zondag 16 juni 2013

Maatschappijleer samenvatting Rechtstaat (hoofdstuk 4 t/m 8)

Rechtsstaat
Het legaliteitsbeginsel → iemands vrijheid mag alleen ingeperkt worden als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen. 
Dit is de reden dat Nederland zoveel rechtsregels en wetboeken kent (Wetboek van Strafrecht, Wegenverkeerswet, Wet op de economische delicten, Burgelijk Wetboek) en waarom er steeds meer bij komen.
Rechtsorde → het geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen én de manier waarop het recht is georganiseerd.

Rechtsorde en rechtsstaat zijn niet hetzelfde;
Rechtsorde is het geheel van recht in een land
Rechtsstaat is een specifieke soort staatsvorm die aan bepaalde eisen voldoet.
Iran: wel rechtsorde (veel regels, rechtbanken) maar geen rechtsstaat (schenden van regels).

Hoe zit de rechtsorde van ons land in elkaar?
  • Wat zijn rechtsregels en wat is het verschil met andere soorten regels?
  • Hoe zijn de rechtsregels ingedeeld?
  • Hoe is de rechterlijke macht georganiseerd?
Rechtsregels zijn gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd. 
2 redenen voor het opstellen van rechtsregels:
  • Doelmatigheid, zodat er duidelijke afspraken zijn.
  • Zedelijk bewustzijn, zodat er regels zijn die de waarden weerspiegelen die we volgen.
Rechtsregels bevorderen gedrag in termen van legaal en illegaal, van juridisch geoorloofd of niet-geoorloofd (Gij zult niet doden, inkomensbelasting, schulden afbetalen).

Sociale regels zijn regels die niet zijn opgeschreven en geven een beoordeling van gedrag in termen van wel of geen rekening houden met anderen (sociaal zijn).
Morele regels hebben een zwaardere lading en geven een beoordeling van gedrag in termen van goed en kwaad.
Soms vallen de drie soorten regels samen, zoals bij het verbod om iemand te vermoorden.
Niet alle rechtsregels zijn moreel (de rassenwetten van vroeger) en omgekeerd zijn sommige morele regels (geld aan armen geven) niet rechtsregels. Ook veranderen de reels in de loop der tijd, omdat normen en waarden van mensen ook veranderen. Als rechtsregels overeenstemmen met onze morele opvattingen zorgt dat bij burgers voor een gevoel van rechtvaardigheid.

Het systeem van rechtsregels kent een indeling in rechtsgebieden: De belangrijkste is die in privaatrecht en publiekrecht.
Privaatrecht regelt alle relaties tussen burgers onderling
Publiekrecht regelt alle relaties tusen burgers en overheid

In het privaatrecht gaat het om horizontale relaties, dus tussen burgers onderling (zelfde 'niveau'). Het zijn meestal rechtsbetrekkingen die voortvloeien uit de vrije wil van mensen om met elkaar te handelen. De regels van het privaatrecht, dat ook het burgerlijk recht of civiel recht heet, zijn neergelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW).
Bij privaatrecht gaat het om wederzijdse rechten en plichten.
Tot het privaatrecht behoren onder meer de volgende gebieden:
  • Personen- en familierecht, mbt huwelijk, scheiden, geboorte of dood.
  • Ondernemingsrecht, mbt stichtingen, verenigingen en bv's.
  • Vermogensrecht, mbt het persoonlijk vermogen (huurovereenkomst of arbeidsovereenkomst) maar ook mbt tot een erfenis (dat is NIET familierecht!).
Het publiekrecht regelt de verticale relaties, dus tussen burgers en de overheid (verschillende 'niveau'). Het publieke belang komt altijd aan de orde (bijv leerplicht belastingplicht, volksgezondheid). De zaken zijn zo belangrijk dat de overheid die niet overlaat aan de vrije keuze van burgers. 
Tot het publiekrecht horen de volgende gebieden:
  • Staatsrecht, mbt inrichting van de Nederlandse staat (grondwet, bevoegdheden van ministers, rechten van de 2e kamerleden en de Kieswet).
  • Bestuursrecht, mbt bestuuractiviteiten van de overheid (vergunningen voor bouwen, belastingrecht en ruimtelijke ordening).
  • Strafrecht, mbt wettelijke strafbepalingen.
Rechterlijke macht → de derde macht in de trias politica (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) aan en tegelijkertijd de gehele juridische organisatie van de rechtspraak. 
Deze is als een piramide opgebouwd: 19 rechtbanken, 5 gerechtsshoven en 1 Hoge Raad.
Rechtsbescherming → Iemand kan worden vrijgesproken door een vormfout van de overheid(/politie). Verdachten en gedetineerden hebben dan grondwettelijke rechtsbescherming.

