dinsdag 18 juni 2013

Nederlands Literatuur (2eSV) Verlichting (GEEN ROMANTIEK) - uitgebreider schrijvers

Nederlands samenvatting

Aan het einde van de Gouden eeuw (1670) ontstaan er dichtgenootschappen (vergelijkbaar met de rederrijkerskamers). De leden gaan ervan uit dat het scheppen van literaire werken te leren is als men enige aanleg heeft, en lieten zich inspireren door klassieke en Franse auteurs.
De drang naar kennis omtrent de mens en natuur (waarneembare werkelijkheid) neemt toe. Het ratio werd belangrijk tegelijk met beschaving en bewustzijn van realiteit.

Algemene kenmerken van het rationalisme:
  • Menselijk verstand wordt leidend principe bij de visie op het bestaan.
  • Met ons verstand kunnen we achter de waarheid komen.
  • Waarneembare werkelijkheid is het uitgangspunt.
  • Onnatuurlijkheid en gewichtigheid worden afgekeurd.
  • Vroegere auteurs (ook klassieken) worden kritisch bestudeerd en men meent (onterecht) hen te hebben overtroffen.
Algemene kenmerken van het classicisme:
  • Strikt volgen van regels/voorschriften die over literair werk gingen.
  • Klassieke en Franse auteurs zijn een voorbeeld.
  • De voorschriften gingen over orde, duidelijkheid en streven naar perfectie (vormgeving).
De Verlichting → een progressieve stroming waarin allerlei nieuwe ideeën werden verkondigd. Vaak alleen aantoonbaar in proza
In het toneel en poëzie heerste het neoclassicisme (men volgde de klassieke regels na die door de Franse dichter Boileau waren opgesteld in zijn Art poetique). Hij had echter geen proza besproken, waardoor er daar veel vrijheid was (voor al het nieuwe).
  • De Encyclopedie → prozaliteratuur is didactisch: literatuur was een middel om de lezer nieuwe, rationele ideeën te bieden. Er kwam een bloei van het essay en het aforisme (uit de Renaissance). Het grootste didactische werk uit de Verlichting is de Encyclopedie, dat is geschreven olv Diderot. Men wilde hierin de lezer niet alleen informatie geven, maar hem ook op de rationele weg te tonen (geloofszaken werden kritisch beschreven).
  • Tijdschriften → Uitbreiding van Verlichtingsideeën kwam door de uit de 18e eeuwse tijdschriften. Ze waren niet zuiver informatie, maar (in de geest van de Verlichting) didactisch-moralistisch. Men kon lezen over literatuur, beeldende kunst, wetenschap etc. Ook kwamen er brieven, fabels, korte verhalen etc in voor. De stijl was eenvoudig men wilde de burgerij opvoeden. In Engeland was de bekendste The Spectator.
  • Imaginair reisverhaal → Overheerste op episch-didactisch gebied in de literatuur. Het was een verhaal waarin men een ries beschrijft die nooit heeft plaatsgevonden, maar toch wordt beschreven alsof het non-fictie is. Het was erg geliefd, omdat de auteurs landen konden beschrijven met verschillende bestuursvormen, en hier hun mening over kwijt konden (= indirect commentaar op eigen bestuursvorm). Soms komt de hoofdpersoon in een ideale wereld, een utopie. De boeken noemen we dan romans of utopieën. Denk hierbij aan Gulliver's travels van Swift of Reize door het apenland van Schasz.
  • Robinsonade → roman over 1 of meerdere personen die afgezonderd raken van de buitenwereld en moeten overleven. Komt van Robinson Crusoe van Defoe. De robinsonades waren een ideaal genre om te laten zien dat men zich staande kan houden door het ratio.
  • De roman → Het gaat juist om de personen ipv de ideeën achter het verhaal. Auteurs proberen hun karakters te tekenen (psychologische roman) of te laten zien hoe ze veranderen (ontwikkelingsroman). Satiren en robinsonades zijn tijdloos, romans spelen af in een tijd en ruimte. Dit maakt het realistischer.
Algemene kenmerken van de verlichting:
  • Redelijk denkende mens geeft het volk leiding en kennis.
  • Veel actuele kwesties koen daarbij aan bod.
  • De mens is van nature goed en zijn gezond verstand zorgt dat hij goed blijft.
  • Het beeld van de wereld moet geleidelijk helder en duidelijk worden.
De Verlichting begint officieel in 1669, de datum waarop in Amsterdam het literaire genootschap 'Nil volentibus arduum(=voor wie wil, is niets onmogelijk)' werd opgericht. Literatuur, dichterlijke arbeid heeft alles te maken met wilskracht. De renaissance dacht hier anders over: het was een geschenk van de Goden en je werd geacht dit uit te breiden dmv jaren lange studie en onderwerping. De verlichting verjaagd de muze van non-fictie naar fictie, en literatuur is vrij.

Voor de 18e eeuw leidde de lezer een schimmig bestaan; hij was aanwezig maar zonder mening. De Verlichting herontdekt de lezer, maakt hem het centrale figuur van het literair gebeuren en zorgt dat hij een mening krijgt. Toch geven de auteurs nog kleine hints dat zij superior zijn.
De stukken lijden aan doorzichtigheid; na 30 pagina's is het doel van de schrijver al duidelijk.
Niet alleen de lezers worden met achterdocht behandeld, ook de shcrijvers zijn slachtoffers van hun tijd. Hij nam een schema aan van de toenmalige tijdsgeest wat hem ten slechte kwam.
De 18e eeuw wordt de eeuw van Voltaire genoemd. Multituli vindt dat deze oppervlakkige Franse denker teveel eer krijgt. Niet Voltaire, maar Newton is de echte geestelijke vader (zwaartekracht). Men wilde vooruitgang en waarnemingen dmv onderzoek. De tegenstanders wilden juist blindelings geloof in instanties, zoals bij de bijbel.
De Verlichting heeft weinig belangstelling voor de duistere kanten van het leven, al het leed en slechte is volgens hen terug te brengen tot die ene fundamentele fout: onwetendheid, bijgeloof, vrees om zelfstandig tedenken en resoluut het pad van vooruitgang willen inslaan.
De algemene opvatting van de Verlichting komt oveereen met het atheïsme, hier is ook een zekere omzichtigheid belangrijk. De Verlichting laat de natuur zien alsof het mythen zijn, terwijl juist het geloof zegt dat we God leren kennen door de natuur. Op langere termijn is dit de doodsteek voor de Verlichting en het begin van de Romantiek.

2 fundamentele problemen die meespelen in het literaire bedrijf:
  • Wijsgerig-godsdienstig probleem: Het protestantisme had twee tegenstrijdige opvattingen. De eerste zei dat de Bijbel de enige weg naar God is, maar de tweede zegt dat geloof en rede in harmonie zijn, en dat de Bijbel ons alles herinnert wat we al weten.
  • Politiek probleem: Opkomst van de patriotten die in opstand komen en Willem V afstoten.
Eind 18e eeuw valt Nederland terug tot tweederangsnatie, de Gouden Eeuw is geschiedenis (ook op artistiek en literair gebied).

Samenvattend tijdsbeeld
  • Sociaal verhoudingen: rijke bovenlaag + regenten vormen een gesloten groep tegenover de rest van de bevolking. De welvaart steeg midden 18e eeuw niet meer, boeren werden werkloos en urbanisatie. Dit zijn de oorzaken van revolutie en de romantiek. In 1789 brak de Franse revolutie uit. Ook heet het wel de pruikentijd: mannen kleden zich als vrouwen.
  • Kunst: droeg politieke en culturele ideeën uit, dmv strenge regels. Schilderkunst werd gekenmerkt door landschappen, stillevens en portretten. De verzamelnaam is burgerlijk realisme. Classicistische schilderijen zijn statig en evenwichtig met koele kleuren. Bouwkunst heeft rococostijl (sierlijk, licht) en neoclassicisme (ordelijk, symmetrie).
  • Muziek: Ontwikkeling van voorliefde voor soloconcert en sonate. Niet het verstand, maar het gevoel en emotie werd belangrijk. Kunstenaars kregen meer vrijheid.
  • Literatuur: werd beheerst door de 'letterkundige genootschappen'. Vrouwen waren de belangrijke lezers.
  • Proza: Onder Engelse invloed ontwikkeld. Men wilde nieuws, wetenschap en opinies. De romans onstonden met de tijdschriften.
  • Poëzie: bestaan grotendeels uit moralistische gedichten: je moet wijzer en deugdzamer worden ervan.
  • Toneel: Strakke vormvoorschriften, werd veel statischer met weinig leven en speling. De komedies waren minder vervelend: de hogere klassen werden bespot, het zedenblijspel.
Justus van Effen (1684-1735)
Het spectatoriale genre is afkomstig uit Engeland (The Spectator): een heterogeen gezelschap (dat een representatief beeld geeft van de bestaande maatschappij) discussiert in een besloten kring over alle mogelijke onderwerpen.

Effen was een opvoeder/gouveneur bij adellijke families. In zijn verblijf in Engeland zal hij het spectatoriale genre hebben leren kennen. Van Effen werd ook een bewonderaar voor de Franse cultuur; hij schreef in het frans. Hij schreef de Hollandsche Spectator van 1831 tot 1835. Het blad ging over ratio, opvoeding en de strijd tegen onwetendheid.
Men kan in Effen zijn uitspraken, een voorloper van Multatuli's ideeën zien. Toch is dat ver te zoeken: Effen blinkt niet uit door opvallende begaafdheden. Ook zoekt hij naar het knusse/gezellige en hij is oprecht sypathiek (wat werd aangezien als neerbuigende superiorieit). Een groot en oorspronkelijk denker is Effen niet, waardoor de Hollandsche Spectator meer op de geschiedenis dan literatuur focusst.

Hieronymus Van Alphen (1747-1803)
Wordt door Droogstoppel in Max Havelaar genoemd als het begin van de reeks fouten.
Op religieus vlak was van Alphen bij het piëtisme. Hij bleef na de dood van zijn vrouw alleen achter met drie kleine kinderen, die hij zelf wilde opvoeden. Dit hing samen met de nieuwe ideeën over opvoeding binnen Europa. Omdat goede kinderliteratuur nog niet bestond, begon hij ermee.
Hij inspireerde zich op Duitse voorbeelden en schreef in enkele maanden 24 kindergedichten, waaronder Jantje zag eens pruimen hangen. Deze hadden zo'n succes bij zijn kinderen dat hij het publiceerde in 1778. Het werd een groot succes en nam grote proporties aan. Hij kreeg meer plezier in schrijven en er volgden nog twee bundels, de laatste in 1782. Er was toen ook een illustrator met het werk bezig. Zijn werk heeft een omzet van meer dan een miljoen exemplaren.
Pas later kwam er kritiek. Dichter Genestet scheef slecht over zijn dichten in 1849, hij vond ze onnatuurlijk. Later nam hij zijn mening echter terug met een excuses.
Het succes van deze kindergedichten ligt hem ook in het veranderende tijdsbeeld; Alphen sprak de woorden die op dat moment in de lucht hingen; zoals de (her)ontdekking van het kind. Men dacht eerst dat kinderen een miniatuur versie waren van volwassenen, en dachten dat ze streng en barbaars opgevoed moesten worden. Er kwam echter een nieuw beeld; de mens is van nature goed en zal dus voor het goede kiezen, verpest dit niet door de opvoeding!
Sommigen zullen Alpen vergelijken met Rousseau (Romantiek). Toch is er een diepe kloof bij hun maatschappelijke idealen. Rousseau wijst de maatschappij en beschaving van tijd af, afzondering in de natuur zorgt voor productiviteit. Van Alphen wil juist de beschaving houden, zijn sociale idealen zijn dan ook rust, orde, godsdienst en toewijding.

Gerrit Paape (1752-1803)
Een schilder, dichter, journalist, romanschrijver, rechter, columnist en ambtenaar (aan het ministerie van Nationale Opvoeding).
Heeft Reize door het apenland (1788) geschreven onder schuilnaam J.A. Schasz. Dit verhaal is tegelijk met een imaginair reisverhaal, een satire. Er wordt spot gedroven op de politieke toestand in Nederland (eind 18e eeuw), vooral over de partriotten. Ook praat hij over het blindelings volgen van de massa tegen gezond verstand in.
De ik-persoon vlucht het land uit omdat hij van moord op zijn vrouw en dienstmeisje wordt verdacht en komt in het land der apen. De leiders willen apen tot mensen omvormen. Er zijn twee partijen; 'Nummer een' (gedrag moet veranderen) en 'Nummer vijf' (staart eraf). Nummer vijf wint de discussie, en snijden de staarten eraf, wat een grote catastrofe werd.

Pieter Langendijk (1683-1756)
Had als sterke karaktertrek onverschillig te zijn tegenover zijn familie en leven. Dit beïnvloedde ook zijn literair werk en met name diepgang en nuancering. Hij kreeg het zwaar met geld, werd arm en ging werken als Stadhistorieschrijver voor gratis onderdak en eten.
Hij vertaalde enkele tragedies uit het Frans, maar werd vooral beroemd door het dichten van blijspelen. Hij is een van de schaarse Nederlandse dramatische auteurs, die toneelteksten schrijft. Het woord gaat bij hem niet over actie, maar de actie gebeurt door het woord, spreken en handelen vormen samen een organisch geheel.
Zijn stukken bevatten een zedeles: men moet zijn grenzen kennen en respecteren. Maat en evenwicht zijn goede deugden. Ook het motief van masker komt steeds terug: men heeft de neiging een masker op te zetten en zich anders voor te doen. Dit heeft vaak noodlottige gevolgen.
Toch vind je in zijn werk minder diepgang dan je zou verwachten van zo'n talent. Hij bedenkt altijd moeilijke situaties die dan toch altijd weer goed aflopen. De karaktertekening is bij zijn stukken echter benedenmaats. Hij gebruikt dan ook de gemakkelijkheidsoplossing: types ipv karakters.

Zijn bekendste werk is Het wederzijdse huwelijksbedrog, wat kenmerken van een schelmenroman en een maskeradespel toont. In dit verhaal ontmoet de in de financiële problemen zittende Lodewijk de verarmde aristocraat Charlotte. Lodewijk doet alsof hij een rijke Poolse graaf is, en ook Charlotte doet zich rijker voor. Lodewijk's knecht (Jan) en Charlotte's meid (Klaar) doen ook gezellig mee met elkaar bedriegen. Als Karel, Charlotte's broer, op het toneel komt ontmaskert hij iedereen. Toch trouwen ze allemaal omdat ze smoorverliefd zijn.
Krelis Louwen of Alexander den Grooten op het Poëetenmaal (boek): een boer slaapt zijn roes uit en als hij wakker wordt hem verteld dat hij Alex de Grote is. Dit boek geeft van al zijn boeken de diepste karaktertekening.
De wiskunstenaars of 't gevluchte juffertje (boek): Twee geleerden praten over Copernicus. De een geloofd de theorie uit de ME, de ander de nieuwe theorie. Een van de twee wordt gek. Deze scène mag men een krachttoer noemen. Het sprankelt van leven, is komisch en bevat wetenschap.
Spiegel der Vaderlandsche Kooplieden: is een randgeval. Twee vrienden brachten het boek voor hem uit na zijn dood (postuum) en hebben eigenlijk zin oorspronkelijke werk verknoeid.

Betje Wolff en Aagje Deken
Een duo dat perfect in elkaar overging qua schrijfstijl.
De geëmancipeerde vrouw Elisabeth Bekker trouwt op haar 21e met de 52-jarige dominee Wolff. Hij wilt een rustig leven, terwijl Betje (=Bekker) juist levendig is. Bekje spreekt eerst zeer slecht over haar man, maar dit houdt na een tijd op als Wolff haar kant neemt bij een complicatie die ze heeft. Bij de complicatie schreef ze namelijk een stuk de onveranderlijke Santhorstsche Geloofsbelijdenis toen ze hoorde wat er op het landgoed Santhorsf besproken werd.
Ook schreef ze het gedicht De menuet en de domineespruik toen ze hoorde van een bruiloft waarbij er heel de avond werd gedanst door de vader van de bruid (deze moest fatsoen uiten en was protestants), en daar door anderen slecht op was gereageerd.
Nadat ze Aagje Deken had ontmoet en haar man Wolff was doodgegaan in 1777, vervulden ze hun droom en gingen ze samenwonen en aan slag met de literatuur. Ze hadden bijna nooit een meningsverschil en hadden erg veel talent. Sommigen speculeren dat zij ook samen een relatie hadden. Ze emigreerden later naar Frankrijk. Hun hoogtepunt was toen geweest, maar ze waren toch gegaan omdat de patriotten het land uit werden gezet en hun sympathie daar naar uitging. Ze werden bankroet en kwamen terug naar Nederland, en bleven trouw aan de Verlichting ook al was de Romantiek aangebroken; ze schreven nog De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart: de eerste briefroman uit de Nederlandse geschiedenis. Het gaat over de innerlijke veranderingen en ondervindingen van Sara, die al vroeg wees is geweest en met zwakheid van haar innerlijk en de onbetrouwbaarheid van de wereld kampt. Uiteindelijk helpt haar ongehuwde oom (door?) haar te trouwen. Het is een briefroman en het genre krijgt ook voorkeur van Wolff en Deken.
  • Het boek zet zich af tegen religieus fanatisme (erg veel meningen over in het boek)
  • Huichelarij wordt slecht aangezien (komt vaker terug in 18e eeuw; homo homini lupus est)
  • Zwakheid (men geeft te snel op)
  • Ideale mens is een gematigd mens (zelfdiscipline is goed)
  • Rede heeft de overhand

Negatief over het boek is dat het erg doorzichtig is (zoals voor de 18e eeuw was). Ook zijn alle karakters zwart-wit beschreven (zelfs hun namen stralen hun goede of slechte uit). Ook hadden de schrijvers altijd een mening ergens over, en als je het er niet mee eens was verdient in de buitenste duisternis gegooid te worden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten