oliver Cromwell van de Puritans pakte de macht, hij had met zijn soldaten het parlement verstoten en geschorst van hun macht. Hij werd Lord Protector of the Commenwealth of England, Scotland and Ireland verklaard: hij werd een tiran tot zijn dood in 1658.

De periode tussen de oorlog en Cromwell’s dood had een groot effect op de Engelse cultuur en gemeenschap: Cromwell bracht vele wetten in over het uiterlijk van de mensen (geen slechte kleding, ongepast gedrag). Het theater werd verboden (schandelijk, onheilig!). Alles moest sober. Cromwell’s dood werd gezien als een teruggewonnen vrijheid.

De kroonprins, King Charles I, keerde terug uit Frankrijk (1660) en besteeg de troon. Er kwam een periode van Restoration (herstel van de monarchie), wat de forty years of the Restoration wordt genoemd.
In die tijd kwamen er veel veranderingen op politiek en religieus niveau. Toen Charles II de troon besteeg kwam er dan dus ook een reactie tegen het Purantisme. Er kwam een wet dat mensen die niet officieel lid waren van de Engelse kerk, geen priest, professor of andere invloedrijke beroepen mochten beoefenen.
De eerste tien jaar van Charles II regeerperiode was een mislukking: In 1665 was er een zeer zware pest epidemie waarbij minder dan een vierde van de populatie in Londen overleefde. In 1666 was een grote brand en werden stukken van Shakespeare en anderen vernietigd. Ook in 1665 waren ze in oorlog met de Nederlanders en kwamen er beschamend van af: ze verloren een vierdaagse zeeslag in juni 1666 en later werd ook hun Royal Charles (vlaggenschip) uit Londen gestolen door de Admiraal de Ruyter.
Vele politieke leiders namen hierna ontslag en kwam er weer een nieuw parlement systeem met twee dominante groepen (de Tories en de Whigs). Ze waren erg bezorgd om Charles zijn eigenwijze gedrag, en de broer van Charles (James, die eigenlijk de troonopvolger was) keerde zich tot de Romeinse Katholiek. In 1677 was een huwelijk tussen Mary (James dochter) en de protestant William III (nakomeling van William van Orange), zodat het protestantisme verzekerd werd.
Charles II overleed in 1685 werd hij opgevolgd door de Katholiek James II. Deze maakte zoveel blunders alle mensen hem wilden vervangen, door zijn stiefzoon William III of Orange die met een militair leger hem van de troon af dwong. James II vluchtte naar Frankrijk.
Nu werd het koningschap gedeeld (co-regency) van William III en Mary.

In 1690 probeerde James II de troon te herwinnen met een leger van 20000 man en marcheerde via Ierland naar Engeland. William III wist echter wat zijn schoonvader wilde doen en wachtte hem op met een groter leger. Deze overwinning van de Engelsen wordt elk jaar nog gevierd op 12 juli, Orange day (William of Orange). James II accepteerde de val en leefde tot zijn dood in 1701 in Frankrijk. Een jaar later, 1702 overleed William III. Hij had geen kinderen schoonzus Anne nam over. Zij had ook geen kinderen, en tien jaar later kwam the Stuart dynasty ten einde en werd gevolgd door the Hanoverians.

In de forty years of Restoration veranderde er veel op cultureel gebied. Het ging van Renaissance (rijkelijk versierd, individualisme, emotie) naar the Age of Enlightment (verstand, rede, rationeel) wat tot eind 18e eeuw duurde. De verandering was echter niet erg rustig:
–schijvers en artiesten: gebruikten vaak nog kenmerken uit de Renaissance.
–Architectuur: van zwaar Barok naar lichter Neoclassicisme. Dit is goed te zien bij Sir Christopher Wren (1632-1723), die na de Grote brand in Londen (1665) veel gebouwen maakte.
–Muziek: werd belangrijk door Koninklijke bescherming en aansporing. Erg belangrijk waren the Festivals of Cecilia en the heated debate of Italisch, Frans en Duitse opera en ‘oratorios’ (religieuze opera) in moedertaal of in Engels moest worden opgevoerd. Bij het festival Cecilia gaven veel schrijvers en componisten hun stukken aan het publiek en stemde wie er won, zoals John Dryden en Henry Purcell (1658-1695). Purcell was 17 toen hij zijn opa Dido and Aeneas schreef.
–Literatuur: Theater was bij Charles II weer toegelaten. Er was echter een nieuw publiek, Restoration audiences bestonden uit de nobels. Begin 1600 was het theater altijd buiten en voor alle bevolking, maar tijdens zijn verbanning in Frankrijk zag Charles II dat er ook veel binnentheaters waren waar olielampen hingen, en alleen voor de hoogste mensen. Ook konden er vrouwen op het toneel verschijnen door Charles II. Verder zijn ook de gordijnen gekomen, die een overlapping naar de volgende scène aangeven.
Toch vindt men het theater uit die tijd slecht, en alleen William Congreve (1670-1729) is waard om genoemd te worden met Love for Love (1695) en The Way of the World (1700).
–Poëzie: onderging ook een transformatie → waar ze eerst fictionele dingen over zeiden, schreven ze nu erg down-to-earth over. Ook maakte de lyrical poetry plaats voor narrative epics (verhalen over held).
–Proza: waar eerst altijd verteld werd over religie, politiek werd nu gebruikt voor artistieke bedoelingen. Er kwamen dagkranten en dagboeken. Begin 18e eeuw kwam er ook de novelle, wat erg geliefd werd bij velen.

Diarists
Dagboeken kwamen in the Restoration erg onder de mensen. De meeste vonden het langdradig, saai en waren niet veel waard. Daarom waren de twee best bekende dagboeken uit die tijd (van Samuel Pepys en John Evelyn) in die tijd niet erg bekend.
Een dagboek is een record van de schrijver zijn activiteiten en ervaringen, die worden beschreven met opmerkingen en waarnemingen. Het is niet voor publicatie.
Er zijn een heleboel verschillende soorten dagboeken:
– personal diary: Veel informatie over het leven en gevoelens van de schrijver, geen publicatie.
– travel diary, sport diary, illness diary: Over een bepaalde gebeurtenis, soms wel publicatie.
Proza kan verdeeld worden in twee brede categorieën:
– fictie: mensen/gebeurtenissen die verzonnen zijn.
– non fictie: mensen/gebeurtenissen die echt zijn.
Je zou zeggen dat diaries non fictie zijn, maar begin 18e eeuw werden er veel fictional diaries gepubliceerd (Bridget Jones Diary). Of denk aan de non-fictie van Anne Frank uit de WOII.
Samuel Pepys (1633-1703)
De dagboeken van Pepys en Evelyn (1620-1706) deden er veel aan op een kritiek moment om proza aan te moedigen. Daarmee hielpen ze ook de novel populair worden.
Samual Pepys zijn vader was een klerenmaker in Londen en gaf zijn geld uit aan Samuels (goede) educatie. Pepys won na school een studiebeurs in Cambridge waar hij in 1654 slaagde. Hij trouwde een jaar later Elisabeth de St. Michel: 14 jaar oude dochter van een Huguenot familie die het moeilijk hadden. Ze hadden geen kinderen.
Pepys kreeg (door zijn neef) een carrière in het ministerie van maritieme kwesties (=Admiralty). Hij begon zijn dagboek in 1660 en reisde naar Nederland met Sir Edward om King Charles II terug te halen uit banningschap. Later werd hij Chief Secretary tothe Admiralty in 1673. Hij werd 'savior of the navy' genoemd door een verwaarloosde dienst om te zetten naar een vernieuwde vechtkracht, wat voor een nederlaag voor de Nederlanders zorgde.
Zijn carrière was goed, maar zijn privèleven niet echt: zijn gezondheid ging achteruit (vooral zijn zicht), waardoor hij moest stoppen met schrijven in 1669. In dat zelfde jaar overleed zijn vrouw. Toch bleef hij zijn carrière voortzetten, tot de co-regency. Hij moest toen wegstappen van al zijn posities en naar de gevangenis omdat hij als een volger van King James II werd gezien. Hij bleef kinderloos en zijn bibliotheek werd geschonken aan the University of Cambridge. 

Pepys' Diary, dat tussen de boeken zat, is van 1 januari 1660 tot 31 mei 1669 geschreven. Hij schreef over de terugkomst van Charles II, de pestepidemie en de grote brand in Londen. Laterop begint hij met meer persoonlijke gebeurtenissen (zijn angst en gedachten).
9 t/m 11 = stuk uit zijn dagboek (4 t/m 6 juni 1666), de tweede oorlog/zeeslag tussen de Engelsen en Nederlanders was bezig (dit was voordat Admiraal De Ruyter overwon).

Introductie van de 18e eeuw
Er kwam een nieuwe kijk op de wereld door veel wetenschappelijke ontdekkingen uit de 17e eeuw zoals zwaartekracht. Ook veel 17e eeuwse filosofen (Descartes, Spinoza) zeiden dat men alles kon begrijpen uit het leven. Men leefde eerst in 'darkness' (ignorance), blindly trusting their leaders.
Het was een Era of Enlightenment: waar men eerst voor vreesde werd verklaard en als logisch gezien. De volgers van Enlightenment, zoals de Franse filosoof Voltaire, zeiden dat alles mogelijk was als rede en verstand gebruikt werd. Het individualisme was weer belangrijk. In 1787, toen USA eindelijk vrij werd verklaard (einde van de long War of Independence), was er een groep (committee) gevormd waar men praatte over de rechten en verplichtingen van de burgers.
Een eeuw geleden was het onwaarschijnlijk dat het volk zoiets zou kiezen, maar dit hoorde bij de ideologie van the Enlightenment. Na de Franse revolutie in 1789, einde aristocracy, werd de eerste grondwet van de revolutionaries uitgevoerd.
Ook was er een groei in de economie, handelsroutes werden herwonnen van de Nederlanders. Ook kregen ze kolonies in India, Sri Lanka, Canada en the Caribbean. Ze wisselden vaak voor koffie, thee, kruiden en slaven.
Er kwam industrialisatie. De stoom-energie zorgde ervoor dat alles goedkoper en sneller gemaakt kon worden. Het begon met textielproducten zoals touw. Later ook mijnbouw, omdat steenkool nodig was voor de energie van alle stroommotoren. Dit ging ook door naar de 19e eeuw en ze liepen voor op het vastland door ook hun handel erin te combineren. De socio-economic veranderingen hadden een effect op het leven in Engeland. Landbouw werd minder belangrijk, en iedereen ging van het platteland naar de steden (urbanisatie). 

De gevolgen kwamen in de 19e eeuw toen sommige rijke families nog rijker werden. Er kwam een nieuwe sociale klas: the middle class: mensen zonder rijke voorouders die toch een comfortabel leven hadden met genoeg geld.
The nobility (rijken) werden steeds machtiger en de Koning werd langzaamaan een boegbeeld, terwijl het parlement de macht kreeg over de staat. De middelste klasse had een grote invloed op Engeland. Ze hadden hun eigen ideëen (eerzaam leven) wat dan ook een sociale norm werd. Ook werd familie en het thuisgevoel belangrijk; iedereen moest zijn nakomelingen met goede normen en waarden opvoeden. Ook veranderde de vrouw haar rol in het gemeenschap.

Vrouwen werden meer gezien als intelligente individuelen. Toch was hun invloed beperkt tot hun huis. Er werd veel gepraat over hoe je met vrouwen moest omgaan in de 18e eeuw: de dochters huwen aan rijke/machtige mannen was goed voor de familienaam, en jonge vrouwen moesten luisteren naar hun ouders. Terwijl de middelste klasse opbloeide, ontstond er ook een nieuwe onderklas dat bestond uit slecht betaalde, onopgeleide werknemers.
Socio-economic change had ook een grote invloed op de literatuur. De steden en de koffiehuizen werden het centrale punt uit het leven. Politici, schrijvers, dichters en filosofen ontmoetten elkaar hier waardoor nieuwe ideëen sneller werden verspreid door het gemeenschap.
Ook werden de printmethodes en infrastructuur verbeterd waardoor bladen en pamflets meer/sneller/goedkoper werden verspreid. Hierdoor verpreidde de nieuwe ideëen van al die mensen zich ook door verschillende klassen.

De novel werd ook erg bekend. Novelles beschrijven het leven van normale mensen die dagelijkse problemen hebben. Het volk herkende zich nu sneller aan de problemen, vooral de middelklasse. Voorbeelden zijn Daniel Defoe's Robinson Crusoe en satiers als Gulliver's Travels bij Jonathan Swift, exotische verhalen als Clarissa van Samuel Richardson.
Theater werd nog meer populair. In het begin volgde men nog altijd Aristoteles zijn model, maar later week men ervanaf.
Engelse literatuur werd meer bekend doordat het allerdaagse leven een rol ging spelen. Waar eerst gesproken werd over Koningen en helden, werd nu het verhaal van alledaagse mensen verteld.

Addison & Steele
Twee essay schrijvers, Joseph Addison (1672-1719) en Sir Richard Steele (1672-1729), maakten met anderen journalisme in Engeland. Steele publiceerde een dagblad dat The Tatler heette in 1709. Het moest over binnen- en buitenlands nieuws gaan. Maar toen het blad enkele maanden bezig was en zijn vriend Addison hem ging helpen, veranderde er veel. Addison, die literatuur aan Oxford had gestudeerd, schreef ook stukken voor het blad (er kwam dus veel literatuur bij). Hij schreef over de debatten in Londen's koffiehuizen, kunst, literatuur, wetenschap en politiek. De stukken waren wel zeer kort en geschreven in een makkelijke stijl, zodat ook de lagere klassen het interessant zouden vinden.
Na twee jaar stopten ze met publiceren en begonnen ze een nieuw blad met meer structuur: The Spectator, gebasseerd op een idee van de bedachte groepen uit de maatschappij: 'the business community', 'te army', 'the city', 'the church' en 'the landed gentry'.
Een zogenaamde (outsider) man Mr Spectator zou hier over reporteren (soms subjectief).
Addison en Steele schreven deze dagelijkse stukken zelf en het blad was ook erg geliefd. Het meest populaire karakter was Sir Roger de Coverley, bedacht door Steele en uitgewerkt door Addison. Hij is een rechter maar geeft alleen maar om de wetten voor het jagen, is erg aardig ongeacht de omstandigheden.
– Blz 25 beschrijving van Sir Roger's huis en dienaars.

BROADSHEET (RED)Het dagblad kwam in. Door de ontdekking en verbetering van de drukpers zorgde voor meer publicaties van een boek. Toch werden er veel boekpublicaties door beoordelaars van de staat onderschept. Door voorbeelden van andere landen besloot Engeland ook de dagbladen te ontwikkelen: In 1605 publiceerde Abraham Verhoeven Nieuwe Tijdingen in Antwerpen, wat door heel Europa werd vervoerd. Een paar jaar later kwam DE Courante uyt Italien, Duytsland twee keer per week langs: dit was een aantal nieuwsartikelen dat coranto werd genoemd.

Het eerste engelse nieuwsblad was in 1621: The Corante, or newes from Italy, Germany, Hungarie, Spaine and France was een letterlijke vertaling van het Nederlandse prototype.
Pas 100 jaar later begonnen nieuwsbladen een belangrijke rol te spelen in Engeland. De ontwikkeling ervan werd gehinderd door The Civil War (1641-1645) en de Licensing Act (zeer strenge beperkingen om wat je schreef van '62 tot '94).
Ook de gedachtegang van men die schreef veranderde in de 18e eeuw: Daniel Defoe schreef in 1704 over zaken en politiek, waarvoor hij meerdere malen in de gevangenis kwam.
Dagblad van nu dat eind 18e eeuw begon: The Times and The observer.

Daniel Defoe (1660-1731)
Daniel Defoe zat in de business: hij deed in aandelen, wijn, tabak, baksteenfabriek, was geheim agent. Hij is herhaaldelijk failliet verklaard en was een schuldenaar. Naast zijn ondernemingen publiceerde hij ook verschillende media (pamfletten, essays, poëzie, romans en kranten). Hij schreef
                    Moll Flanders: komedie over een vrouw van lage komaf die door haar vele huwelijken en criminele activiteiten een eerlijk bestaan opbouwt.
                    Roxana: tragedie over een vrouw van lage komaf die door minnares te zijn van vele mannen geld verdient. Ze trouwt uiteindelijk, maar haar verleden komt uit. Ze verliest alles en sterft arm.
                    Robinson Crusoe (heel populair, er zijn verschillende versies door andere schrijvers van gemaakt): eerste moderne roman over een jonge schipbreukeling, zoon ve koopman, die aanspoelt op een eiland waar hij 22 jaar overleeft (hij bouwt een hutje, beschermt zichzelf tegen de inheemse kannibalen). Het verhaal legt nadruk op persoonlijke gevoelens en ontwikkeling, dit was ongewoon voor Defoe’s tijd.

Fragment Robinson Crusoe: Crusoe ziet een inheemse die gevangen is genomen door de kannibalen. De inheemse doet een ontsnappingspoging en slaagt mbv Crusoe (die schiet zijn 2 achtervolgers neer). Crusoe noemt hem Friday en neemt hem als slaaf. De volgende ochtend gaan ze terug naar het “kamp” waar de kannibalen de andere 3 medegevangenen van Friday hebben opgegeten. Ze verbrandden de resten (Friday had ze liever opgegeten; hij was zelf ook kannibaal).
In de Verlichting is iedereen gelijk, maar vooral de Westerse cultuur. Crusoe neemt Friday als slaaf, want wilden zijn in zijn ogen geen gelijken, Friday vindt het prima; hij bood zich aan. Crusoe geeft een gedetailleerde beschrijving vd resten, dit is realistisch. Het overleven geeft aan hoe rationeel men denkt in die tijd.

Jonathan Swift (1667-1745)
Geboren in Dublin, vlak na zijn geboorte stierf zijn vader en omdat zijn moeder niet alleen voor hem kon zorgen, werd hij bij welvarende familieleden ondergebracht en zo naar goede scholen gestuurd.
                    Tijdens zijn studententijd vond de Battle of the Boyne plaats, waardoor hij naar Engeland ging en een baantje aan het secretariaat kreeg. Na een aantal jaar zonder promotie werd hij predikant. Omdat hij daar ook niet veel verder kwam, ging hij terug naar het secretariaat en hielp de staatsman (Sir William) met zijn memoires.
                    Na de dood van Sir William ging hij weer naar Ierland om in de kerk te werken.
                    Hij ging terug naar London om in de politiek te gaan (dit is terug te zien in zijn werken). Ook hier kreeg hij geen invloedrijke positie.
                    Swift ging terug naar Ierland om als Deken te werken, hij begon aan zijn carrière als schrijver. Door ziekte verloor hij zijn spraakvermogen, werd dement en stierf.

Jonathan Swift schreef o.a.:
                    A modest Proposal: over de armoede die Ierland leed door Engeland.
                    Gulliver’s Travels: satire over de Britse samenleving, hij heeft persoonlijk de politieke en religieuze worstelingen meegemaakt.
Hierna schreef hij wat pamfletten die niet zijn bewaard.
                    The Journal to Stella: dit zijn brieven aan “Stella”, die waarschijnlijk zijn jeugdliefde Esther Johnson was. Hij heeft Jane Waring ten huwelijk gevraagd, maar werd afgewezen. Toen ze hem terug wilde, zei hij nee. Swift is nooit getrouwd, hij is wel begraven naast “Stella”.

Gulliver’s travels: het boek was zo populair omdat het in 1e instantie werd gelezen als kinderboek, maar later ook gezien werd als humoristisch boek voor volwassenen (dat het humoristisch is, is verrassend: Swift zelf was een verbitterd man). Het verhaal is op verschillende niveaus te interpreteren:
                    Een fantasieverhaal over iemand die wonderbaarlijke reizen maakt en aan het eind wijzer en bedroefder is.
                    Een allegorie op de politiek: het is commentaar op London, Engeland en Europa in die tijd. Omdat het fictie was, kon hij niet worden beschuldigd van opruiing.
                    Een satire: het maakt bekende personen belachelijk.
Het boek is nog zo bekend omdat de problemen die Swift belachelijk maakt, universeel en tijdloos zijn. Lemuel Gulliver’s travels zijn eigenlijk 4 reizen. De bekendste is de 1e: Voyage to Lilliput. Gulliver is dokter op het schip “Antilope”, deze zinkt en Gulliver bereikt zwemmend de kust. Hij valt daar in slaap en wordt vastgebonden wakker. Hij is op het eiland Lilliput waar iedereen heel klein is. Men houdt hem onder bedwang met gifpijlen, en uiteindelijk wordt hij losgemaakt en naar de hoofdstad, Mildendo, gevoerd.

Fragment Gulliver’s Travels (1e reis, in Lilliput): Nadat Gulliver wakker is, gaat hij naar de hoofdstad. Hij kan alleen door de 2 hoofdstraten (die de vierkante stad in 4 kwadranten verdeeld). Gulliver draagt alleen een vest, anders maakt hij schade door zijn flappen. Hij wil het paleis bezichtigen, maar dat kan niet. Ze bedenken hier iets op: hij bouwt 2 krukjes die hij voorzichtig in de straten zet en daaroverheen loopt hij naar het paleis.
In zijn hand houdend vertelt de 1e minister aan Gulliver over onrust in Lilliput:
1.       Onrust in het binnenland: de bevolking is verdeeld in Tramecksan (high heels) en Slamecksan (low heels). De minister en voorouders zijn vd high heels, maar de kroonprins neigt naar de low heels.
2.       Onrust van buitenaf: Lilliput is al meer dan 70 manen in oorlog met Blefuscu, omdat ze asiel verlenen aan de mensen uit Lilliput die hun ei aan de grote kant open willen maken (van oorsprong was dit zo, maar de opa vd keizer sneed zich aan de grote kant. Toen veranderde de religie naar de kleine kant openmaken, hoewel de profeet Lustrog zei dat iedereen het ei naar kant van eigen keuze mag open maken).
Gulliver wil de Lilliputians alleen helpen met hun buitenlandse probleem, maar hij wil de mensen van Blefuscu geen slaven maken (de Lilliputians worden hier heel boos om en willen hem vermoorden). Gulliver vlucht naar Blefuscu waar hij een schip krijgt en terug naar Engeland gaat.

2e reis: Gulliver reist naar Brobdignac, het land vd reuzen. Hij wordt door een bewoner als huisdier en als entertainment gehouden, later verkocht aan de koningin. Ze bestuderen hem, ze geloven niet dat er ergens een heel volk kleine mensen is en dat ze oorlog voeren. Gulliver is niet blij met zijn lot, want hij wordt aangevallen door o.a. ratten en hagelstormen. Een vogel bevrijdt hem.

3e reis: Gullivers schip wordt gekaapt door piraten en hij strand op een eiland Balnibarbi, vlakbij Japan. Dit eiland wordt bestuurd door een ander eiland, Laputa, dat in de lucht zweeft. Ze zijn vreselijk slecht in alles wat praktisch is, maar wel heel trots op hun wetenschappelijke academie (hier worden nutteloze onderzoeken uitgevoerd zoals ontlasting terug laten keren naar zijn oorspronkelijke staat voedsel). Na een tijdje gaat Gulliver naar een ander eiland, Glubbdubdrib: eiland van magiërs. De gouverneur kan belangrijke personen uit het verleden laten verschijnen (bijv. Caesar). Ze vertellen over hun leven, maar dit is helemaal niet hetzelfde wat de geschiedenis vertelt. Daarna gaat Gulliver naar het eiland Luggnagg, het eiland van onsterfelijken. Ze zijn niet blij met hun lot: ze leven eeuwig, maar worden wel steeds zwakker. Hij keert terug naar Engeland via Japan.

4e reis (fabel, dieren met menseneigenschappen en Utopia-achtig verhaal): Gulliver is kapitein van zijn eigen schip, zijn crew muit tegen hem. Hij wordt in een bootje gezet en belandt op een eiland waar de Yahoo’s (aapmensen) hem bedreigen. Hij wordt gered door de Houyhnhnmns (paardmensen). De Houyhnhnms zijn heel netjes en gezond, en als ze horen over de Engelsen, worden ze boos dat zulk vreselijk soort de wereld regeren. Hij gaat terug naar Engeland en kan voor de rest van zijn leven alleen maar opschieten met paarden.

Samuel Richardson (1689-1761)
Samuel Richardson publiceerde in 1740 zijn 1e roman: Pamela, or Virtue Rewarded. Over een slavin die het geflirt van haar meester negeert, tot haar geduld op raakt en ze met hem trouwt. Het is een briefroman. Zo lijkt het heel realistisch en de gevoelens vd hoofdpersoon worden direct aan de lezer geopenbaard. Verder zijn de problemen en personages heel herkenbaar.

In zijn 2e roman, Clarissa, verfijnde Richardson zijn schrijfskills. De heldin is een vrouw met hoge status. Het is weer een briefroman, en de personages zijn psychologisch goed ontwikkeld (dus geloofwaardiger, hierdoor is dit Richardson’s beste werk). Samuel Richardson is de vader vd moderne literatuur: de roman werd een algemeen geaccepteerd werk en gaat ook over het “echte” leven.

Clarissa gaat over een goed opgeleide jonge vrouw. Robert Lovelace moet met haar zus Arabella trouwen, maar dan blijkt dat alle goeds dat hij over haar heeft gehoord eigenlijk over Clarissa ging. Lovelace doet Arabella een aanzoek op een moment dat ze moet weigeren. Clarissa moet met Solmes trouwen, maar ze houdt van Lovelace. Als ze weigert te trouwen, is dat familieverraad. Ze vlucht samen met Lovelace.

Fragment Clarissa: een brief van Clarissa aan haar vriendin Anna Howe. Ze schrijft over een brief die ze van Lovelace heeft gekregen. Hij heeft gehoord dat Solmes zei dat hij met het meest verlegen meisje vh land trouwt (dwz vrouw was onderdanig aan de man, hierdoor wordt Solmes onsympathiek gevonden). Lovelace vindt dat hij een betere partij is, omdat ze aan Solmes geen goede partij hebben. Hij wil dit zelf met haar vader/oom bespreken (zaken gaan voor de bruid in kwestie). Clarissa beseft dat wanneer ze deze briefrelatie met Lovelace verbreekt, ze overgeleverd is aan Solmes. Ze is erg gebonden aan de conventies van haar tijd en vindt het erg ongemakkelijk dat Lovelace haar zo direct benadert (ongepast), maar verzet zich toch tegen haar ouders.

Henry Fielding (1707-1754)
Na een bevoorrechte opleiding werd Fielding toneelschrijver . In  1737 kwam de wet van Theatrical Licensing Act. Hierdoor werden de meeste van zijn 22 toneelstukken afgekeurd, het waren politieke satires die als opruiend werden ervaren. Hij ging rechten studeren, maar dit werkte niet dus werd hij journalist. Hij schreef Shamela, een parodie op Richardson’s Pamela (hij maakte het onwaarschijnlijke plot belachelijk) en Joseph Andrews. Hij trouwde in 1734 met Charlotte Cradock, die model staat voor Sophia Western in zijn werk Tom Jones. Toen Charlotte overleed (1743), werd hij depressief en schreef niks. Hij trouwde met zijn kamermeisje (1747) en vond weer moed om te schrijven. Fielding werkte later als lage rechter en journalist, maar kreeg last van jicht dus verhuisde hij naar Lissabon.

In al zijn boeken beschrijft Fielding het menselijk falen met humor en ironie. Een fout maakt een mens geen slecht persoon, niemand was perfect. Verder deelde hij iedereen in een bepaalde sociale stand. Zijn personages zijn echter oppervlakkig en psychologisch niet goed ontwikkeld.
Fielding verschilde in sommige opzichten bewust van Richardson.
                    Hij introduceerde een aantal klassieke elementen in de moderne roman.
                    Hij was niet zo realistisch als Richardson, maar verhaalde wel over de menselijke natuur.

                    Hij houdt zich niet bezig met problemen uit zijn tijd, maar algemene universele problemen (daarom zijn zijn boeken nog steeds bekend). 

Tom Jones een luchtig, humoristisch verhaal. De personages zijn psychologisch niet goed ontwikkeld en geen toonbeeld van deugd (Tom gaat bijv. ook veel vreemd). Tom Jones is bij zijn geboorte te vondeling gelegd en wordt door een welvarende landbezitter (Squire Allworthy) opgevoed samen met de zoon van Alworthy’s zus, Blifil. Tom is knap en aardig, Blifil is onaangenaam. Tom wordt verliefd op Sophia Western, maar ze is beloofd aan Blifil. Er gebeurt iets waardoor Allworthy Tom uit huis zet zonder geld. Tom gaat naar London om geluk te zoeken en Sophia ook. Door ongelukkig toeval raakt Tom steeds verder in problemen en ziet Sophia nooit. Tom wordt in London vals beschuldigd en moet hangen, maar de waarheid komt op tijd uit. Verder blijkt dat hij Squire’s officiële erfgenaam is en dus met Sophia mag trouwen.

Fragment 1 Tom Jones: Tom Jones is geboren om te hangen, vanaf zijn geboorte begaat hij al zonden (hij heeft eten gestolen om armen te helpen). Hij wordt nadelig geïntroduceerd, omdat de schrijver nou eenmaal de waarheid moet vertellen.


Fragment 2 Tom Jones: Sophia’s moeder is tegen haar wil met Sophia’s vader getrouwd. Ze zien elkaar alleen met het avondeten. Sophia’s moeder is meer een goede slavin dan een goede vrouw, wat niet hoorde: de man moest zaken buitenshuis regelen en de vrouw binnenshuis, zodat er een soort van gelijkwaardigheid was. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten