woensdag 29 augustus 2012

Natuurkunde H1 (klas 4)


Tabellen
-   Linkse kolom: onafhankelijke grootheid (grootheid die je zelf bepaalt)
-   Rechtse kolom: afhankelijke grootheid (grootheid die daardoor verandert)
-   Aparte kolom waarin je de berekening maakt (indien nodig)
-   Zet bovenaan de tabel grootheid (eenheid), bijv.: F (N) (à kracht in Newton)
-   Soms is het belangrijk een grootheid te vermelden die tijdens je experiment niet verandert. Zet deze boven of naast de tabel

Diagrammen (ofwel grafieken)
·         Schrijf grootheden en eenheden langs de lijnen (onafh. grootheid op de verticale (y)-as)
·         Let op schaalverdeling

2 waarden uit een grafiek aflezen binnen het meetgebied: interpoleren à redelijk nauwkeurig
2 waarden uit een grafiek aflezen buiten het meetgebied (grafiek op een logische manier doortrekken): extrapoleren à onnauwkeurig

Meetonzekerheid wordt veroorzaakt door:
o   Meetinstrument
§  Bij een meetinstrument met een wijzer  (analoog) wordt het bepaald door meetbereik. De meetonzekerheid is gelijk aan de helft vd. afstand tussen 2 streepjes
§  Bij een meetinstrument met een display (digitaal) wordt het bepaald door het laatste cijfer (dat is een afgerond cijfer). Bijv.: 0,5 is een getal tussen 0,45 en 0,54
o   Meetmethode
§  Digitaal instrument: meetmethode is mensenwerk (starten en stoppen ve. stopwatch: onnauwkeurigheid v. 0,2 s)
§  Automatisch starten&stoppen = nauwkeuriger
o   Meetomstandigheden
§  Bijv.: meten ve. remweg ve. fiets: remkracht is moeilijk constant te houden. Je kan dan beter meerdere keren een meting doen en dan het gemiddelde nemen

Meetonzekerheden in diagrammen: Je tekent in de diagram de lijn die zo goed mogelijk door alle punten gaat. Teken in het diagram hokjes om de meetpunten om meetonzekerheid aan te geven.

Significante cijfers (betekenisvolle cijfers), significantie: Hoe meer significante cijfers, hoe nauwkeuriger de meting/berekening. Het eindantwoord moet altijd gegeven worden in het minst aantal significante cijfers vd. meetresultaten.

0’en tussen en achter de getallen tellen mee, vóór de getallen niet. Je kan een heel groot getal dat je in een klein aant. significante cijfers moet opschrijven, schrijven als 10e macht, bijv.: 100 000 in 2 significante cijfers = 1,0 * 105

Verbanden:
Kwantitatief verband: je zoekt naar een wiskundig verband à formule
Kwalitatief verband: hierbij maak je duidelijk wat er met grootheid y gebeurt als je grootheid x verandert. Bijv.: als x groter wordt ,wordt y kleiner.

c = constante = richtingscoëfficiënt (RC)
Verband controleren door v. grafiek een rechte lijn door de oorsprong te maken à coördinatentransformatie (CT).
·         Recht evenredig
-   x n keer zo groot, y n keer zo groot
-   y/x = c
-   Grafiek: rechte lijn door de oorsprong  
·         Omgekeerd evenredig
-   x n keer zo groot, y n keer zo klein
-   x * y = c
-   Grafiek = dalende, kromme lijn (hyperbool)
-   CT: y tegen  1/x
·         Kwadratisch
-   x n keer zo groot, y n2 keer zo groot
-   Y/X2 = c
-   Grafiek: Halve parabool
-   CT: y tegen x2
·         Omgekeerd kwadratisch
-   x n keer zo groot, y 1/n2 keer zo groot
-   y * x2 = c
-   Grafiek: dalende, kromme lijn (hyperbool)
-   CT: y tegen 1/x2
·         Wortel
-   x n keer zo groot, y n keer zo groot
-  y/√x  = c
-   Grafiek: steeds minder sterk stijgende lijn
-   CT: y tegen√x

Verbanden weergeven met grafische rekenmachine (GR):
o   Druk op stat om je gegevens in te voeren
o   Berekeningen met de gegevens krijg je door bovenaan bijv. L1 * L2 te doen
o   2nd en dan y= zet je plot 1 aan
o   Bij xlist zet je de tabel die je op de x-as wilt hebben, bij ylist de tabel die je op de y-as wilt hebben
o   Bepaal met de window knop het bereik van je grafiek
o   Druk op graph om je grafiek te zien

Geen opmerkingen:

Een reactie posten