Belangrijk punt is onschuldvermoeden: een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Daarnaast heeft een verdachte bij zijn arrestatie recht op een advocaat. Als hij daar geen geld voor heeft krijgt hij een pro-Deo advocaat toegewezen.
Het legaliteitsbeginsel staat er garant voor dat niemand zonder vorm van proces in de gevangenis mag worden gestopt. Alle regels mbt de fasen van opsporing en berechting van strafbare feiten, staan in het Wetboek van Strafvordering. Deze regels bij elkaar noemen we strafprocesrecht.

Er zijn 6 fasen in het gehele traject na ontdekking van een misdrijf tot aan het moment dat men de gevangenis in gaat:
  1. Aansporing
  2. Opsporing (onderzoek van het misdrijf) olv officier van Justitie
  3. Vervolging door het Openbaar Ministerie
  4. Berechting door rechter(s) tijdens een openbare terechtzitting
  5. Eventueel hoger beroep en cassatie
  6. Uitvoering van de opgelegde strafbepalingen
1. Aanhouding → Als je verdacht bent, mag de politie je staande houden (laten stilstaan en vragen naar je personalia). Een verdacht persoon kan de politie aanhouden (arresteren en meenemen naar het politiebureau voor verhoor). Als iemand op heterdaad wordt betrapt is iedereen bevoegd degene vast te houden tot de politie komt (ook een gewone burger).
2. Opsporing → De politie begint met het verzamelen van informatie, zoals het verhoren van de verdachte en getuigen. Het verslag hiervan gaat als proces-verbaal naar de officier van justitie die het opsporingsonderzoek verder leidt en beslist of de zaak voor de rechter komt.
Opsporingsbevoegdheden
De politie mag tijdens opsporingsonderzoek dwangmiddelen gebruiken zoals fouilleren en inbeslagname van bewijsmateriaal. Voor sommige dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig van de officier van justitie of rechter-commissaris, omdat er grondrechten van mensen in de weg staan (zoals een huiszoekingsbevel, machtiging tot binnentreding en infiltratie in misdaadorganisatie).
Verdachte langer vasthouden
Rechtsstaat herken je doordat niet iedereen langer mag worden vastgehouden en een verdachte het recht heeft te weten waarvoor hij verdacht wordt. Na de eerste 6 uur op het politie bureau kan een (hulp)officier van justitie 2x toestemming vragen om iemand 3 dagen vast te houden. Daarna moet een rechter0comissaris toestemming geven voor verlenging.
Als de officier van justitie of de advocaat de voorbereidingen voor een strafzaak na max. 110 dagen voorarrest nog niet heeft afgerond, volgt er een pro-formazitting. Daarin kan de rechter besluiten het voorarrest te verlengen en de rechtszaak uit te stelen.

3. Vervolging → Bij het vervolgingsmonopolie beslist de officier van justitie (die het Openbaar Ministerie vertegenwoordigt) of een zaak voor de rechter wordt gebracht.
Ook op andere manieren kan een strafzaak afgehandeld worden:
  • Transactie voorgesteld door officier (geldboete of taakstraf en wordt niet verder vervolgd).
  • De officier kan seponeren (besluiten niet verder te vervolgen).
4. Berechting → Bij strafvervolging krijgt de verdachte een dagvaarding. In deze brief staat wanneer de verdachte voor de rechter moet verschijnen en waarvan hij/zij beschuldigd wordt (de tenlastelegging). Een verdachte is niet verplicht bij de zitting van zijn strafzaak te zijn. Deze zaak begint bij de rechtbank en is openbaar. Slechts enkele zaken (minderjarige verdachten) zijn achter gesloten deuren. Op de terechtzitting hoort de rechter de getuigen en kijkt hij kritisch naar het bewijs dat tegen de verdachte is aangevoerd. Ook de verdachte wordt verhoord. Aan het eind van de zitting houdt de officier van justitie zijn requisitoir (schuld aantonen) en vraagt om een bepaalde straf, waarna de advocaat zijn pleidooi (onschuld aantonen) houdt. De verdachte heeft het recht op het laatste woord. De rechter doet max 14 dagen erna zijn uitspraak (7 stappen in totaal).

5. Hoger Beroep → Dit is na het vonnis mogelijk bij het gerechtshof, waar de strafzaak helemaal wordt overgedaan. Dit kan de verdachte doen, maar ook de officier van justitie als die vindt dat er een te lage straf is gegeven. Ook is cassatie daarna nog mogelijk bij de Hoge Raad. Die kijkt of het recht juist is toegepast. De uitspraak van de Hoge Raad is bindend.

6. Uitvoering van de opgelegde straf → Een opgelegde gevangenisstraf wordt uitgevoerd door de 'uitvoerende macht', het inisterie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen. De officier van justitie blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken. De gevangenen hebben ook nog het recht voor gedetineerden. Ze hebben recht op voeding, bezoek en ontspanning. Gedetineerden hebben recht op voorwaardelijke invrijheidstelling na het uitzitten van 2/3 van de straf. Ex-gedetineerden hebben recht op ondersteuning van de reclassering bij terugkeer naar de maatschappij; de maatschappij is veranderd en ze krijgen te maken met vooroordelen.

Lombroso-theorie (Lombroso) → Je kan criminelen herkennen aan hun uiterlijk (asymmetisch gezicht, hoge jukbeenderen), het is erfelijk bepaald.
Rationele-keuzetheorie (Felson) → Ieder kiest voor de meest gunstige optie voor zichzelf, en weegt dmv rationeel denken de voor- en nadelen tegen elkaar af.
Sociobiologie (Wilson) → Erfelijke factoren (DNA) wegen net zo hard als opvoeding en cultuur. Asociale kinderen hebben bijv een lagere hartslag en dus minder angst (voor straf).
Bindingstheorie (Hirschi) → We hebben allemaal criminele neigingen, alleen sommigen willen niet zomaar hun bindingen op het spel zetten (familie, vrienden, collega's etc). Mensen die crimineel zijn hadden/hebben weinig bindingen.
Psychoanalyse (Freud) → Er is een verband tussen crimineel gedrag en een storing in de psychee. De psyche is opgebouwd uit drie delen (id, ego en superego):
  • Het id is het onderbewuste en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit.
  • Het ego is het bewuste deel dat de overhand krijgt als we 'volwassen' worden.
  • Het superego is het geweten waardoor we gevoelens van schuld en schaamte krijgen.
Wanneer de balans verstoord raakt, kan dit afwijkend of crimineel gedrag veroorzaken.
Aangeleerd-gedragtheorie (Sutherland) → Crimineel gedrag is aangeleerd. Wanneer mensen intensief contact hebben met criminelen is de kans groot dat zij ook crimineel worden.
Anomietheorie (Merton) → Mensen tonen crimineel gedrag als ze hun levensdoelen niet kunnen behalen. Sommigen zullen hun doelen bijstellen, dan maar geen/niet... Het illegale pad volgen om de doelen te bereiken noemt Merton anomie (niet volgens de gangbare, wettelijke regels).

Strafrecht ondersteunt de rechtsstaat met:
  • Je kunt niet gestraft worden voor iets wat je hebt gedaan toen het nog niet strafbaar was (legaliteitsbeginsel komt op!).
  • De strafbepaling moet duidelijk zijn opgeschreven zodat iedereen weet wat er wel en niet mag.
  • De ne bis in idem-regel, je mag nooit twee keer vervolgd worden voor hetzelfde feit.
Strafbepalingen opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (WvS), die uit drie delen bestaat:
  • Algemene bepalingen, bijv. wanneer is iemand medeplichtig?
  • Misdrijven, ernstigere strafbare feiten (moord, doodslag, mishandeling).
  • Overtredingen, minder ernstige strafbare feiten (verboden toegangsbord negeren).
Misdrijven zijn hogere straffen en blijven langer in je justitiële documentatie staan.

De inhoud van alle strafbepalingen heet het materiële strafrecht. Hierin staat wat de maximale straf is van iemand die... doet.
Strafuitsluitingsgronden → iemand heeft een misdrijf gepleegd, maar krijgt door de omstandigheden geen straf opgelegd. Er is onderscheid tussen rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.

Rechtvaardigingsgronden → Gepleegde feit is bij bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar:
  • Noodweer, je verdedigt jezelf of een ander tegen geweld. Dit is als het tegengeweld vergelijkbaar is met de dreiging.
  • Overmacht-noodtoestand, bepaalde regel negeren om iemand te redden.
  • Ambtelijk bevel, een wet overtreden in opdracht van een ambtenaar in dienst (gedwongen worden door agent bij een ongeluk op de vluchtstrook te rijden).
Schulduitsluitingsgronden → Het feit wel strafbaar maar de dader heeft geen schuld:
  • Psychische overmacht, psychisch gedwongen worden om een misdaad te plegen (mishandelde vrouw doodde haar man).
  • Noodweerexces, als je in een paniekreactie (tgv de aanval), de verdediging overschrijdt en zelf gaat aanvallen.
  • Ontoerekeningsvatbaarheid, met geestelijke stoornis doe je iets wat je niet weet, je krijgt hierbij tbs (sommige behandeling, anderen 'longstay').
  • Afwezigheid van schuld, de persoon in kwestie weet niet dat hij een strafbaar feit begaat.
Soorten straffen:
  • Geldboete, 760.000 voor volwassenen en 3.800 voor jongeren. Boete niet betalen? Gevangenis! Dit geldt niet voor bekeuringen, dat zijn transactievoorstellen.
  • Taakstraf, oftewel alternatieve straf (ipv geldboete of vrijheidsstraf). Maximaal 240 uur en/of een leerstraf (max 480 uur).
  • Vrijheidsstraf, bij overtredingen een hechtenis (max 1 jaar). Bij misdrijven een gevangenissstraf (max levenslang).
Daarnaast ook nog bijkomende straffen, die een relatie hebben met het gepleegde delict (te hard rijden = bekeuring + rijbewijs innemen).
Ten slotte kunnen ook nog
strafrechtelijke maatregelen worden opgelegd, zoals schadevergoeding, verplichte behandeling in afkickkliniek, tbs etc.

5 functies van straf:
  • Wraak en vergelding (misdaad mag niet lopen, oog om oog, tand om tand)
  • Afschrikking (burgers ervan weerhouden misdaad te plegen)
  • Voorkomen van eigenrichting (als de overheid niet straft, gaan de burgers het wel doen)
  • Resocialisatie (leven beteren, heropvoeden)
  • Beveiliging van de samenleving (veilig gevoel bij burgers)
Strafrecht voor minderjarigen → onder de twaalf jaar kan je niet vervolgd worden, en tussen de 12 en de 18 ben je minderjarig, het jeugdstrafrecht. Bij lichte misdrijven (stelen, vernieleingen) kom je bij een Haltbureau. Je krijgt dan een taakstraf en hoeft niet naar de rechter. Bij zwaardere misdrijven kom je voor de kinderrechter. Deze kan jeugddetentie opleggen, die in een jeugdgevangenis moet worden doorgebracht. Bij ernstige persoonlijke stoornissen kan de rechter ook een verblijf in een behandelcentrum opleggen. Jeugdstrafrecht is gericht op resocialisatie.

De laatste tien jaar vind de bevolking dat de straffen te laag zijn. Hierdoor zijn er meer levenslange straffen opgelegd, en is de maximale tijdelijke straf verhoogd van 20 tot 30 jaar. De reden hiervoor was de vervroegde invrijheidstelling. Ook wil men een apart adolescentenstrafrecht, zodat jongeren tussen de 15 en de 18 jaar zwaarder kunnen worden gestraft. Ook staan de taakstraffen ter discussie, men komt er te makkelijk mee weg vinden de burgers. Dit is vergelijkbaar met de discussie over tbs, waarbij er bij proefverlof veel problemen zijn gekomen.

- blz 60 en 61 doorlezen - 


§7: Burgerlijk recht en bestuursrechtBurgerlijk recht → 2 burgers tegenover elkaar (burgers in de zin van mensen & rechtspersonen zoals stichtingen en bv’s)
  • Eiser (degene die de zaak aan de rechter voorlegt) tegenover gedaagde (degene waarvan iets geëist wordt)
  • Horizontaal (burgers beginnen zelf een rechtszaak, rechter is passief: hij zoekt zelf niet naar bewijzen, maar weegt aangedragen argumenten en bewijzen tegen elkaar af).
Verloop van een burgerlijke rechtszaak:
  • De eiser stuurt de gedaagde een dagvaarding. Deze bevat:
    • Naam van de eiser
    • De eis
    • Motivatie van de eis
    • Tijdstip en plaats van de rechtszaak
Een advocaat is niet nodig, maar bij grote ingewikkelde zaken ben je verplicht je te laten vertegenwoordigen door een procureur (die kent de regels, zo ontstaat geen onnodig oponthoud). Vaak treden advocaten op als procureur.
  • Uitspraak: de rechter bepaalt wie gelijk heeft, de verliezende partij moet:
    • Toegeven (bijv. geen geluidsoverlast veroorzaken). Doet de partij dat niet, dan wordt er een dwangsom geëist (boete). Wordt deze ook niet betaald, dan kan een deurwaarder beslag leggen op eigendommen.
    • Een schadevergoeding betalen. Doet de partij dat niet, wordt er een deurwaarder langs gestuurd of een loonbeslag opgelegd (elke maand wordt automatisch een deel vh inkomen vd verliezer betaald aan de winnaar).
  • Eventueel kort geding: een versnelde en vereenvoudigde procedure die wordt behandeld door een zogenaamde voorzieningenrechter. Deze doet in zijn eentje een uitspraak en geeft altijd een voorlopig oordeel (hierna volgt altijd een normaal burgerlijk proces, de bodemprocedure).
Bestuursrecht → burgers tegenover de overheid
  • Overheid tegenover burger
  • Net als strafrecht is bestuursrecht verticaal (initiatief ligt bij de overheid als openbare aanklager, de rechter heeft een actieve rol en de rechter bewaakt de positie van de verdachte, die een veel minder machtige rol heeft).
4 terreinen waarop bestuursrecht een grote rol speelt:
  1. Geven van vergunningen voor bouw, milieu, jacht, wapens, horeca, taxi, parkeren, bordelen enz (voor de voorwaarden en eisen waaraan je als aanvrager aan moet voldoen)
  2. Verstrekken van uitkeringen en subsidies: bijstandsuitkeringen, kinderbijslag, huur- en zorgtoeslag, subsidies voor welzijnsinstellingen, orkesten, theatergezelschappen enz.
  3. Behandeling van asielaanvragen en verblijfsvergunningen. Vluchtelingen in ons land hebben recht op een gratis advocaat en tolk. Bij afwijzing kunnen ze naar de rechter stappen en in beroep gaan bij de Raad van State.
  4. Opleggen en innen van belastingen zoals btw, inkomsten- en motorrijtuigenbelasting (elke soort belasting wordt geregeld in een aparte wet)
§8: Internationale vergelijkingen
De UVRM (universele verklaring vd rechten vd mens) is een intentieverklaring, geen verdrag en dus niet bindend. Het EVRM (Europees verdrag ter bescherming vd rechten vd mens) is wél een verdrag: de rechten zijn afdwingbaar. Net als het Verdrag van Genève (rechten van politieke vluchtelingen en asielzoekers). De internationale verdragen staat boven het nationale recht. Er zijn ook internationale rechtbanken:
  • Internationaal Gerechtshof (Den Haag, 1946): 15 door de VN aangewezen rechters buigen zich over rechtsgeschillen tussen staten (bijv. grensconflicten)
  • Oorlogstribunalen: dit zijn geen permanente rechtbanken, ze worden gebruikt om oorlogsmisdadigers te berechten en worden opgeheven als er geen verdachten meer gevonden/voorgeleid kunnen worden.
  • Internationaal Strafhof (Den Haag, 2002): staatshoofden die vroeger vrijuit gingen, kunnen hier worden berecht voor schending vd mensenrechten en misdaden tegen de menselijkheid. VS, Rusland, China en India erkennen het Internationaal Strafhof niet omdat zij hun zeggenschap op dit gebied niet willen opgeven.
De EU fungeert als waakhond voor het rechtsstatelijk karakter van lidstaten (je moet een rechtsstaat zijn om tot de EU toe te treden). Onderling kan de inrichting vd rechtsstaat vd EU-lidstaten verschillen, maar iedereen is het eens met het verbod op de doodstraf (al heeft de VS dit wel).
VS in vergelijking met NL

  • Invloed vd bevolking
    • In Amerika is er net als in NL een democratie: burgers kiezen de wetgevende macht. Amerikanen kiezen ook hun president, lagere rechters en kunnen zelf worden opgeroepen om plaats te nemen in een jury.
  • Macht vh staatshoofd
    • In Amerika heeft de president het vetorecht en het opperbevel over het leger. Met het vetorecht kan hij wetten tegenhouden. Als opperbevelhebber vh leger kan hij zelfstandig besluiten over de inzet vd Amerikaanse soldaten.
    • In NL hebben het kabinet en de minister-president minder macht: alles moet worden goedgekeurd door het parlement.
  • Onafhankelijkheid vd rechters
    • In Amerika heb je het Amerikaanse Hooggerechtshof: 9 rechters worden voor het leven benoemd door de president. Het heeft ook de speciale taak om alle Amerikaanse wetgeving te toetsen aan de Amerikaanse grondwet.
    • In NL heb je de Hoge Raad: de rechters worden voor het leven benoemd op voordracht vd 2e Kamer (in praktijk doet de HR zelf een voordracht en de 2e Kamer neemt deze over). De HR heeft alleen de bevoegdheid om rechtszaken in cassatie te behandelen. Alleen het parlement mag oordelen of een wet/verdrag in strijd is met de grondwet.
  • Rechtssysteem
    • In Amerika kan iedereen zonder strafblad gevraagd worden in een jury plaats te nemen. Jury doet alleen uitspraak bij uitspraak over schuldvraag (Amerikanen zijn trots dat burgers hierdoor zo betrokken zijn bij rechtspraak).
    • In NL worden uitspraken alleen gedaan door rechters (burgers zijn zgn. te emotioneel en niet onpartijdig genoeg).
  • Grondrechten
    • In Amerika zijn bijna geen sociale grondrechten, klassieke grondrechten zijn wel goed geregeld: meer religieuze vrijheid en recht op vrij wapenbezit (oorspronkelijk bedoeld om snel een burgermilitie te kunnen vormen tegen indringers, nu is het punt van discussie). Grondrechten zijn niet voor iedereen in gelijke mate (blanken meer dan zwarten, verdachten hebben minder grondrechten). In Amerika zijn grondrechten aan minder strikte regels gebonden: uitlokking is toegestaan (iemand aanzetten tot een strafbaar feit en dan arresteren). Verder biedt de Patriot Act, om aanslagen te voorkomen, de ruime bevoegdheid om burgers in de gaten te houden en terreurverdachten lange tijd zonder proces vast te houden.
  • Straffen
    • In Amerika is de doodstraf toegestaan en plea bargaining (advocaat en aanklager sluiten een deal als verdachte bekent -> aanklager laat zwaardere aanklacht vervallen als verdachte een lichtere aanklacht bekent). Verder bestaat de Three Strikes and You’re Out Law (je wordt zwaar gestraft als je voor de 3e x een misdrijf pleegt).
    • In NL is dit niet mogelijk, alleen veelplegers hebben kans op hogere straf.
  • Het verschijnsel klassenjustitie: als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevoordeeld boven mensen uit de lagere sociale klasse.
    • In Amerika krijgen Afro-Amerikanen en Latino’s 2 tot 3x hogere straffen dan blanken. Ze krijgen ook vaker de doodstraf.
    • In NL krijgen werklozen vaak langere gevangenisstraffen dan mensen met een baan. Verder worden overtreders van milieuwetten en fraudeurs naar verhouding minder streng gestraft.    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten